zondag 10 oktober 2021

Was jij als kind de steunpilaar van je ouder(s)? Dit zijn 7 vormen van parentificatie ~ Nathalie Meertens

Was jij als kind de steunpilaar van je ouder(s)? Dit zijn 7 vormen van parentificatie

Parentificatie

Nam jij vroeger thuis de zorg voor je broertjes of zusjes op je? Deed je huishoudelijke taken? Of bemiddelde je tussen je ruziënde ouders? Wanneer je als kind je ouder moet ‘dragen’, heet dat binnen de psychologie parentificatie. Het kind vervult als het ware de ouderrol en is een steunpilaar. Parentificatie ontstaat vaak wanneer ouders – bewust of onbewust – kinderen krijgen om een oude wond te helen. Het draait dan niet om het kind zelf, maar om traumasporen van de ouder. Hieronder vertellen we je waarom juist een onschuldig kind vaak wordt gekozen als ‘projectiescherm’ en beschrijven we 7 veelvoorkomende vormen van parentificatie. 

Was jij als kind de steunpilaar van je ouder(s)? Dit zijn 7 vormen van parentificatie

Parentificatie

Hoe komt het dat een kind zo geschikt is als ‘projectiescherm’ voor alle onvervulde verlangens en conflicten van beschadigde ouders? In haar boek Niemandskinderen noemt gezins- en relatietherapeute Carolien Roodvoets 3 redenen. Ten eerste lijkt een jong kind nog vrij ‘blanco’ te zijn. Het draagt natuurlijk allemaal talenten en eigenschappen in zich, maar die moeten nog tot uiting komen. Ouders die vanuit oud zeer opvoeden slaan meteen aan het projecteren en kneden; ze vertrouwen niet in de ‘kiemkracht’ van hun kinderen. Ten tweede zijn kinderen natuurlijk afhankelijk van hun ouders voor hun leven, vooral in het begin. Instinctief zal een kind zich dus aanpassen aan die ‘machtigere’ partij. En ten derde wil een kind gewoon graag voldoen aan de verwachtingen van ouders. Ze hebben een bijna onuitputtelijke bron van liefde en gulheid richting hun ouders in zich.

De cirkel doorbreken

Om deze redenen zal een kind altijd proberen om aan de uitgesproken én onuitgesproken wensen van de ouders te voldoen, hoe giftig die voor zijn of haar eigen ontwikkeling ook zijn. Helaas groeien deze kinderen vaak zelf op tot onvolwassen ouders. Ze hebben zich zo lang ongezien, ongehoord en machteloos gevoeld dat zij hun kinderen zelf weer gebruiken als projectiescherm om oude wonden te helen. Bewust of onbewust denken de ouders: nu gaat het eindelijk eens om mij draaien. Gelukkig is deze cyclus te doorbreken met therapie, zelfreflectie en heel veel zelfliefde.

7 vormen van parentificatie

Parentificatie kan talloze verschillende vormen aannemen. Hieronder hebben we 7 veelvoorkomende overgenomen uit Niemandskinderen:

1) Doe-het-zelfkind

Deze kinderen groeien vaak op in een gezin waar weinig structuur en onderling contact is. Soms zijn de ouders bijvoorbeeld verslaafd. Of ze zijn juist heel succesvol en superdruk, en willen alles hebben en doen. Het kind wordt constant bij vriendjes, kennissen of bij de opvang gedropt. Thuis neemt het kind misschien de zorg voor broertjes en zusjes op zich, doet huishoudelijke taken en moet ook nog proberen voor zichzelf te zorgen. Bij de ouders ontbreekt het aan rust en ruimte om de behoeftes van het kind waar te nemen en te vervullen.

2) Het gedresseerde kind

Hierboven las je over kinderen die min of meer aan hun lot worden overgelaten, maar het kan ook zijn dat je ‘te veel’ wordt opgevoed. ‘Gedresseerde’ kinderen leven in een keurslijf. Hun levenspad is door hun ouders uitgestippeld en vormt voor de ouders vaak een kans om misgelopen kansen alsnog te grijpen. Kansen in sport, muziek, studie, de persoonlijkheid… Er wordt van het kind verwacht dat het iemand wordt die het niet is. Als hij niet aan de moraal van de ouders voldoet, krijgt hij te horen dat het aan hem ligt. Hij kan het nooit écht goed doen.

3) Plaatsvervangende partner

Soms komen kinderen in een partnerrol terecht omdat de behoeftige ouder geen bevredigende relatie met zijn of haar partner heeft. Of omdat er geen andere partner is. Vaak gaat het hierbij om emotionele, opvoedkundige (voor broertjes en zusjes) en huishoudelijke taken die het kind moet dragen. Soms gaat het zo ver dat het kind in de partnerrol ook seksueel wordt misbruikt.

4) Kopp-kinderen en verplegers

Als een kind voor een ouder met een psychiatrische aandoening moet zorgen, noem je dat een Kopp-kind. Het kind helpt een ouder bijvoorbeeld op allerlei manieren met fobieën, paranoïde symptomen van schizofrenie, depressies of andere psychische problemen. Het kan ook zijn dat een kind een verpleger wordt voor fysiek zieke ouders. Natuurlijk kunnen ouders meestal niets aan ziekte doen en is het soms nodig dat een kind bijspringt. Zolang de ouders verantwoordelijkheid blijven nemen hoeft dit volgens Carolien Roodvoets niet schadelijk te zijn. Het wordt problematisch wanneer de hulp de draagkracht van het kind te boven gaat en er geen tijd en ruimte meer is voor zijn of haar ontwikkeling.

5) Bemiddelaars, waakhonden en koppelaars

Wanneer er sprake is van conflicten tussen ouders, willen ze soms allebei het kind aan hun zijde krijgen. Het kind komt daardoor klem te zitten, want het wil beide ouders trouw zijn. Het kan ook zijn dat het kind juist langdurig bij één kant betrokken wordt en er zo een soort coalitie ontstaat tussen een van de ouders en het kind. Als één van de ouders de ander verdenkt van iets, worden kinderen soms ook ingezet als waakhond. Het kind moet dan onderzoeken of de ene ouder bijvoorbeeld niet vreemdgaat, gokt of drinkt. Als ouders gescheiden zijn of gaan scheiden, nemen kinderen soms de rol van koppelaar aan. Ze willen er alles aan doen om hun ouders weer bij elkaar te brengen. Vooral wanneer de ouders zelf niet zeker zijn van hun beslissing en steeds een reparatiepoging doen, is de kans groot dat kinderen hierin verstrikt raken.

6) Boksbal

Sommige ouders zoeken een boksbal om hun opgekropte frustratie over het leven op los te laten. Een kind is een makkelijk doelwit: het slaat (letterlijk en figuurlijk) meestal niet terug en kinderen doen nu ook eenmaal weleens dingen die niet mogen. Soms ontstaat hier ernstige fysieke mishandeling.

7) Bliksemafleider

Er zijn kinderen die helpen op een manier die niet direct als helpen wordt gezien, vooral niet door hun eigen ouders. Vooral intelligente kinderen voelen van jongs af aan feilloos aan wanneer er spanningen zijn tussen de ouders. Deze kinderen gaan soms lastig gedrag vertonen om hun ouders af te leiden van hun eigen problemen. Denk aan weigeren te gaan slapen, brutaal zijn of agressief gedrag vertonen. Het kind weet: mijn ouders hebben nu in ieder geval mij als gemeenschappelijk probleem. Ze moeten bij elkaar blijven om mij aan te kunnen.