Daarom doen we niets meer zelf. Het kost vaak moeite om energie te stoppen in iets dat makkelijk te koop is en zelden stoppen we energie in het zelf ‘doen’ van iets. Zelf maken bedoel ik.
Alles is kant en klaar in de winkel te koop en vaak ook nog goedkoper dan wanneer je het zelf doet. Wie bakt er nog zijn eigen brood, of koekjes? Wie maakt nog zijn eigen pasta, of pastasaus?
Als iemand praat over de kachel aansteken, dan hebben we het over het draaien aan een thermostaat. We hebben allemaal een C.V. en bij koffie zetten denkt niemand meer aan het malen van bonen en opzetten van water. Gewoon een pad, of een cupje in een apparaat schuiven klaar. Koffie malen doet niemand meer zelf en warm water voor de afwas komt gewoon uit de kraan. Water koken voor de afwas, of de koffie, doet niemand meer. Koffiemelk is poeder geworden, net als sausjes, kruiden en puree en alles zit in doosjes of zakjes en zelfs ons ‘verse’ eten zit in vershoud-verpakkingen met een beschermende atmosfeer. De rest zit in potten, blikjes en cellofaan en allemaal bedrukt met reclame.
Op alles staat een leugen, of een halve waarheid. Gezondheid zit niet in een pakje, voldoening niet in een zakje en vrijheid past niet in een doosje. Vermaak, sport en spel, heet tegenwoordig entertainment en zit in onze T.V, die ons en-passant ook nog de rampen en het nieuws over de wereld voorschotelt. Allemaal verpakt in het perspectief van de aanbieder die, net als de reclame, hele andere dingen verkoopt dan de verpakking suggereert. We zijn die voorverpakte wereld gaan zien als werkelijkheid. Alles zit ergens in, of komt ergens uit, maar heeft niets meer te maken met de werkelijkheid. Is dat vooruitgang, is dat onze evolutie, of juist onze teloorgang? Misschien allebei, maar een C.V. heeft geen kachelruitjes, waar je vlammen ziet en een waterkoker klinkt anders dan een zingende ketel. Techniek heeft de essentie uit ons leven weggehaald. Alles waar we vroeger mee verbonden waren is, door onze techniek, weggevallen. Huizen worden, net als auto’s, ‘geprefabriceerd’. Ze worden niet meer gebouwd, maar geassembleerd uit pasklare onderdelen en zijn allemaal hetzelfde. Franse, Italiaanse, of Japanse auto’s worden, net als brood, koekjes en pizza’s, met machines gemaakt. Ook groente wordt computergestuurd geplant, bewaterd, bemest en geoogst.
Er komt geen mensenhand meer aan te pas die ergens moeite instopt, of het ‘begeesterd’ met zijn intentie.
Alles komt uit levenloze machines die intentie-loos produceren. De mens schiep machines en machines produceerden onze ‘welvaart’. Een machine kan niet scheppen, maar produceert. De waarde van ons leven is verloren gegaan, omdat welvaart geen schepping is, maar een product! Een product van ons intellect en dat heeft ons tot zielloze verbruikers gemaakt. Dat is héél wat anders dan een gebruiker.
Een verbruiker is iemand die boos wordt als er iets is uitverkocht en daardoor gedwongen wordt een andere oplossing te zoeken. Iemand die vindt dat zijn valuta hem ‘recht’ geven op van alles en dat recht dwingt hij af van anderen, zonder aanziens des persoons. Hij wil het hebben, hij betaalt er toch voor? Daarna komt hij boos thuis, draait de thermostaat op 20, stopt een pad in de Senseo, pakt een maaltijd uit de vriezer en zet de t.v. en de magnetron aan. Is dit ‘welvaart’, of teloorgang? Mensen stellen zich niet eens de vraag, waarom ze ontevreden zijn. Ze ‘weten’ dat het altijd aan anderen ligt. Dezelfde vragen rijzen steeds weer: Waar doe ik dit allemaal voor? Is dit alles wat er is? Onze ‘inhoudelijkheid’ is zoek en daarmee wat ons verbindt met alles om ons heen. Alles lijkt betekenisloos en hol en geen mens lijkt ‘t te begrijpen. Gemak heeft een prijs en een dure! Als alles een product is van onze welvaart en de waarde wordt bepaald door onze valuta en niet door wat het is, dan verliest alles zijn werkelijke waarde. Waarde wordt verward met hoeveelheden product en betaald met valuta. Alles blijkt te koop, kennis, aanzien, een goed gevoel en vooral entertainment.
Entertainment maakt ons soms blij, maar niet gelukkig en overvloed maakt ons onzeker over gemaakte keuzes. De onrust daarover maakt ons vatbaar voor ideologieën en om te voelen dat je ertoe doet, ga je jezelf inzetten voor iets dat verschil maakt. Je voelt je jezelf weer nuttig als je je inzet tegen iets zoals globale opwarming, milieuvervuiling, of teveel stikstof en de teloorgang van onze regenwouden en natuur.
Je doet er toe als je opkomt voor iets belangrijks, maar actie voeren heeft niets te maken met ideologie.
Wel met het opvullen van de teloorgang van waarden en zingeving in onszelf. Ergens naar streven geeft weer zin aan ons leven en inhoud aan ons bestaan. Als we ergens voor gaan staan, lijkt alles plotseling weer zin te krijgen maar, omdat ons welbevinden ervan af hangt, schieten we vaak door in ideologieën. Denk aan wat dierenbeschermers en milieuactivisten door hun, soms doorgeschoten, acties aanrichten. Maar ook de politiek kan de plank flink misslaan, als je met de ideologie om één wereld te creëren, alle mensen hetzelfde wil maken. De mens is een schepping, geen product van een ideologie. Als je mensen wil gaan ‘produceren’ met een ideologie kom je vroeger of later in conflict met iets basaal: je kan niet ‘iets’ maken van iets dat vrij is om alles te worden.
Peter Sattva