maandag 19 november 2018

Jezelf worden, hoe doe je dat? / Geschreven Door Lisette Thooft / 11 november 2018

Jezelf worden, hoe doe je dat?
Geschreven Door Lisette Thooft / 11 november 2018



Jezelf zijn, dat is mogen voelen wat je voelt. Niet bang zijn voor je eigen angst, niet boos worden op jezelf als je je ergert. Je verdriet gewoon laten stromen zoals het stroomt, en niet oppotten. Voor de meesten van ons is dat niet makkelijk. Want zo zijn we niet opgevoed… Jezelf worden, hoe doe je dat?

Ken je dat? Je ergert je aan een rumoerig kind, en meteen knort een klein geniepig stemmetje in je: ik zou me niet mogen ergeren, hier hoor ik boven te staan. Je glimlacht sereen en vraagt of het ook zachter kan. En het kind gaat prompt huilen.

Je wordt verdrietig van een flauw grapje van je man, maar dat vind je ontzettend kinderachtig van jezelf. Je lacht een beetje als een boer met kiespijn. En even later snauw je hem af om iets totaal onbenulligs. 


We doen het allemaal. We overschreeuwen onze angst, we verdringen woede, we duwen verdriet ver weg naar een donker hoekje van onze ziel. Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan, en gevoelens die we wegstoppen zijn nooit helemaal weg. Ze komen op onverwachte momenten weer tevoorschijn, verkleed in een ander jasje, vaak geprojecteerd op een andere persoon. En ze verkrampen ons lichamelijk zodat we zitten met een stijve nek, een pijnlijke onderrug, buikpijn, of andere lichamelijke klachten. Hoe komt het dat we dit doen? En wat kunnen we doen om onszelf weer de vrijheid te geven te voelen wat we werkelijk voelen? Jezelf worden, hoe doe je dat?

Stel je niet aan

Hoe het komt, is makkelijk uit te leggen: door onze volstrekt normale, liefdevolle opvoeding. Want hoe gelukkig je jeugd ook was, doorgaans heb je niet geleerd om te mogen voelen wat je voelde. Onze ouders legden ons niet vriendelijk uit: “Ik begrijp dat je boos bent en dat is helemaal oké, wees maar lekker boos… alleen mag je niet met speelgoed gaan gooien.” Nee, ze riepen iets als: “Stop! Hou daar onmiddellijk mee op, doe niet zo vervelend, anders ga je maar naar je kamer tot je weer gezellig kunt doen.” In het ergste geval kregen we slaag. Ongewenst gedrag konden ze niet onderscheiden van ongewenste emoties. Dat verschil was gewoon niet bekend.

Als we bang werden, kregen we te horen: “Niet bang zijn, er is niets aan de hand,” en in het ergste geval: “Stel je niet aan.” En als we verdrietig waren, probeerden ze ons te troosten door uit te leggen dat het allemaal zo erg niet was, dat het over zou gaan… Veel van ons zijn als kind zelfs geplaagd of uitgescholden door ouders of broers of zusjes als we het moeilijk hadden.

Met andere woorden: onze volstrekt normale, gezonde en menselijke emoties waren net zo onwelkom als ons kinderlijke gedrag – dat uiteraard wel bijsturing nodig had. Als gevolg daarvan zijn we er bewust of onbewust van overtuigd geraakt dat we niet boos mogen worden, niet bang moeten zijn, en eigenlijk liever ook geen diep verdriet voelen. We hebben een automatische innerlijke stop gezet op ons gevoel. We zijn ‘in ons hoofd’ gaan zitten – we weten niet meer wat er in ons lichaam omgaat. We voelen wel, maar we registreren niet meer bewust wat we voelen. Je mocht niet jezelf worden, niet jezelf zijn.

Maskers
Bij sommige mensen is het niet jezelf worden een beetje anders gegaan: een dikke laag emotie is komen te liggen bovenop het echte gevoel. Een laag luidruchtig gedoe, die de diepste pijn bedekt. Dat zijn mensen met veel emotie en weinig gevoel. Ze huilen om het minste geringste en ze kunnen lang en hard blijven huilen – en als je erbij staat, bekruipt je het ongemakkelijke gevoel dat ze het erom doen, dat het zelfmedelijden is, of dat ze je manipuleren met hun tranen. Ze zijn om de haverklap boos en delen links en rechts dreunen uit, verbaal of fysiek – en je voelt aan je water dat ze een masker van boosheid dragen en eigenlijk in hun hart iets heel anders voelen. Of ze zijn zó demonstratief onzeker en verlegen dat je bijna niet kunt geloven dat het echt is. Het lijkt een maniertje geworden.

Ook dat zijn oude en vastgeroeste patronen. Als kind hebben zulke mensen óók afgeleerd om te voelen, maar ze ontdekten dat veel vertoon van emotie de gewenste aandacht opleverde. De echte pijn van het kind dat ze waren, ligt eronder verborgen.

De weg terug
Als je niet vrij bent om te voelen wat je voelt, ben je niet helemaal jezelf. Je bent eigenlijk een beetje nep, en iets in je weet dat. Het kan de vage gewaarwording geven dat je het leven niet helemaal kunt toelaten, alsof er een soort onzichtbare glasplaat zit tussen jou en de rest van de wereld. Je kunt chronisch het knagende besef hebben dat je er niet helemaal bij hoort, dat je buitengesloten bent van de werkelijkheid.

Hoe word je vrij vanbinnen, authentiek jezelf, met echte, diepe gevoelens die er helemaal mogen zijn? De weg terug naar jezelf worden in een wat meer natuurlijke staat, begint met bewustwording van de situatie zoals die nu is: hé, ik verkramp als ik me aangevallen voel. Ik sla dicht in plaats van verdrietig te worden. Ik durf me niet te uiten als ik boos ben. Ik kan niet huilen. Ik ga hyperventileren op spannende momenten. Ik voel dat ik vaak mijn kaken span en op mijn kiezen bijt. Ik krijg vaak buikpijn op weg naar huis, of naar mijn werk. Of wat het dan ook is waarmee je je gevoelens op slot zet.

Waar zit het?
De volgende stap op weg naar jezelf worden is op zoek gaan in je lichaam naar de plek waar jij een gevoel opslaat dat er niet mag zijn. Daarvoor is lichaamsbewustzijn essentieel. Het lichaam leent zich als instrument voor het onderbewustzijn, als opslagplaats en verstopplek voor ongewenste emoties. Vooral in bindweefsel blijft emotie vastzitten – hoe dat precies zit, weet men nog niet, maar het is zo. Gevoelens beter voelen begint dus met je lichaam beter voelen.

Je kunt zelf veel doen. Bijvoorbeeld een ‘body scan’: ga zitten met rechte rug en voeten plat op de grond, of ga languit op je rug liggen, en ontspan zoveel mogelijk. Adem zo rustig mogelijk; niet diep, maar wel langzaam. Nu ga je heel bewust je aandacht vestigen op je linkervoet. Wat voel je allemaal in je linkervoet? Voel je kleine stroompjes, tintelingen, misschien zelfs iets dat tegen pijn aanzit, voel je warmte en aanwezigheid? Ga naar de rechtervoet, wat voel je? Verplaats je aandacht steeds een beetje: richt je op het gevoel in je enkels, je onderbenen, knieën, enzovoort – tot je je hele lichaam bent langsgegaan en overal hebt gevoeld hoe het vanbinnen is. Wat vraagt speciale aandacht, welke plek of welk gebied is pijnlijk of benauwd, onrustig of koud? Adem er naar toe, zoals dat heet: adem bewust terwijl je je volle aandacht op die plek houdt. Neem de tijd, want het lichaam reageert traag. Gebeurt er iets als je geduldig en aandachtig die plek voelt?

Vaak proberen onze gedachten ons af te leiden. Ons onderbewuste/lichaam ziet namelijk de bui al hangen: “Hieronder zit oude pijn verstopt” en het doet wat het kan om je daarvoor te behoeden. Maar je kunt met je lichaam, je onderbewuste, praten. Je kunt het vragen om bewustzijn toe te laten, om te onthullen wat het voor je doet, en je kunt uitleggen dat je nu misschien andere keuzes wilt maken. Want nu ben je groot; je kunt jezelf opvangen, jezelf troosten, jezelf kalmeren en geruststellen. Dat kon je als kind nog niet, maar nu kun je het wel.

In plaats van je schouders op te trekken en vast te zetten kun je ze misschien ook ontspannen – en wie weet, komt er dan een huilbui los over de zware last die je op je schouders meetorst in deze wereld. In plaats van buikpijn kun je je realiseren dat er iets is in je leven dat je eigenlijk onverteerbaar vindt, heel moeilijk te verwerken. In plaats van een verkrampte onderrug kun je jezelf toestaan om te voelen hoe onzeker je bent over je positie, of hoezeer je je zorgen maakt om je kinderen of je relatie.

Hulp nodig?
Het is niet makkelijk om dit proces van jezelf worden in je eentje aan te gaan, maar gelukkig is er veel hulp voorhanden tegenwoordig. Emotioneel lichaamswerk is aan een opmars bezig, zelfs in de reguliere gezondheidszorg, omdat men steeds helderder ziet hoe belangrijk de verbinding is tussen onze emoties – vooral de emoties die er niet mogen zijn – en lichamelijke klachten. Er zijn dan ook tal van therapeuten die je in de arm kunt nemen zoals rebalancers, haptonomen, emotioneel lichaamstherapeuten enzovoort.

Rebalancing is een van de meest effectieve methoden. Het is een combinatie van veel verschillende methoden en technieken zoals o.a. Alexander techniek, Rolfing, Craniosacraal therapie en Reichiaans lichaamswerk. Rebalancing is er helemaal op gericht om je weer te leren voelen; sessie na sessie word je uitgenodigd om je aandacht te richten op je lichamelijke gewaarwordingen en wat ze zeggen over je ziel. De rebalancer is erbij om met zijn of haar aandacht het veld te versterken waarin dat makkelijker gaat. Je gaat niet naar zo’n therapeut om ‘gefixt’ te worden, maar om begeleid te worden in het zelf leren voelen. “Het gaat er niet om dat je je goed voelt,” zeggen rebalancers bijvoorbeeld, “maar dat je goed vóelt.” Want als je voelt wat er te voelen valt en daarvoor jezelf helemaal toestemming kunt geven, geholpen door de heldere en hartelijke toestemming van de therapeut, dan word je gaandeweg steeds meer vanbinnen vrij.