donderdag 14 maart 2019

Op verhaal komen ~ Fred Teunissen

Op verhaal komen

Op verhaal komen

Vorig jaar rond de herfst bekroop mij een intense hunkering naar rust en naar goed geestelijk voedsel. Ik nam mij voor om een periode van bezinning in te lassen en in december en januari zo weinig mogelijk afspraken te maken.

Aanvankelijk lukte dat nauwelijks, maar begin januari kreeg ik een hardnekkige, koortsloze griep, gevolgd door een voorhoofdsholte-ontsteking. Vier weken duurde dat al met al. Alle tijd dus om op verhaal te komen en om me te laven aan boeken die wijsheid bevatten.


Er waren twee vragen die mij sterk bezighielden:
1. Wat is de aard van het omvangrijke kwaad waarmee we dezer dagen worden geconfronteerd?
2. Hoe kunnen we daar tegenwicht aan bieden en daarin standvastig zijn?



In dit artikel geef ik weer wat ik de afgelopen maanden ontdekte. Het is een momentopname, essay-achtig, nog niet gerijpt. Toch publiceer ik het, omdat ik weet dat ook anderen met precies deze vragen opstaan en naar bed gaan.

Het overdenken van deze vragen is een collectief proces.
Met de term ‘omvangrijk kwaad’ in mijn eerste vraag bedoel ik het gehele systeem zoals dat tot uitdrukking komt in 5G (en daaraan voorafgaande technologieën), chemtrails, opgedrongen giftige vaccins, grootschalig gebruik van gif in de landbouw, omvangrijk dierenleed in de veeteelt, bijensterfte, bomenkap, enzovoort, enzovoort. En niet te vergeten: onze deelname aan gruwelijke, illegale oorlogen in het Midden-Oosten en elders.

Wat is dat voor een systeem dat dit soort verschijnselen voortbrengt? Het is zo omvangrijk, zo gelaagd en zo verbazingwekkend intelligent in al zijn negativiteit. Wat moet je daar nu mee?

Verschillende kijkrichtingen
Is het overdreven om van een omvangrijk kwaad te spreken? Ik denk van niet.
Wie met een open blik om zich heenkijkt, moet wel tot de conclusie komen dat we er op een aantal essentiële levensgebieden niet goed voorstaan. Daarbij denk ik vooral aan de natuur, de cultuur en de internationale verhoudingen. Op andere gebieden, zoals de techniek en de automatisering is er vooruitgang. De vraag is dus in welke richting je kijkt en wat je het zwaarst laat wegen.

In mijn directe omgeving zijn er mensen die in volle overtuiging stellen dat het nog nooit zo goed is gegaan “met ons” en, sterker nog, dat het alleen nog maar beter zal worden. Hebben zij ongelijk? Ik denk het niet. Ze hebben gelijk in hun kijkrichting. Die heeft betrekking op het niveau van materiële welvaart, op persoonlijke luxe, vakanties in verre oorden, het gebruik van high tech apparatuur en programmatuur, en dergelijke.

Maar wie aanvoelt wat er in de levende natuur gaande is, die springen de tranen in de ogen. Ons leefmilieu gaat hollend achteruit: drastisch minder insecten en vogels, omvangrijke kaalslag van bomen en struiken, allerlei landbouwgif in ons voedsel en nano-rommel in de lucht die we inademen, heftige straling alom. Dat alles heeft tot gevolg dat meer en meer mensen ernstig ziek worden. Kijk maar om je heen.

Diegenen die nog een hechte band voelen met de levende aarde zijn hierover al geruime tijd in alle staten van alarm en sturen elkaar het ene na het andere bericht toe over hoe erg het allemaal is. Ze stellen petities op voor een overheid die meestal niet wil luisteren, ze flyeren, vergaderen en demonstreren. Dat is goed en heel hard nodig, maar veel effect heeft het niet.

De aard van het beest
De krachten achter wat ik in mijn boek Hemel onder Vuur de anti-natuur of ‘Mordor’ noem zijn machtig en ze drukken hun plannen met de wereld met kille vastberadenheid door.

Vlak na Kerstmis las ik het boek ‘Korte vertelling van de Antichrist’ van de Russische filosoof Vladimir Solovjov. Daarin staat een hele treffende omschrijving van dit kwaad. Solovjov schildert hier de werkzaamheid van Apollonius, de belangrijkste helper van de Antichrist (de grote baas van het kwaad). Deze tekst is in 1900 voor het eerst gepubliceerd, maar de typering van Apollonius laat zich gemakkelijk lezen als een metafoor voor de huidige rol van de wetenschap:

“Deze magiër, Apollonius genaamd, was zonder twijfel een geniaal mens. Half Aziaat, half Europeaan (..) verenigde hij op wonderbaarlijke wijze in zijn persoon het bezit van de nieuwste theorieën en technische toepassingen van de westerse wetenschap met de kennis en de vaardigheid om al hetgeen in de traditionele mystiek van het Oosten werkelijk solide en belangwekkend was daadwerkelijk toe te passen. 

Het effect van deze combinatie van vermogens was verbazingwekkend.  Zo beheerste Apollonius onder andere de half wetenschappelijke, half magische kunst om de atmosferische elektriciteit aan te trekken en naar zijn wil te richten. Het volk zei dat hij ‘vuur uit de hemel’ neer kon halen. (..)
Deze mens kwam dus bij de grote imperator, boog zich voor hem als voor de ware zoon Gods en verklaarde dat hij in de geheime boeken van het Oosten voorspellingen had gevonden die rechtstreeks wezen op hem, de imperator, als de uiteindelijke verlosser en rechter van het heelal; vervolgens bood hij de imperator aan zichzelf en heel zijn kunst in zijn dienst te stellen.” (pag 32-33).

Bij iedere lezer zullen deze passages andere associaties oproepen. Een paar van de mijne: geheime ruimtevaartprogramma’s, HAARP, 9/11, ruimtewapens (lasers), torsiegolven, kortom (deels geheime) hightech wetenschap ‘in dienst van de imperator’.

Het ongeluk van onze tijd
Deze wetenschappelijk-industriële wereld is een kolossaal, wereldwijd werkend geheel op basis van een – in een proces van eeuwen ontwikkelde – materialistische ideologie.
Hoe kunnen we daar tegenwicht aan bieden?

Bij Rudolf Steiner vond ik een eerste aanknopingspunt voor een antwoord op deze vraag. In de bindel voordrachten getiteld ‘De strijd om het mens-zijn’ schildert hij cultuurhistorische perioden die zich over vele eeuwen uitstrekken.

Met wat we nu de Verlichting noemen kwam er eren einde aan het tijdperk waarin de Kerk geestelijk dominant was en de blik van de mensen van de aarde werd weggeleid richting het ‘hiernamaals’. Steiner noemt deze gerichtheid ‘luciferisch’.

De opmars van de materialistische wetenschap en de techniek noemt hij ‘ahrimanisch’. Dus precies in de omgekeerde richting: weg van de hemel en alles op aarde. Materie-gericht. Met als gevolg: ontkerkelijking, een ontzielde wetenschap en grootschalige verdinglijking. Maar uiteraard ook vooruitgang op een hele reeks maatschappelijke gebieden.

In ‘De strijd om het mens-zijn’ laat Steiner zien dat de opkomst van de ‘ahrimanische krachten’ historisch noodzakelijk is en dat deze opkomst op zichzelf dus niet het probleem kan zijn:

“De weg van het luciferische naar het ahrimanische is ook iets waarvan we moeten zeggen: dit is de loop die de ontwikkeling van de mensheid neemt. En we staan in feite middenin het proces van weggaan uit het luciferische en aankomen in het ahrimanische. Het luciferische is natuurlijk op veel manieren nog aanwezig. Het ahrimanische neemt de mens in zijn greep. Het luciferische leeft meer in de gevoelens. Het ahrimanische werkt meer door het menselijk verstand en verwerkelijkt en belichaamt zich in de creatie van de techniek.(*)

De navolgende uitspraak van Steiner bevat de sleutel waar ik naar op zoek was (de nadruk is door mij aangebracht) :

“Het ongeluk van onze tijd bestaat erin dat de mensen in het ahrimanische terechtkomen zonder dat ze gedragen worden door de kracht van Christus.”

Het probleem (ons probleem) is dus dat deze ahrimanische krachten niet vanuit een hoger gezichtspunt worden geleid en ingebed. Steiner sprak de bovenstaande woorden in 1920 in Stuttgart, dus bijna een eeuw geleden. De ontwikkeling die hij beschrijft is inmiddels veel verder voortgeschreden, maar de kern is dezelfde.

Dat we in het ahrimanische terechtkomen is onvermijdelijk, aldus Steiner. De manier waarop is het probleem. Je zou kunnen zeggen dat er op het paard van de techniek geen liefdevolle, wijze ruiter zit.

Dat is de aard van het beest. De leegheid. De stuurloosheid. Niet de techniek zelf. Dat we van God los zijn geraakt leidt tot een onbeteugelde, Mordoriaanse techniek en tot destructie op grote schaal.
In algemene zin is van hieruit ook volkomen duidelijk dat teruggaan naar het luciferische geen oplossing is. We kunnen niet terug in de tijd. Er zal iets over-grijpends moeten komen, een fase die volgt op de ahrimanische heerschappij van de anti-natuur. Dat is tevens de goede kant (en de zin) van dit kwaad: het roept een noodzakelijke tegenkracht op die er anders niet zou zijn geweest.

Dit moet een beweging of gerichtheid zijn die aanknoopt bij het goede van het luciferische (voeling met Moeder Aarde en met de geestelijke wereld) en bij het goede van het ahrimanische (de constructieve kanten van de technologie).

Steiner ziet dit overstijgende en leidende principe in wat hij het Christusbewustzijn of de Christusimpuls noemt. Dit verwijst – vergeleken met het oude luciferische – naar een getransformeerde spiritualiteit.

Als het waar is dat ons probleem bij de ruiter ligt en niet bij het paard, dan is klagen over de destructieve kracht van het paard niet de juiste strategie. We kunnen onze energie dan beter richten op de vraag hoe er een wijze ruiter op het toneel kan verschijnen. Dat is een creatieve, scheppende vraag, die geladen is met positieve energie.

Allesomvattende kosmische liefde
In januari las ik naast ‘De strijd om het mens-zijn’ onder andere ook een heel goed boekje van Jacob Slavenburg over Rudolf Steiner. De ondertitel ervan spreekt me aan: ‘Een vernieuwer van het oude weten’. Dat is immers precies wat er nu nodig is: oude wijsheid voor nieuwe tijden.

In hoofdstuk vijf van dit boekje wachtte mij een grote ontdekking. In een overzicht van werken van Steiner over leven en betekenis van Christus zag ik ineens op pagina 81 de titel ‘Aus der Akasha-Forschung: das Fünfte Evangelium’. Een boek (pdf) van Steiner, blijkbaar vanuit de Akasha geschreven, waarvan ik het bestaan niet wist!

Ik heb het direct besteld en gelezen en heb daarbij af en toe zitten juichen op de bank. Wat een hoop herkenning als ik zie hoe Steiner vanuit de Akasha werkt! Inhoudelijk levert dat een totaal ander ‘bijbelverhaal’ op dan wat je daar in onze cultuur van meekrijgt, ook al ben je – zoals ik – niet christelijk opgevoed.

En het is een fascinerend verhaal. Steiner las in de Kronieken dat Christus een grote goddelijke energie is die zich eerst in de mens Jezus op aarde openbaarde en bij de Pinkstergebeurtenis (de uitstorting van de Heilige Geest) uitstoomde in de aura van de aarde. Sindsdien, aldus Steiner, is deze een goddelijke Christus-energie met de aarde verbonden en benaderbaar. De kern ervan is een alomvattende kosmische liefde:

“De dood van Jezus van Nazareth was de geboorte van de alomvattende kosmische liefde binnen de aardesfeer.” (p 47)

Hier had ik mijn tweede aanknopingspunt! Want dit beeld lijkt sterk op dat van het Akasha-veld. Hoe je met dit Akasha-veld contact kunt maken is eeuwenlang verborgen gebleven in geheime genootschappen, maar sinds kort is deze kennis voor iedereen toegankelijk.

De conclusie ligt voor de hand: als je met het Akasha-veld kunt communiceren, waarom dan niet ook met het door Steiner aangeduide Christus-veld? En zou dat niet de kern kunnen zin van het tegenwicht waar ik naar op zoek ben? Want dit is potentieel een kolossale steunende factor vanuit de geestelijke wereld.

En nog een stap verder: er zijn ook andere geestelijke ‘grootmachten’ waarvoor hetzelfde zou kunnen gelden. Ik denk bijvoorbeeld aan de godin Isis.

Inmiddels concentreer ik me op de vraag hoe je deze geestelijke connecties kunt maken. Ik lees daarover bij Judith von Halle, Valentin Tomberg, Hans Stolp, Lauri Fransen en anderen. Het zal nog wel even duren voordat ik hier voldoende lijn en praktische ervaring in gevonden heb. Als het zover is meld ik me weer.

Tussenbalans
Mijn voorlopige antwoord op de vraag hoe we het beest, de anti-natuur, Mordor, de Antichtist, Ahriman – of hoe je deze materialistische tijdgeest ook wilt noemen – het beste tegemoet kunnen treden bestaat uit vijf elementen:

1. Ons realiseren dat wij een Ik ben (I am) zijn, een tijdloze, bewuste individualiteit die onsterfelijk is. Dat houdt in dat niets onze essentie kan schaden, laat staan doden. Het houdt ook in dat we eerder geleefd hebben en naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst nieuwe levens op aarde zullen hebben.
Gezien de enorme tijdsspanne van de wereldhistorische bewegingen die in het geding zijn is dit wel een geruststellende gedachte. Niet alles hoeft nu. We moeten nu doen wat in ons vermogen ligt. Meer hoeft niet en kan ook niet. Sommige dingen kunnen we met een gerust hart over onze dood heen plannen. Onze tegenstanders doen dat ook.

2. Ons realiseren dat we niet alleen zijn en dat er volop steun is in de geestelijke wereld als we onze ogen en harten daarvoor kunnen openen. We kunnen leren ons beter af te stemmen op deze ondersteunende energieën.

3. Uitgebreid gebruik maken van methoden van energetische healing en andere holistische natuurgeneeswijzen. Zo kunnen we zorgen dat we gezond en weerbaar blijven en kunnen we herstellen als we in fysiek of psychisch opzicht geraakt worden door de negatieve aspecten (of de woede) van Mordor.

4. Klene intentionele gemeenschappen (enclaves) vormen om elkaar en anderen in de directe omgeving te ondersteunen, gezond voedsel te verbouwen, de levende natuur te beschermen en te oefenen in liefdevol leven. <link>

5. Acties voeren, zoals tegen invoering van 5G, maar zonder dat ze ons uitputten en met als voornaamste doel om het bewustzijn van wat er gaande is te verhogen.

Op verhaal komen betekent herstellen. In dit geval kunnen we dat letterlijk doen met een verhaal. Een verborgen verhaal. Het is het Akasha-verhaal over leven en sterven van Jezus. Dat brengt ons eerst tweeduizend jaar terug in de tijd om vervolgens datgene wat we daaruit aan wijsheid opdiepen toe te passen op de vragen en uitdagingen van vandaag.


Literatuur
– Vladimir Solovjov, Korte vertelling van de Antichtist, Perun Boeken 2003
– Jacob Slavenburg, Rudolf Steiner, een vernieuwer van het oude weten, Uitgeverij Ankh-Hermes, 1990
– Rudolf Steiner, De strijd om het mens-zijn, Uitgeverij Vrij Geestesleven, 2017
– Rudolf Steiner, Het Vijfde Evangelie. Uitgeverij Pentagon 2012
– Rudolf Steiner, Aus de Akasha-Forschung: Das Fünfte Evangelium, Rudolf Steiner Verlag 1985