donderdag 11 augustus 2022

KRACHTIGE WOEDE ~ © Joakim Peper Wild Man Brotherhood



KRACHTIGE WOEDE

Woede en aanwezigheid zijn hele goede vrienden. Een man die contact durft te maken met zijn diepste woede is een krachtige man. Hij heeft zijn spirituele maskers afgezet, hij heeft zijn kalme personage gedag gezegd. Hij durft in contact te staan met alles wat er in hem beweegt. Zijn woede is geen verlies voor zijn diep doorleefde wijsheid, zijn woede voegt toe aan zijn aanwezigheid, verankerd hem krachtig in het hier en nu. Zijn woede is een diepe kracht, de kracht van de spirituele krijger. Het is het vermogen van de man om grenzen aan te geven, om zichzelf en zijn naasten in veiligheid te brengen, en zijn vermogen om op zijn eigen plek te blijven staan.

Zijn woede maakt hem aanwezig en daadkrachtig, deze krijger ziet zijn spirituele broeders verloren in hun zachtheid, niet in staat om door te dringen tot het leven. Zijn woede daarentegen penetreert diep de aarde in, daar waar de man zijn creatiekracht jaren geleden begraven heeft. Hij is niet bang om af te dalen in het diepe duister van de collectieve psyche van de man, het duister trekt hem, naar beneden, van zijn spirituele ideeën naar de levenssappen van zijn instinct.

Zijn wortels zijn diep verankerd in de aarde, een woeste storm blaast hem niet zomaar even om. De nectar van zijn diepste uitbarstingen vloeit rijkelijk door zijn stevig geaarde stam, zijn bladeren schreeuwen en bulderen in de wind. ‘Ik ben de boom’ zegt hij, en hier sta ik. Zijn moeder had graag gewild dat hij bij haar in de tuin was blijven staan, maar deze man laat zich door zijn moeder niet meer snoeien. Zijn woede duwt zijn moeder van hem af, zodat hij zijn liefde aan zijn eigen vrouw kan schenken.

Diep in zijn onderbuik ontsteekt zijn woede zijn innerlijke vuur, de vonken van dit vuur verhelderen de missie van zijn ziel, laaiend, knisperend, klaar om zijn ware stem te laten horen aan de wereld. Hij laat zijn innerlijke jongetje vrij om rond dit vuur te dansen, maar het jongetje mag ook schreeuwen, krijsen of gillen als hij daar behoefte aan heeft. De man houdt zijn jongetje stevig vast, daar waar hij zich veilig kan voelen, in de armen van een ware man. De uitbarstingen van zijn kleine jongetje zijn geen gevaar meer voor zijn spirituele personage, hij heeft de fabel van de eeuwige kalmte de rug toegekeerd. Zijn jongetje mag trillen, beven en gillen. De man durft het aan om de spontane en niet te voorspellen buien van zijn innerlijke kind toe te laten, en daarmee treedt de man het rijk van het onbekende in. Zijn onderbewustzijn verast hem iedere dag, zijn woede-uitbarstingen maken hem niet onbewust, maar spiritueel rijp en ten diepste wijs, zijn geaarde lichaam geleid deze uitbarstingen met rust en vertrouwen, terug de aarde in om daar te transformeren.

Afdalen doet hij, deze man, steeds dieper het onbekende in. De kelder in, daar waar de woede van zijn voorvaderen eeuwenlang heeft liggen wachten op hem. Deze man weet, dat zijn woede nog niet is uitgeraasd. ‘Welkom woede’ zegt hij, stroom maar door me heen. En elke keer als hij denkt het vaste land bereikt te hebben, trekt de zee hem terug het water in, meebewegen met de golven, vertrouwen op de stroming, elke dag weer.
Zijn woede is diep helend, het is het krachtige vermogen van de man om te kunnen vergeven, met ontwaakte ogen bekijkt hij het verleden dat door hem heen beweegt. De beelden die hem dagelijks komen bezoeken, hij verwelkomt ze, verzorgt ze, welkom beelden van een ver verleden, beweeg maar door me heen. Het vermogen van de man om aanwezig te blijven bij zijn innerlijke stormen maakt hem dapper, en de kalmte die de man ervaart na zo’n woeste innerlijke storm is er één van een duurzaam materiaal. Recyclen doet deze man, het langzaam recyclen van zijn verleden, met geduld en overgave, en een diep vertrouwen in zijn hart.

De diep doorleefde woede van een aanwezige man maakt hem niet gewelddadig of agressief. Zijn woede is zuiver, deze man durft diep te voelen, en diep in zijn lichaam arriveert hij telkens weer bij de werkelijke bron van zijn pijn. Mocht hij per ongeluk een keer zijn woede op zijn vrouw hebben afreageert, herkend hij dit meteen, en met een open hart zal hij haar om vergeving vragen. Hij is zich bewust van het heilige doel van zijn relatie en zal haar bedanken voor het wakker maken van dat wat wilde ontwaken.

Op hetzelfde moment laat deze wakkere man zich niet meer manipuleren. Zijn vrouw en zijn moeder zullen hem vertellen dat hij zich moet schamen, en het jongetje in hem zal nog heviger beginnen te beven. ‘Je bent net je vader’, zal zijn moeder hem zeggen. ‘Wat zullen de buren van je denken’, schreeuwt zijn vrouw hem toe. Maar deze aanwezige krijger laat zich niet meer manipuleren, zijn jongetje mag beven, zijn woede mag knisperen en bewegen, maar schamen zal hij zich niet. Niet meer, nooit meer. Hij zal blijven staan, midden in zijn woede, en hoe hard zijn vrouw hem ook uit zal maken voor een wilde gek, ‘hier sta ik’ zegt hij, ‘en dit is mijn plek’.

Blijven staan in zijn aller diepste schaamte en daar contact maken met de levenskracht die zich midden in zijn woede bevindt. Zijn woede, zijn innerlijke schat. Zijn vermogen om door te dringen tot het leven, zijn stem te bevrijden en in beweging te komen. Het vermogen van de man om zijn filosofie de aarde in te penetreren. Van mooie woorden naar ware daadkracht, van een spirituele volgeling naar krachtig leiderschap. Van een zachte man naar een hele man, krachtig en tegelijkertijd ook zacht, woedend maar tegelijkertijd ook diep vergevend. Deze man heeft een levensmissie, en een diep besef dat voor het ontwaken van zijn ware krachten, hij door zijn woede zal moeten bewegen.

© Joakim Peper
Wild Man Brotherhood