maandag 7 december 2020

Het Wonder - hoofdstuk 9 SPIRITUALITEIT EN RELIGIE / Door Chris van Benthem

 Het Wonder - hoofdstuk 9

Door Chris van Benthem 

9. SPIRITUALITEIT EN RELIGIE

De religies die de wereld op dit moment kent, zijn ontstaan door de komst naar de Aarde van een boodschapper of profeet van God. Deze profeten hebben meestal als doel gehad om de mensheid tot inkeer te brengen en terug te voeren naar de spirituele Oerbron of Schepper. Zij waren een levend voorbeeld voor de manier waarop mensen met elkaar zouden moeten omgaan.

Enkele van deze profeten waren Jezus, Boeddha, Lao Tse, Krishna en Mozes. Zij hebben boodschappen van licht en liefde achtergelaten op Aarde. Hun uitspraken zijn vastgesteld op schrift nadat ze vele jaren lang mondeling werden doorverteld.

Toen instituten (kerken) het gedachtegoed van deze spirituele boodschappers gingen claimen als hun eigendom, werden er al inhoudelijke keuzen gemaakt over wat er wel of niet in deze heilige boeken kwam te staan. Kerken hadden over het algemeen belang bij geschriften die hun positie versterkten.

Geschriften over innerlijke processen die de mens oproepen om te luisteren naar zijn Ziel, om zodoende de eigen spirituele herkomst te ervaren waren niet in het belang van de geestelijke machthebbers. Deze innerlijke weg, genaamd gnosis, maakte van mensen onafhankelijke waarheidszoekers

Gnostiek

De gnostiek is een vroegchristelijke spirituele stroming uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Kernthema van de gnostiek is dat de mens vergeten is wie hij in werkelijkheid is. Jezus speelt in de gnostische teksten een geheel andere rol dan in het traditionele, kerkelijke christendom. Hij is geen wonderdoende profeet, maar een boodschapper die de mens komt oproepen 'zichzelf te herinneren'.
De gnostiek hecht geen waarde aan enig geloof. Tegenover het geloof stelt de gnostiek de gnosis. Gnosis is het Griekse woord voor kennis, en betekent hier kennis van de ware aard van de mens, die tegelijkertijd ook kennis is van de aard van de werkelijkheid. Gnosis als zelfkennis is ook kennis van 'het Al'. 

De gnostiek als christelijke stroming dient te worden onderscheiden van het traditionele, kerkelijke christendom zoals dat bij het concilie van Nicea in 325 na Christus werd geïnstitutionaliseerd. Volgens de verzoeningsleer, die bij dat concilie werd uitgeroepen tot de enige zaligmakende waarheid van het Christendom, zou Jezus de eniggeboren zoon van God zijn, zelf ook God, die met zijn lijden boet voor de zonden van de mensheid. Niets daarvan treft men aan in de gnostische teksten. Vanaf het concilie van Nicea werd de gnostiek door de kerk van Rome met steun van de Romeinse keizers fel bestreden.

De kerken hadden meer belang bij boodschappen die de mensen aan hen konden binden. Daarom voegden zij aan de heilige boeken allerlei regels en voorschriften toe voor hun gelovigen. In de Bijbel is zo de informatie over reïncarnatie verwijderd en heeft de kerk het celibaat, als voorschrift voor geestelijken ingesteld. Ook de rol van de vrouw is door de meeste kerken in de schaduw van de man geplaatst.

Dieptepunten in de geschiedenis van dit religieuze machtsmisbruik zijn er volop te noemen bijvoorbeeld de inquisitie geleid vanuit Rome tegen de protestantse ketters of het Moslim fundamentalisme in deze tijd dat oproept tot het doden van alle ‘niet-gelovigen’.

Gelovigen die de oorspronkelijke leer trouw bleven en kozen voor de innerlijke weg, die nu zo massaal voor ons open ligt, werden vervolgd en gedood. Denk maar aan het lot van de Katharen.

Katharen 

Het Katharisme is niet te beschouwen als een stroming, maar als een gnostische religie. In het gnosticisme was er geen plaats voor de Kerk als plaatsvervanger voor God op Aarde. Integendeel: een ieder droeg de "spirituele vonk" in zichzelf en had de plicht om anderen daarvan op de hoogte te brengen. Ook het lijden van Christus aan het kruis en het kruis zelf werd door de Katharen niet gevolgd. Daarmee werd de centrale machtspositie van de Kerk in de samenleving door de Katharen op het spel gezet.

De Kerk beschouwde dit zowel als een aanval op de na te streven eenheid, en als een bedreiging voor haar overheersende positie in de christelijke godsdienst. Daarom was de vervolging door de Rooms-katholieke Kerk ook zo fel: er werden kruistochten georganiseerd met de opzet om deze godsdienst uit te roeien, en toen dat met geweld niet lukte werd speciaal voor de vervolging van de Katharen de kerkelijke inquisitie opgericht en geïnstitutionaliseerd. Deze inquisitie heeft meer dan honderd jaar lang in Occitanië (Zuid Frankrijk, Catalonië) onderzoeken, verhoren en martelingen uitgevoerd waaraan de vervolgden stierven, langdurig de gevangenis in gingen of gebrandmerkt werden door het dragen van een geel insigne. In 1243 was de burcht, Château de Montségur, de laatste belangrijkste vesting van de Katharen. Het kruisvaarderleger belegerde de burcht, maar aanvankelijk zonder veel succes. Katapulten konden niet gebruikt worden wegens de grote hoogte, waarop de vesting stond. Dit veranderde toen een groepje soldaten er op een nacht in slaagden een nabij gelegen toren in te nemen, zodat de kruisvaarders vanaf ongeveer dezelfde hoogte de burcht konden bestoken. Op 16 maart 1244 gaven de Katharen en hun verdedigers zich over. Bij hun overgave kregen de Katharen en verdedigers de keuze tussen zich te bekeren tot het officiële Christendom of de brandstapel. Tussen de 200 en 225 Katharen die zich in Montségur bevonden, kozen vrijwillig voor de brandstapel. Ter nagedachtenis van hen werd een monument opgericht aan de voet van de berg. Door de vernietiging van de laatste Katharen werd een opkomende gnostische religie onschadelijk gemaakt door Rome.

Deze rol van de kerkelijke instituten om hun gelovigen te manipuleren werd door Jezus in de gnostische geschriften beschreven:.

Jezus zei daarover tegen de Farizeeërs:

Wee, u wetgeleerden, want gij
hebt de sleutel der kennis (innerlijke weg)
weggenomen, zelf zijt gij niet binnengegaan
en hen, die trachten binnen te gaan,
hebt gij tegengehouden.


Nag Hammadi en Qumran In deze tijd vinden er wonderbaarlijke openbaringen plaats. Een teken aan de wand voor de veranderde tijden is de vondst van de Nag Hammadi-geschriften in de woestijn van Egypte in 1945 en de Dodezeerollen bij Qumran in 1947. De Nag Hammadigeschriften bestaan uit vroeg-christelijke teksten die in het jaar 325 tijdens het concilie van Nicea door de kerk tot ketterse geschriften werden verklaard. De evangeliën volgens Marcus, Mattheus, Lucas en Johannes waren 'goddelijk'. Tientallen andere (soms oudere) evangeliën, waaronder het Evangelie volgens Thomas en het Evangelie volgens Maria Magdalena, moesten in opdracht van de kerk vernietigd worden omdat de inhoud niet overeen kwam met de leer zoals de toenmalige kerkleiders die wilden uitdragen.


Deze oude boekenrollen (zie foto), geschreven in de tijd van Jezus, verhalen wel degelijk over de innerlijke weg die de mens kan gaan om het contact met de Geestelijke Wereld te herstellen. Gnostische geschriften zoals het Evangelie van Maria Magdalena, het Geheime boek van Johannes, het Gesprek met de Verlosser en het Thomas-evangelie beschrijven een inwijdingsweg in de oude mysteriën van het geloof.

Uit: Het evangelie van Thomas: “Zijn leerlingen zeiden tegen hem: ‘Wanneer zal het Koninkrijk komen?’ Jezus zei: ‘Het komt niet door het te verwachten. Zij zullen niet zeggen; zie hier of zie daar. Maar het Koninkrijk van de Vader is verspreid over de Aarde en de mensen zien het niet.”
Een andere gnostische tekst: “Als een parel in de modder wordt gegooid daalt haar waarde niet. En haar waarde stijgt niet als ze met balsemolie ingesmeerd wordt; in de ogen van de eigenaar behoudt zij haar waarde. Zo is het ook met de kinderen van God; waar ze ook terechtkomen; in de ogen van de Vader behouden ze steeds hun waarde.”

Maria Magdalena Uit diverse gnostische teksten blijkt ook dat Maria Magdalena een volledig andere rol heeft vervuld dan de hoer die de kerkvaders van haar probeerden te maken. Historicus Jacob Slavenburg, medevertaler van de Nag Hammadigeschriften, gaat er net als zeer veel andere bijbelgeleerden van uit dat Jezus gewoon getrouwd was met Maria Magdalena: "Maria Magdalena was geen hoer die door Jezus in genade was aangenomen. In werkelijkheid was ze Jezus' geliefde vrouw. In de eerste eeuwen stond Maria Magdalena bekend als de Apostola apostolorum, de apostel boven de apostelen." 

Jacob Slavenburg schreef een boek over de 'Valsheid in geschrifte' waaraan de eerste pausen zich schuldig maakten. Veel oude geschriften en evangeliën zijn in opdracht van de kerk vernietigd, omdat de inhoud de eerste pausen niet aanstond. Ook zijn er nogal wat tekstwijzigingen doorgevoerd in de teksten die nu samen het Nieuwe Testament vormen. Maria Magdalena is zodoende bijna uit de Bijbel geschreven. Uit de Nag Hammadi geschriften blijkt dat Maria Magdalena veel belangrijker was dan de kerk ons voorspiegelt. Zij was ,volgens de gnostische geschriften, geen hoer die door Jezus bekeerd werd. Maria Magdalena stond op geestelijk vlak naast Jezus. Uit de Nag Hammadigeschriften blijkt dat Maria Magdalena geen vragen stelde zoals de apostelen deden, maar dat zij vragen van de apostelen juist beantwoordde: Ze was volgens de tekst 'Gesprek met de Verlosser' in de Nag Hammadi geschriften "de vrouw die het Al kende", en volgens het 'Evangelie volgens Fillipus' "de vrouw die het licht zag toen alle andere leerlingen nog in het duister tastten". De kerkvaders zagen niets in een kerkleer waarin vrouwen (zoals Maria Magdalena) een belangrijke rol speelden. Dus weg met alle evangeliën die vrouwen met kerkelijke aspiraties op ideeën kon brengen.

Veel kloosters verbrandden braaf de verboden evangeliën, zoals de kerk hen had opgedragen. Een klooster in Egypte verstopte alle verboden evangeliën in een kruik onder de grond, waar ze pas in 1945 werden gevonden door een boer. Anders dan het Nieuwe Testament, bevatten de Nag Hammadi geschriften wel aanwijzingen voor een huwelijk tussen Maria Magdalena en Jezus. Zo staat in het 'Evangelie volgens Fillipus': ‘Drie vrouwen trokken altijd met de Heer op. Zijn moeder, zijn zuster en Maria Magdalena, die zijn metgezellin werd genoemd. Jezus hield op een andere wijze van haar dan van de andere leerlingen en hij kuste haar vaak."

Over wat er met Maria Magdalena gebeurde na de dood van Jezus is weinig bekend. Er wordt beweerd dat zij stierf in Efeze, in de omgeving van Johannes de Evangelist. Er is ook een theorie die ervan uitgaat dat Maria Magdalena ,samen met dochter Sarah, vluchtte naar Frankrijk. In Zuid Frankrijk gaat het verhaal dat Maria Magdalena samen met enkele vrouwen en haar dochtertje is geland bij Saintes Maries de la Mer, de plek waar ieder jaar duizenden zigeuners, Roma, naar toe trekken om Sarah te aanbidden. Van daaruit is ze verder Zuid Frankrijk ingetrokken. In heel Zuidelijk Frankrijk zijn Maria Magdalena kerken. Haar relikwieën zijn bewaard in de basiliek van Vézelay, waar in de crypte , dag en nacht, gebeden wordt door gelovigen.

Nieuwe openbaringen

Ook de huidige openbaringen, die ons bereiken via gechannelde boodschappen, zijn net als de vroegere gnostische geschriften gebaseerd op deze innerlijke geloofsweg. Gechannelde berichten komen tot mensen door dromen, ingevingen en visioenen. Deze berichten worden door veel kerken afgedaan als gevaarlijke occulte experimenten. Maar veel Bijbelteksten geschreven in de tijd van Jezus, zijn ook gebaseerd op dezelfde bronnen en worden dagelijks geciteerd. In werkelijkheid bedreigen gechannelde boodschappen over nieuwe openbaringen de machtspositie van de kerkelijke instituten.

De meeste religies (kerken) staan voor een moeilijke keuze. Hun machtspositie wordt door het afbrokkelende kerkbezoek en de voortdurende stroom van schandalen ondermijnd. Veel mensen ervaren spiritualiteit niet alleen in de kerk maar ook in het werken met medemensen of in het leven in de natuur. De kerk als richtinggevend element in het leven van veel mensen is verdwenen.

In feite is deze mondiale ontkerkelijking, in vooral de westerse wereld, nodig om mensen hun eigen spiritualiteit te laten terug vinden. Zou het in deze tijd niet zo kunnen zijn dat de uiterlijke kerk moet worden afgebroken om de innerlijke kerk te kunnen bouwen. Deze innerlijke kerk zal dan gebaseerd zijn op een nieuw Christusbewustzijn, waaraan in deze tijd zoveel behoefte bestaat.

Neale Donald Walsch zegt in het boek ‘De nieuwe openbaringen’ het volgende:

“De moderne religie heeft de kans gehad om deze illusie, van afgescheidenheid van God,
te doorbreken en jullie naar de waarheid te leiden. De moderne religie heeft er echter voor gekozen vast te houden aan de leringen uit de premoderne tijd, om dogma’s van honderden en duizenden jaren her te handhaven. En aldus heeft de moderne georganiseerde religie de moderne mens in de steek gelaten. Als jullie stoutmoedig zijn, als jullie heel erg dapper zijn, zullen jullie je religieuze ervaring laten versterken door een Nieuwe Spiritualiteit. Deze spiritualiteit verwerpt niet acuut jullie traditionele religieuze leringen, maar borduurt erop voort en past alleen die leringen aan, waarvan ook jullie vinden dat ze niet langer van toepassing zijn of functioneren.’


Wordt vervolgd