Iedere dag sterven we wel een beetje aan het leven. De ene keer doet dat nauwelijks pijn; een andere keer is het hartverscheurend. Maar wat is sterven eigenlijk?
Het is het afleggen, het los laten van een tijdelijke vorm die ons gediend heeft op onze weg naar bewustwording.
Ik gebruik bewust niet het woord dood. Aan het woord dood hangen vele misvormde betekenissen en enorm zware ladingen. Voor veel mensen betekent doodgaan ‘het einde’ waarna het leven ophoudt.
❥ Maar dat doet het niet; het leven neemt een andere vorm aan.
Rondom sterven hebben we zelf veel in de hand, denken we. Maar dat is een menselijke vergissing! Ieder proces rondom sterven, geboorte of herboren worden staat onder een hogere regie. Deze regie houdt wel rekening met onze vrije wil, maar zij volgt het heilige (= helende) plan van onze ziel. Onze persoonlijkheid heeft gedurende vele honderden levens het zicht verloren op dat heilige plan.
Tijdens het incarnatieproces, bij het indalen in de aardse sferen, kreeg onze persoonlijkheid altijd weer een ‘jas van karma’ aan. Dat wil zeggen; eenmaal in het lichaam gedaald pakte je de draad voor dit leven weer op waar je hem in vorige levens had achtergelaten. Dit is voor veel mensen nog steeds een onbewust proces, dat echter wel in gang wordt gezet door het verlangen naar ontwaken en het willen doorbreken van de sluiers tussen de hogere en de aardse dimensies.
Hoe meer bewustzijn je in vorige levens hebt kunnen ontwikkelen, des te meer licht en hogere frequenties je kon gaan dragen. Dat maakte dat jouw ‘jas van karma’ steeds minder magnetisch werd voor zwaardere velden, waarin je jezelf nog een speelbal voelde van dualiteit en van sterfprocessen die met pijn en angst gepaard gingen.
De Opstanding
Het proces van opstanding heeft hier direct mee te maken. Bijna allemaal kennen we de mythe van de opstanding van Yeshua. Is hij werkelijk ‘door de dood’ heen gegaan, om vervolgens in een Lichtlichaam te verschijnen aan Maria Magdalena?
Hoe het precies gegaan is, zullen we hier onder de sluiers met z’n allen niet helder krijgen. Zelfs niet wanneer we alle meningen en overtuigingen naast elkaar leggen van iedereen die innerlijk voelt dat hij of zij ‘het weet’. Zo lang onze persoonlijkheid nog niet volledig verlicht is zal er altijd nog een sluier tussen ons en de ‘absolute waarheid’ in blijven zitten.
Maar laat dat nou ook niet het belangrijkste zijn van dit hele Opstandingsverhaal! Natuurlijk willen jij en ik ergens wel weten hoe het nou precies gegaan is. Maar stel dat we dat vannacht te horen zouden krijgen; zou ons dat van binnen blijvend een ander mens maken? We zouden nog steeds onze eigen Weg te gaan hebben, vanaf het punt van bewustwording waar we op dit moment zijn.
Bovendien: zo gauw we ‘het’ zouden weten, zou onze persoonlijkheid daar meteen weer wat mee gaan doen. Ook al wil je dat vanuit hogere delen misschien niet, het gebeurt toch. Want al onze ego-delen willen van die sterfprocessen af! We zoeken allemaal naar kortere wegen naar verlossing, met minder lijden, angst, zorgen en verlies. Het ontstijgen van de aardse, emotioneel en mentaal zwaarbeladen velden gaat alleen lukken vanuit een hoger bewustzijn en een diepe overgave aan Goddelijke Leiding.
Het kleine sterven
Wanneer je lekker in je vel zit, lijkt sterven niet zo aan de orde. Maar toch is sterven een volledig natuurlijk proces dat deel uitmaakt van het leven. Zoals er in het begin van dit artikel staat: we sterven iedere dag wel een beetje. En dat vinden we gewoon.
We staan er niet bij stil dat het sterven is. Maar iedereen die bezig is met bewustwordingsprocessen zal herkennen hoe je steeds door cycli heengaat van ergens tegen vechten of ergens bij weg willen. De aanleiding komt uit een gewond of afgescheiden deel van jezelf, dat die karmische jas nog aanheeft.
De pijn zit ‘m in de afwezigheid van Liefde. Door het proces in te duiken kom je uiteindelijk bij overgave terecht, waardoor de Liefdeskracht alsnog binnen kan komen, en jij het oude gewonde deel in jezelf kunt laten helen. Er sterft een oud beeld, een oud patroon, een oude overtuiging, en er komt meer ruimte voor het indalen van jouw Goddelijkheid.
Dit is het kleine sterven, en dit is voor het ego al lastig genoeg om zich aan over te geven. Voor ons uiteindelijke sterven, aan het einde van de reis in ons huidige lichaam, zijn velen van ons nog als de dood. Laten we hier, in deze verwarrende en chaotische tijd, en dan juist aan het einde van de Paasdagen, het Licht op gaan zetten.
Scheppen of vernietigen
De goddelijke scheppingskrachten brengen ons van nature met iedere inademing vernieuwing. Vanuit onze eigen vrije wil hebben we veel van deze scheppingskrachten misbruikt, waardoor goddelijke vernieuwing omgezet werd in menselijke vernietiging. Hoe kan dat? Waarom hebben we dat gedaan?
Kijk eens naar je jezelf en naar je eigen leven. Kijk dan vooral naar die delen waarin er vanuit jouw persoonlijkheid bekeken nog iets ontbreekt, zoals liefde, geluk, vertrouwen, vreugde, overvloed, gezondheid, talent, zingeving etc. Het komt er op neer dat daar waar het Goddelijke niet meer zichtbaar aanwezig is, wij gaan twijfelen aan onze Goddelijke afkomst, aan Goddelijke leiding en aan de verbinding met de hogere delen van onszelf.
Dan gaat de persoonlijkheid automatisch het stuur van ons leven overpakken, en daar ‘ontsporen’ we, want daar laten we de hogere leiding los. Alles wat we dan zullen gaan scheppen zal niet in overeenstemming zijn met de Goddelijke potentie die we in ons DNA dragen. In het ergste geval gaan we, om de pijn en de angst maar niet meer te hoeven voelen, vernietigen.
Wat neem je tot je - het sterfelijke of het onsterfelijke?
Alles in de schepping is gebaseerd op een natuurlijk proces van uitdijen en weer inkrimpen, eb en vloed, in- en uitademing. Laten we even kijken hoe dat heel persoonlijk in jouw leven gaat.
Tijdens de inademing ontvang je. Hoe bewuster je wordt, des te bewuster je gaat bepalen wat je wel of niet tot je wil nemen.
Dit kun je doortrekken in je dagelijks gedrag. Wat trek je naar binnen, wat neem je in? Vanuit de driedimensionale buitenwereld is er een overvloed aan onzinnige dingen die je tot je kunt nemen. Alles is mogelijk; je kunt allerlei vormen van eten en drinken tot je nemen, van informatie en kennis, van gedachten en beelden, van woorden en energieën van anderen.
Vanuit de hogere dimensies zullen er heel andere energieën tot je willen komen. Deze liggen echter niet zo zichtbaar voor het grijpen, en zijn voor het ego dat zijn leegtes wil invullen moeilijker op waarde te schatten. Sterker nog; deze verfijndere energieën komen pas tot je wanneer jij in een diepere inkeer en overgave gaat, die je los zullen koppelen van de driedimensionale velden.
Maar uiteindelijk bepaal jij wat je wel of niet in jezelf toe laat. Door jouw keuzes zal jouw leven zich hetzij met nog meer 3D en dualiteit gaan vullen, hetzij met hogere waarden die blijvend zijn. In het eerste geval zul je steeds weer met tijdelijke vormen te maken krijgen, en zal wat je naar je toe hebt getrokken ook steeds weer moeten sterven, omdat het alleen jouw tijdelijke zelf dient, en niet jouw onsterfelijke Zelf.
❥ Kort gezegd: als je eenmaal de verbinding met de Goddelijke Aanwezigheid in jezelf begint te ervaren zul je je steeds meer gaan richten op het eeuwige Goddelijke in de schepping, in plaats van het tijdelijke aardse. Dan ga je bewuster kiezen wat je tot je neemt: dit wel, en dat niet. Alleen dat wat jou werkelijk kan voeden en vervullen zul je willen inademen. Dat wat jou naar lagere velden van bewustzijn trekt zul je steeds meer gaan mijden.
Midden in het proces van loslaten
Indien je op wilt klimmen in bewustzijn, zul je bij de uitademing een draai gaan maken. Niet jij gaat dan manifesteren, maar je maakt ruimte om God en Godin te laten manifesteren door jouw heen. Let go and let God.
Uitademen is een proces van overgave, van los laten. Maar ook van toepassen van wat je bij de inademing ontvangen hebt. Als je iets negatiefs hebt ingeademd, naar binnen hebt getrokken, of vastgepakt (bv een oordeel over jezelf), dan heb je alsnog de kans om dit om te buigen naar iets positiefs.
We hebben bergen vol negativiteit ingeademd. Onze persoonlijkheid zit vol met oude lasten van die karmische jassen, met zelftwijfels, zwaarte en een diep gemis van onvoorwaardelijke Liefde. Wat we het meeste missen is nog het minst tastbaar, hoorbaar en zichtbaar vanuit onze aardse zintuigen; het Goddelijke in onszelf.
Ook jij bent een weg naar bewustwording opgegaan vanuit dat ene, schrijnende verlangen om bij het Goddelijke in jezelf te komen. Waar we nu met velen midden in zitten is dat we massaal beginnen te ontdekken wat onze verbinding met het Goddelijke nog blokkeert. De buitenwereld is daar slechts een spiegel van; zij is niet de oorzaak. Er valt geen schuldige buiten onszelf aan te wijzen. We hebben zelf de reis ondernomen en onderweg heel veel ‘tijdelijke zoethoudertjes en troost’ ingeladen, wat nu allemaal uitgeladen en achtergelaten wil worden.
Tijdens het uitladen zul je steeds weer een soort kramp-moment krijgen van ‘los willen laten’. Het ego wil vasthouden wat hij op eigen krachten heeft verzameld om te kunnen overleven. Maar onze ziel wil los laten, vrij laten wat ons bij het Goddelijke vandaan heeft gehouden. De confrontatie met jezelf die tijdens dit kramp- moment optreedt; daar gaat het om. Ieder keer opnieuw is dit een cruciaal moment waarin jij de leiding van jouw leven weer terug kunt leggen in goddelijke handen.
Het is het moment van niet-weten, van ‘niet mijn wil, maar Uw Wil geschiede’.
Het zijn de woorden die Yeshua uiteindelijk bij de allerlaatste fase hebben gebracht van het op Aarde kunnen belichamen van zijn Goddelijkheid, waarna hij kon zeggen: “Het is volbracht”.
Overal (met name in de kerkelijke geschriften) lezen we over de aanwezigheid van zijn Vader in de Hemel. Maar hier ontbreekt nog iets essentieels; iets dat we ons speciaal in deze tijd heel bewust mogen worden.
De liefde van de Goddelijke Moeder
Tijdens een nacht werd ik verrast door een verschijning van een Godin, die half boven me zweefde. Ze leek op een Griekse Godin. Ik was niet bezig met de Griekse oudheid en begreep dus met mijn hoofd ook niet waarom dit beeld nu kwam.
Vervolgens zag ik een grote, wit marmeren Tempel achter haar opdoemen uit een mist. Ik herkende die niet uit dit leven, maar ik hoorde ‘Ephesus’. Toen ik vroeg wie deze Godin was hoorde ik dat ze bij de ‘Tempel van de Gouden Troon’ hoorde. En nadat ik had gevraagd om meer uitleg, waarom ik nu deze beelden en woorden kreeg, hoorde ik ‘Maria’.
Het heeft tot en met gisteren geduurd voordat ik helder had wat dit te betekenen had. Opeens werd me duidelijk dat het om de Tempel van Artemis in Efeze ging. In dit leven heb ik Selçuk en Efeze in Turkije wel bezocht, maar de ruïne van de Tempel van Artemis niet. Wel had ik een wegwijzer gezien naar die plek. Ook al trok die me wel; ik was toen onderweg naar het huisje van Moeder Maria net buiten Efeze en liet de Tempelruïne onbezocht achter me.
Een nacht daarna kreeg ik een groter beeld van deze Tempel. Het was een kolossaal gebouw, met reuzenhoge zuilen van wit marmer, bekleed en versierd met lichtblauwe en gouden symbolen. Het was het toppunt van goddelijke schoonheid, zuiverheid en van verering van de Heilige Moedergodin.
De Tempel van Artemis behoort bij de Zeven Wereldwonderen volgens de Grieken. Net als het beeld van de Godin van de Vruchtbaarheid zelf, die met een wonderbaarlijke hoeveelheid eieren op haar boezem getooid is, heeft de Tempel vele vormen en maten gehad. In de 4e eeuw voor Christus heeft ze deze indrukwekkende, 55 bij 115 meter grote vorm aangenomen.
Archeologische sporen leiden terug tot de 10e eeuw voor Christus; hoogstwaarschijnlijk is zij gebouwd op heilige grond waarop tijdens Atlantis een Tempel van de Heilige Moeder heeft gestaan.
Vandaar dat ook Maria’s naam genoemd werd. Moeder Maria is niet ‘zo maar’ met Johannes de Evangelist naar Efeze gereisd na de kruisiging, om stilletjes te verdwijnen in een huisje op een berg. Yeshua heeft niet ‘zo maar’ tegen Johannes gezegd: “Zoon, zie daar uw Moeder” (en tegen Maria: “Moeder, zie daar uw Zoon”).
Zowel de Godin Artemis als Moeder Maria waren de belichaming van het Goddelijke Vrouwelijke op Aarde. De kans is groot dat Moeder Maria energetisch niet alleen de leiding had over het Carmel, de Esseense Inwijdings- en Mysterieschool in Jeruzalem, maar later ook van grote betekenis is geweest voor de Tempel van Artemis in Selçuk bij Efeze.
Hoe prachtig is het, dat een deel van de oudste stenen van de vernietigde tempel gebruikt is voor de Basiliek van Johannes. En dat er nog een deel van de overgebleven marmeren pilaren verwerkt is in de Hagia Sophia in Istanbul. Zij dragen nog steeds die diep openbarende en helende energie van het pure, Goddelijke Vrouwelijke…
In deze woorden ‘Zoon, die daar uw Moeder” ligt een Waarheid en een verlossing die we allemaal in ons leven beginnen toe te laten. Op de Weg naar de Goddelijke Aanwezigheid in onszelf hebben we niet alleen de kracht, de kennis en de hogere Wil van een Goddelijke Vader in onze rug nodig, maar ook de Liefde, de wijsheid en het vertrouwen van een Goddelijke Moeder in ons hart.
Zij die zegt: “Toe maar, laat maar los, ik ben bij je. Voel maar, het is okay, geef het maar aan mij, je hebt het lang genoeg gedragen.” Vanuit haar verbinding met de Goddelijke Bron kan, en zal alles getransformeerd worden wat jij nog los te laten hebt van wat je tijdelijk vastgepakt hebt.
Wat er sterven wil zal sterven, om in een andere vorm herboren te kunnen worden. Dat wat rijp is om innerlijk op te staan, zal door goddelijke krachten gedragen worden. Als een Licht dat van innerlijke, Goddelijke Aanwezigheid getuigt zal het door je heen gaan stralen.
Mieke Vulink
www.miekevulink.nl