vrijdag 22 februari 2019

Manon Buwalda ~ Mijn Liefste verjaardagscadeau



Hallo Medereizigers


Vandaag, 22-2-2019 is het precies 43 jaar geleden dat ik geboren werd in dit leven, in dit lichaam. Er zijn tijden geweest dat ik blij was dat ik leefde. Er zijn tijden geweest dat ik het leven het liefste een beetje aan me voorbij liet gaan. En nu vier ik het liefst het leven, mijn leven, elke dag. Niet omdat het altijd makkelijk is, maar omdat het altijd de moeite waard is om te vieren. De liefde te vieren, in welke vorm zij zich ook maar aan wil dienen.

Afgelopen week schreef ik samen met Peter een manifest over liefde. Heel bijzonder om dat te doen met de man waar ik al meer dan 20 jaar mijn thuis, mijn gezin, mijn leven mee deel. Omdat we allang niet meer geloven in dat wij elkaars redding zijn. Omdat we allang niet meer geloven dat onze liefde alleen voor ons tweetjes bestemd is. Omdat we allang niet meer geloven dat er niet genoeg liefde is in de wereld. Omdat we geloven dat wij elkaar kunnen helpen om ieder op eigen benen te staan. En omdat deze processen in onszelf niet altijd makkelijk zijn en zijn geweest. Zowel niet voor onszelf als voor elkaar.

Het is een liefdesbrief aan onszelf, aan elkaar, aan de mensen met wie wij ons intiem verbonden voelen, aan die mensen die we diep en innig liefhebben, aan jou ook. Hiermee geven wij onszelf aan de wereld. Ieder op zich. Als een cadeautje. Een cadeautje voor onszelf en voor jou.
Ik gun iedereen een Peter in zijn leven.

Lieve groet,

Manon


Liefste
Liefste
 
Het is klaar met om elkaar heen draaien.
Het is klaar met het bedekken van elkanders pijn.
Het is klaar met ‘make it go away’.

Elkaar niet durven confronteren met onszelf en met elkaar. Het verstoppen van onze verlangens, van wat ons blij maakt , om maar geen oordeel van een ander op ons af te roepen.
Om maar begrepen en geaccepteerd te worden door mensen die hun eigen verlangens zelf niet durven erkennen.
Elkaars blauwe plekken te ontwijken uit angst om verlaten te worden. Doen wat de ander verlangt om een relatie maar in stand te houden. Ons zelf bevestigd te laten worden door de ander. En dat we dat dan liefde noemen. Jij doet dit voor mij en ik doe dat voor jou. De ontwijkende dans om het vuur van echte liefde heen.
We maken onszelf en elkaar daarmee kapot.
We maken de wereld kapot.

Iedereen heeft verborgen beerputten. Beerputten waar pijn, angst, verdriet en woede borrelen en pruttelen. We hebben onze rommel in de loop van ons leven verzameld en we hebben de deksel van de put afgesloten met zware stenen. We hebben de put zo gecamoufleerd dat we denken dat hij er niet meer is.
We hebben niet eens in de gaten dat de kwalijke geuren en de giftige stoffen uit de kieren van de beerput in ons hele zijn doorsijpelen. We voelen ons weliswaar af en toe ellendig, maar dat is altijd de schuld van de ander, van de situatie, van de omstandigheden, van het leven zelf.
We zijn ons er niet meer van bewust dat we zelf, echt helemaal zelf, de oorzaak zijn van ons ellendige gevoel. Het is onze eigen rotzooi die ons langzamerhand vergiftigd.

En zo leven we ons leven van geschreven en ongeschreven regels. Van het voor elkaar zorgen. Van het zorgen dat jij mij lief vindt, zodat ik niet alleen en liefdeloos achterblijf. Jij houdt de deksel op mijn put en ik de deksel op de jouwe.
Ondertussen vindt het gif zich langzaam een weg de wereld in. Het werkt zich subtiel naar binnen in alles wat we denken en denken te voelen. En zo sijpelt het de wereld in.

Zo spelen we ons spel met gezamenlijke morele regels die ons helpen om binnen onze comfortabele cirkel te blijven. Niet te doen wat we echt graag willen. Geen emotionele risico’s te hoeven nemen.
We noemen het ‘rekening houden met elkaar’.
We noemen het ‘de ander geen pijn willen doen’.
We noemen het ‘voor elkaar zorgen’.
We noemen het ‘zo is het leven nou eenmaal’.
We noemen het ‘bedekken met de mantel der liefde’.
Ondertussen oordelend over de mensen die het anders doen. Want we begrijpen het niet. Het lijkt ons verschrikkelijk. Het is niet volgens onze regels.
Die wilde vrouwen die hun verlangens volgen.
Die prachtige mannen die doen wat ze diep van binnen voelen.
Ze zijn egoïstisch, asociaal, manipulatief, hard, te veel, overgevoelig, verkeerd…

We vergeten om goed naar elkaar te kijken. We vergeten om echt naar onszelf te kijken. We durven ons hart niet meer te volgen. We vergeten waar we echt naar verlangen.
En wanneer we het ons herinneren, kost het zoveel moed om er naar te luisteren, dat we de stem van ons hart overschreeuwen met alle argumenten waarom het goed is om het te blijven doen zoals we het nu doen. Hoe harder we schreeuwen hoe zwaarder ons deksel wordt.
En nu is het klaar. Het werkt niet meer.

Ons hart, onze ziel, onze kern, ons grotere zelf wil aandacht. Zij wil gehoord worden. Zij laat zich niet meer de mond snoeren. Zij gaat rechtstreeks tot de kern. Met meedogenloze helderheid laat zij ons zien waarin we niet eerlijk zijn. Waar we ons verstoppen achter lagen van conventies, van heilige huisjes. Waar we de zachtheid van pure liefde verwarren met de zachtheid van verrotting.
Ons hart trekt alle beerputten open. Laat alle rotzooi naar boven komen. Recht in je gezicht. Hier! Dit is jouw rommel. Kijk er naar. Toe dan! Het is tijd om schoon te maken.

Dan worden onze beerputten overbodig en hoeven zij niet meer te zijn. Dan kunnen wij daadwerkelijk zuiver in de wereld staan. In onvoorwaardelijke liefde. In onbelemmerde liefde voor onszelf en voor de wereld waarin wij leven.
Wij lossen het gif in onze beerputten op door ons licht er op te laten schijnen en laten dat licht door de kieren van onze put te laten sijpelen de wereld in.

Dan zijn wij vrij. Echt vrij. Vrij om oordeelloos ons hart te volgen. Vrij om oordeelloos een ander zijn of haar hart te laten volgen. Volkomen vrij om te genieten van alles wat het leven ons te bieden heeft. Genieten van hoe wij de wereld ervaren en ervaren hoe de ander van het leven geniet. Laat onszelf vrij.
De hele reis voelen we zo nu en dan de weerstand. Die weerstand is niet gek. Die weerstand is echter zinloos. Een verspilling van energie. Weet dat jouw hart alles gebruikt wat ze maar kan vinden om je te laten zien. Andere mensen, situaties, omstandigheden, jouw eigen gedachten, jouw gevoelens. Alles wat maar voorhanden is. En een ander deel van jou gebruikt precies hetzelfde om de deksel op je put te houden. Weet dat. Laat alles er maar zijn. Alles is om jou te helpen helder te zien.
Je hoeft niets meer te doen dan naar jezelf te kijken. Trek de deksel van je put. Kruip er in. Schijn je licht er op. Geef je over. Ik doe hetzelfde.

Reken maar dat het pijn doet! Reken maar dat jij je af en toe flink door elkaar geschud, gevloerd, uit elkaar getrokken, in elkaar geslagen en volkomen ellendig zult voelen. Als je naar jouw rommel kijkt, dan is dat niet fraai om te zien, te voelen en te ruiken. Soms is het zo erg dat je het liefst alle deksels weer op de putten ramt. Niks voor mij! Ik kan het niet. Ik durf het niet. Maar het werkt niet meer.
Je zult worden geconfronteerd met jouw zelfwaardering. Met jouw (gebrek aan) zelfliefde. Je zult worden blootgesteld aan iedere onzekerheid in jezelf, maar ook aan ieder oordeel van de mensen om je heen die de deksel nog stevig op hun beerputten houden. Je zult geconfronteerd worden met mensen die hun hart wel volgen en daarmee ongewild en onbedoeld jouw heftigste pijn naar boven brengen. Je zult al jouw eigen oordelen en jaloezie en afgunst tegenkomen in al haar intensiteit.
Je zult de verleiding voelen van het slachtofferschap. Van het gemak wanneer je niet de volledige verantwoordelijkheid voor jezelf neemt. Jouw gif komt soms met met zachte fluisteringen die je ervan proberen te overtuigen dat dit niet van jou is. Dat je deze angst niet hoeft aan te kijken. Dat het zo wel goed is. Dat er niks mis is met goed voor elkaar zorgen. Dat er niks mis is met altijd rekening met elkaar houden. Dat je echt niet alles hoeft te doen wat je hart je influistert. Er zal eenzaamheid zijn. Er is paniek. Kijk er naar. Praat er mee. Jouw liefdevolle zelf zal er voor zorgen dat het verdwijnt.
En hoe beter je kijkt, hoe krachtiger de weerstand lijkt te worden. Laat het gebeuren. Het zijn de laatste muren rond je hart. Blijf staan. Doe niets. Kijk er naar. Uiteindelijk zullen de muren vanzelf verdwijnen.

Dit is de moedigste reis die wij ondernemen. Wij maken deze reis samen en alleen. We ontmoeten onze ware ik. We leren zien wie wij daadwerkelijk zijn.
We zullen onszelf verleiden om de put van elkaar weer te bedekken. Omdat het niet fijn is om de oorzaak te zijn van jouw pijn. Zeker niet omdat ik je liefheb.
Maar is het liefde om jouw je schoonmaakproces niet te gunnen omdat ik mij rottig voel? Is dit niet juist een kans om beide onze putten schoon te maken? Is het niet juist liefde om elkaar de weg naar innerlijke vrijheid te gunnen? Ook als het nu eventjes zeer doet?
En ieder moment kiezen we opnieuw. Ga ik het aan? Ga ik dwars door de pijn? Neem ik de volledige verantwoordelijkheid voor mijn eigen verlangens en mijn eigen pijn?
Kijk ik naar de pijn aan met alle liefde die door mij heen wil stromen? Kan ik in mijn eigen kracht overeind blijven en tegelijk de ander ook helemaal in zijn of haar kracht met rust laten? Alleen maar geven wat mijn hart van mij vraagt? En ook alleen maar geven wat jouw hart van mij vraagt?

Ik wil de verantwoordelijkheid nemen voor wat ik aan energie in de wereld breng. Ik wil de verantwoordelijkheid nemen voor wat ik door me heen laat stromen. Alles in mij zegt dat het van onschatbaar belang is dat we ons hart blindelings leren volgen. Dat we helder en scherp het verschil leren kennen tussen de fluisteringen van ons hart en de fluisteringen van het gif. Door onbevangen te vragen. Door zonder oordeel te kijken naar wat er zich ontvouwt. Zodat we stapje voor stapje ons leven kunnen leiden in contact met de kracht van de onvoorwaardelijke liefde die we allemaal zijn.
Ik wil ophouden met de verantwoordelijkheid te nemen voor hoe de ander mijn energie ontvangt. Ik wil niet meer controleren. Ik wil niet meer sussen. Ik wil geen deksels meer terugleggen. Niet als ik onterecht denk dat ik jou daarmee help. Ook niet als ik er eventjes een goed gevoel van krijg. Ik wil een ander niet meer klein houden met mijn eigen gif. Ik wil jou in ere houden door je oneindige kracht te zien en te respecteren. Ik wil mezelf vieren in alle verlangens die door mij heen geleefd willen worden. Ik wil jou vieren op precies dezelfde manier. Omdat we liefde zijn. Allemaal.
Ik gun mezelf het schoonmaakproces van mijn beerput. Ik neem het je niet kwalijk wanneer jij degene bent die de deksel optilt. Ik neem het jou niet kwalijk wanneer de pijn, het verdriet, de angst of de woede omhoog komt. Ik vraag niet van jou om te zorgen dat het stopt. Ik vraag niet van jou om bij me te zijn wanneer ik de rommel aan moet kijken, als jij degene bent geweest die de put heeft geopend. Ik weet jouw liefde, jouw steun, soms juist doordat je een stap achteruit zet en mij mijn proces laat.
Dank mijn lief, dat je er bent om mij te steunen als jij niet oorzaak bent van waar ik doorheen ga. Dank mijn lief dat je mij met mijn naarste gif confronteert en dan ergens anders even wacht tot ik heb schoongemaakt. Jouw aanwezigheid zou de deksel er alleen maar weer op doen. Je zou mij met jouw aanwezigheid in de weg zitten. Het zou me nu een fijn gevoel geven, maar op de langere termijn zou het mijn pijn verlengen. Dank mijn lief dat je intuïtief je hart leert volgen en mij daarmee altijd helpt. Altijd.
Ik gun jou ook jouw schoonmaakprocessen. En het doet heus pijn als ik merk dat ik jouw pijn aanraak. Dat het volgen van mijn hart jou confronteert met jouw gif. Dat zijn mijn restjes, die mij het gevoel geven dat ik zou moeten zorgen dat jij je goed voelt, zodat ik me ook weer goed voel.

Maar we trappen er niet in, jij en ik. We weten dat in turbulentie het gif spreekt. We weten dat in wanhoop, boosheid, onzekerheid, twijfel, altijd het gif spreekt. We voelen zorgvuldig in elk rustig, helder en ruim voelend moment: wat zegt liefde tegen mij?
En dat geeft geen garanties over onze fysieke relatie. Het zegt niks over de vorm die de verbinding tussen jou en mij en tussen wie dan ook heeft aangenomen, nu aanneemt, en in de toekomst aan zal nemen. De liefde tussen jou en mij is mooi en zal er altijd zijn. We zijn immers allemaal verbonden met de onvoorwaardelijke liefde die het leven is. En we laten in ons leven ontstaan wat er wil ontstaan. Soms voelt dat heerlijk. Wanneer het verlangen van jouw en mijn hart overeen komen is dat geweldig. En wanneer dat niet zo is, kan het pijn doen. Dan trekken we opnieuw een deksel eraf en is er blijkbaar nog iets schoon te maken.
Ik wil niet langer bang zijn voor de pijn. Ik wil de pijn verwelkomen als poort naar een grotere innerlijke vrijheid. Als een stevigere verbinding met liefde. Ik wil het helemaal aangaan.

De wereld heeft het nodig. De wereld vraagt van ons dat wij onze eigen rommel opruimen. Dat we ons hart volgen. Dat we ons realiseren dat we allemaal verbonden zijn door de kracht van liefde. Niet van medelijden, maar van daadwerkelijke compassie. Voor onszelf, voor de ander, voor de wereld om ons heen en voor het leven zelf.
Daarvoor moeten we een ieders eigen verantwoordelijkheid erkennen. Onze eigen verantwoordelijkheid. Daarvoor moeten we bereid zijn dwars door onze pijn heen te bewegen. Om liefdevol te kijken naar alles wat er in onze beerputten zit. Om bereid te zijn om het vervolgens helemaal los te laten. Alle pijn, wrok, verdriet, angst. Daarvoor moeten we onbelemmerd leren liefhebben. Zuiver naar ons hart luisteren.
Kun jij je voorstellen hoe de wereld eruit zou zien wanneer we dat volledig zouden doen? Wat komt er dichter bij de hemel op aarde brengen dan dat…?

Ik hou van mezelf en van mijn leven.
Ik heb plezier in het samen genieten van ons leven.
Ik verheug mij zo in jouw geluk.

Manon Buwalda & Peter Boorsma