Ze zat achterin en ze zeiden dat ze verlegen was.
Ze leidde van voren en ze haatten haar trots.
Ze vroegen haar advies en trokken toen haar leiding in twijfel.
Ze verbrandde haar met veel geluid, toen was men geschokt door haar stilzwijgen.
Toen ze geen ambitie had, zei men dat ze triest was.
Dus vertelde ze hen haar dromen, en ze zeiden dat ze gek was
Ze zeiden dat ze zouden luisteren, maar bedekten toen hun oren.
En men gaf haar een knuffel terwijl ze lachten om haar angsten.
Ze luisterde naar alles, denkend dat alles wat ze zeiden over haar wel waar zou zijn
Ze probeerde zo goed mogelijk om aan alle eisen van anderen tegemoet te komen.
❥ Maar op een dag vroeg ze wat het beste voor haarzelf was.
In plaats van te proberen alle anderen te behagen.
Dus ze liep naar het bos en stond bij de bomen.
Ze hoorde de wind fluisteren en danste met de bladeren.
Ze sprak tot de wilg, de iep en de pijnboom.
En ze vertelde hun wat haar al die tijd was verteld.
Ze vertelde de bomen dat ze voelde dat ze nooit genoeg was.
Ze was ofwel te klein of veel te veel.
Te luid of te stil.
Te trots of te zwak.
Te wijs of te dwaas.
Te brutaal of te zachtmoedig.
❥ Toen vond ze een kleine open plek omringd door sparren, en ze stopte...
En ze hoorde wat de bomen tegen haar zeiden.
En ze zat daar urenlang en wilde niet meer vertrekken.
Want het bos zei niets...
Het liet haar gewoon ADEMEN...
Rani Savitri