zaterdag 22 december 2018

Het donkere uur voor zonsopgang ~ Manon Buwalda






Het donkere uur voor zonsopgang

De vlinder is een van de meest populaire symbolen van transformatie. De manier waarop de larve, de rups in een vlinder verandert is natuurlijk ook spectaculair. En troostrijk ook wanneer je in een transformatieproces zit. Aan het einde van je proces wacht die vlinder met al haar lichtheid, vrijheid en schoonheid. We kunnen niet wachten om die vlinder te zijn.


Tussen de rups en de vlinder zit de cocon. De periode van daadwerkelijke transformatie. Daar moet het gebeuren. We hebben van buiten helemaal geen zicht op wat er van binnen gebeurd. We zien wat erin verdwijnt en we zien wat er uiteindelijk uit komt, maar wat daar binnen gebeurd is afgeschermd voor onze blikken.

Cocoonen

In deze tijd van het jaar hoor ik heel vaak het woord ‘cocoonen’. De energie is bij veel mensen naar binnen gericht. Gezellig binnenshuis, met een dekentje op de bank, samen met anderen. Heerlijk comfortabel terwijl het buiten koud en guur is. Even geen notie nemen van de wereld buiten je. Rust, ontspanning.


Wanneer je ooit in een innerlijk transformatieproces hebt gezeten weet je dat de periode in de cocon meestal helemaal niet zo comfortabel is. Het is niet lekker ontspannen op je innerlijke bank terwijl je rustig aan van een rups in een vlinder verandert. In de cocon wordt je tot op de laatste cel afgebroken. En pas wanneer je helemaal bent verdwenen bouw jij jezelf weer op. Dat is niet gezellig, niet lekker warm.

Afgebroken tot de laatste cel

In een innerlijk transformatieproces worden oude overtuigingen en denkpatronen afgebroken en doorbroken. Het haalt alle vaste grond onder je voeten vandaan. Er is niets meer over van de kaders waarin jij naar de wereld om je heen kon kijken. En het ergste van alles: er is nog niets voor in de plaats gekomen. Op het moeilijkste punt ben je bijna afgebroken tot die ene cel en moet de opbouw nog helemaal beginnen.


Dit is het spreekwoordelijke donkerste uur voor zonsopgang. Vlak voordat je aan de opbouw van je nieuwe innerlijk begint voel je de grootste verwarring. Je oude patronen verzetten zich met hun laatste kracht tegen de verandering. Dat is een lastig punt, zeker als jij je niet bewust bent van het feit dat dit een natuurlijk onderdeel is van het transformatieproces.

Het kan lijken alsof je een enorme terugval hebt. Alsof al het innerlijke werk dat je hiervoor hebt gedaan voor niets is geweest. Een zinloze inspanning. Je kunt het uiteindelijk gewoonweg toch niet. Je bent niet in staat om toegang te krijgen tot waar je met heel je hart naar verlangt. Om wanhopig en moedeloos van te worden. Laat ook maar, ik geef het op, ik stop ermee.

Geef het op, laat je vallen

En precies daarmee, in die ik-geef-het-op breek je dat laatste stukje af. In die overgave zit uiteindelijk je ingang naar de opbouw. Laat je maar vallen. Laat maar gaan. Je hoeft niets meer te doen, het gaat vanzelf. In het niets zit het oneindige potentieel. Je bereidheid om alles los te laten, alle uitkomsten te laten gaan, breekt juist alle mogelijkheden weer open. Geen garanties over hoe jouw vlinder uit gaat zien, maar dat die vlinder er komt is ineens weer helemaal helder.

Het lastige is dat je deze laatste overgave niet af kunt dwingen. Juist niet. Overgave is precies wat het is. Je laat los wanneer je loslaat, of wanneer je losgelaten wordt, geen seconde eerder of later. En we hebben de neiging om vast te houden tot het echt niet meer lukt. Vandaar dat het laatste stukje zo zwaar voelt, zo heftig is. Omdat het eigenlijk een laatste duwtje is om je echt te laten vallen. Ga maar, val maar. Je komt wel ergens terecht.

Je kunt niet beginnen met opbouwen als je nog niet helemaal afgebroken bent. Dat zouden we graag willen, maar daarmee verlengen we ons verblijf in die cocon alleen maar. Wanneer we alweer beginnen met bouwen als we nog niet terug zijn gebracht tot dat ene celletje, moet iedere bouwpoging op zijn beurt weer afgebroken worden. Net zolang tot we in staat zijn om onze grip echt los te laten en ons gewoon achterover te laten vallen in de afgrond.

De zon komt op

Daarna gaat het bouwen als vanzelf. Je komt heus nog allerlei verrassinkjes tegen onderweg. Sommige zijn geweldig, andere voelen nog even als een hobbel. In ieder geval voel je steeds de trek omhoog, de trek naar het licht. De zon komt op en ook al duurt het dan nog even voor het helemaal licht is, je kunt je al beginnen te koesteren. Laat je maar drijven. Er komt snel genoeg de worsteling van het je uit je cocon bevrijden en jezelf in al je nieuwe glorie aan de wereld tonen. Daarmee rond jij je transformatie af.


Wanneer jij op dit moment heerlijk comfortabel aan het cocoonen bent op je bank, ik wens je heerlijke feestdagen. Geniet van je coconnetje. En wanneer je in je cocon voelt dat je aan dat laatste stukje bezig bent, dan wens ik je een hele goeie tijd. Je komt er. Echt waar. Geen twijfel over mogelijk. Je bent er zelfs bijna. Laat maar los. Bedenk dat je niet de enige bent en dat je, straks als vlinder, je niet meer kunt voorstellen dat het zo spannend was.

Lieve groet,

Manon