Ongeveer een kwart van de bevolking heeft er last van: bindingsangst. Bindingsangst is lastig om aan te pakken omdat de mensen die er zelf aan lijden, meestal niet in de gaten hebben dat ze dit hebben. Het patroon is meestal vroeg in de jeugd ontstaan en zó eigen geworden dat het lijkt alsof het je karakter is: zo ben ik nu eenmaal. The fish will be the last to discover the water.
Symptomen van bindingsangst zijn:
- Geen langdurige relaties kunnen hebben.
- In conflictsituaties met je partner trek je je terug of versteen je.
- Je irriteren aan de aandacht die je partner vraagt.
- De verliefdheid leuker vinden dan samen de diepte in gaan.
- Je bent zeer kritisch waardoor er altijd wel iets mis lijkt te zijn met de dating partners.
- Het is moeilijk om je gevoelens te tonen, zelfs als je seksueel intiem met iemand bent.
- Je brengt liever tijd alleen door of met je vrienden dan met je partner.
- Door je eigen grote onafhankelijkheidsdrang beschouw je de ander al snel als te afhankelijk. Dit maakt dat je nog meer afstand gaat creëeren.
- Je twijfelt veel over de relatie en kijkt mogelijk nog om je heen of er iemand beter bij je past.
- Je gaat vreemd.
- Gevoelens van beklemming, benauwing of gevangen zitten zijn alleen op te lossen door de relatie te verbreken en alleen verder te gaan.
Bindingsangst is een verkapte manier om met angst voor afwijzing om te gaan. “Ik wijs jou af láng voordat je mij überhaupt kunt afwijzen” is in wezen wat dit beschermingsmechanisme doet. Het is echter zo’n effectieve bescherming geweest dat het behoorlijk lastig is om te herkennen: je gelooft namelijk écht dat de getriggerde gevoelens van beklemming en benauwing aan de ander liggen. Er is iets mis met die persoon of relatie, dus waarom zou je erbij blijven? Je twijfelt een tijdje tot er misschien nieuwe hoop aan een andere horizon gloort of dat de benauwdheid zó hoog oploopt dat je niet anders kunt dan de relatie verbreken om weer wat lucht te krijgen. Zo blijft het beschermingspatroon in stand en hoef je niet naar de onderliggende angst te kijken die eigenlijk je relaties saboteert.
Bindingsangst (angst voor afwijzing) heeft zijn oorsprong meestal in een onveilige hechting in de vroege jeugd. In dit geval was er de impliciete of expliciete boodschap dat emoties niet welkom waren en emotionele afstand gepast.
Gevoelens en behoeften werden onderdrukt of ontkent en dit is hoe het kind leerde relateren. Misschien niet fijn, maar wel vertrouwd en de enige manier om toch verbinding aan te gaan. Vaak leggen de ouders van kinderen met dit patroon de nadruk op zelfstandigheid en flink zijn. Kracht en al vroeg zonder hulp en troost op eigen benen kunnen staan wordt beloond. Kwetsbaarheid wordt genegeerd, vernederd of zelfs bestraft ('ga maar naar je kamer, anders geef ik je wat om te janken').
Het komt ook voor dat plotseling verlies van een ouder of onverwachts verlaten worden door een partner het patroon van bindingsangst creëert. Ook de langdurige afwezigheid van ouder(s) of als een kindje lang opgenomen werd in bijvoorbeeld een ziekenhuis of naar een kostschool moest maakt dat er bindingsangst kan zijn ontstaan.
De eerste stap naar het transformeren van saboterende patronen is het herkennen en erkennen ervan. 'Je ziet het pas als je het door hebt' aldus Cruijff. Vaak is dat pas nadat je een sleepspoor van gebroken harten achter je gaten hebt; inclusief dat van jezelf. Zodra je het herkent, kun je leren aanwezig te blijven als het spannend wordt. Doorademen en opmerken wat er in jezelf gebeurt in plaats van weg te lopen als het lastig wordt in een relatie.
De tweede stap is leren communiceren wat er in je leeft. Als je de symptomen en lastige gevoelens van bindingsangst herkent (zoals de neiging om weg te lopen of te verstenen), kun je jouw behoeften leren uiten, zoals de behoefte aan ruimte, time-out of als je als je al wat stappen verder bent: om te uiten wat er écht in je leeft.
Het wordt een stuk makkelijker wanneer je beseft dat het niet jij versus de ander is, maar jij en de ander versus je ‘probleem’ oftewel de bindingsangst. Als je iemand gevonden hebt die je in het begin heel leuk vond en ineens steekt jouw bindingssaboteur de kop op, dan is het fijn als hij of zij daarvan weet. De ander voelt normaliter toch wel of je emotioneel afhaakt of verstoppertje speelt, dus eerlijk delen over jouw moeilijke gevoelens geeft lucht. Dat klinkt misschien als een onmogelijke opgave, maar met de juiste partner zorgt dit voor de ruimte die je nodig hebt om op een fijne manier tot elkaar te komen om uiteindelijk de liefde te voelen en ervaren die je zo nodig hebt.
Het écht doorvoelen van de bindingsangst is een hele belangrijke stap. Deze gevoelens zijn vaak zo ongemakkelijk dat we er voor weglopen of de ander wegduwen. Door er echt bij stil te staan en met volle aandacht naar de plekken in je lichaam te gaan waar de gevoelens van benauwing of beklemming zich manifesteren, maakt dat er een ontlading kan komen. Misschien in de vorm van verdriet of boosheid.
Dit geeft opluchting zonder dat je ergens voor weg hoeft te lopen. Zo ontwikkel je nieuwe neurologische paden waardoor de triggers steeds minder heftig worden. Bovendien maakt het de weg vrij voor heling van de onderliggende pijn: verlating. Je hebt je ooit moeten pantseren omdat er geen oog voor jouw kwetsbaarheid was, waardoor je keihard moest worden. Onder die hardheid ligt een diep gevoel eenzaamheid. Daarom trek je ook partners aan die juist wél heel emotioneel zijn, wat in het begin fijn is, maar als het te dichtbij komt, te veel wordt. Je kunt dit als een gouden kans zien om juist met die partner dit patroon te doorbreken en samen te helen van jouw diepste verwonding.
Dat ontmantelen van jouw beschermingsmechanisme en helen van je kernverwonding noemen wij: The Real Love Commitment.
Onbekende auteur.