Een aantal ondernemers die actief zijn in de horeca, entertainment en e-commerce kan zich niet vinden in het huidig PCR-testbeleid. Ze hebben een rechtszaak aangespannen tegen de Nederlandse staat, om het Covid-19-beleid, dat grotendeels is gebaseerd op de PCR-test, op te heffen. Volgens hen ontbreken valide argumenten om het huidige beleid voort te zetten. Wel zijn er tal van zwaarwegende redenen om het beleid te staken.
Virus blijkt veel minder dodelijk
De ondernemers worden aangeduid als Yip cs. en worden bijgestaan door Open Legal Advocaten. Ze stellen dat, nu we inmiddels ruim een jaar verder zijn, er voortschrijdend inzicht zou moeten zijn over de Covid-19-maatregelen. Ook stellen ze dat het coronabeleid volstrekt niet meer in verhouding staat tot het aanvankelijk nagestreefde doel om het virus effectief te bestrijden.
Het sterftecijfer blijkt inmiddels veel lager te zijn dan men in eerste instantie had aangenomen en is om en nabij 0,15%. Voor personen jonger dan 35 jaar bedraagt de zogeheten ‘IFR’ (infection fatality rate) 0,005%. Inmiddels blijkt dat 99,9% van de bevolking het SARSCoV-2 virus heeft overleefd. Zowel in 2020 als in 2021 is er zelfs sprake van flinke ondersterfte, in vergelijking met cijfers van 2019. Om die reden zou SARSCoV-2 geen zogeheten A-status moeten hebben.
Geen chronisch tekort aan ic-bedden
Het landelijk aantal ic-bedden kan eenvoudig van 1.150 tot 2.000 worden opgeschaald voor patiënten die zijn besmet met Covid-19. Te midden van de eerste Covid-19 golf bedroeg het landelijk aantal bezette ic-bedden op het hoogtepunt 1.424. In de periode november 2020 tot april 2021 bleef het aantal bezette ic-bedden schommelen tussen 500 en 800. Vanaf mei 2020 tot heden is het landelijke aantal niet eens in de buurt gekomen van de ondergrens van 1.150 bedden.
Er is nimmer sprake geweest van werkelijke capaciteitsdruk op de ic-afdelingen. De overheid liet bovendien het afgelopen jaar diverse oplossingen (zoals het ziekenhuisschip, inclusief medisch personeel en extra noodhospitalen) om de ic-capaciteit op te schalen links liggen.
Maatregelen zijn disproportioneel en ineffectief
De aanklagers stellen dat de Covid-19 maatregelen ter bestrijding van het virus in alle opzichten onnodig en disproportioneel zijn. Uit cijfers blijkt dat de lockdown nauwelijks tot geen effect heeft gehad. Zowel de avondklok als het sluiten van de horeca, heeft geen enkel bewezen effect gehad. Het “Covid-19 beleid van de overheid is al geruime tijd volstrekt niet meer geloofwaardig.” Bovendien zijn de standpunten van de overheid en deskundigen direct in strijd met het te voeren beleid.
Tegenstrijdigheden
Standpunten overheid en deskundigen | Overheidsbeleid |
“Het gros van de besmettingen vindt binnenshuis plaats. De buitenlucht versterkt daarentegen het immuunsysteem.” | Invoering van een maatschappij brede lockdown en thuisquarantaine. |
“Het aantal besmettingen in de horeca is minimaal.” | Volledige sluiting van de horeca, inclusief de terrassen buiten. |
“Kinderen zijn geen dragers van het virus. Het risico dat kinderen het virus overdragen is dan ook vrijwel nihil.” | Invoering van maatschappij brede preventieve tests van kinderen op scholen. |
“De Covid-19 vaccins bieden geen bescherming tegen de overdracht van het virus. Ook is niet bekend of zij werkelijk bescherming bieden tegen ziekte en overlijden, temeer als het om varianten van het virus gaat.” | Maatschappij brede introductie van sterk gepropageerde Covid-19 vaccins als enige manier om het virus in te dammen. |
Commerciële belangen achter invoering van vaccins en testbeleid
De getroffen overheidsmaatregelen hebben niets meer van doen met de bescherming van de publieke gezondheid. Er zijn commerciële belangen, zoals het creëren van een afzetmarkt voor (snel)tests en vaccins. Dit gaat om miljoenen zo niet miljarden euro’s. De aanklagers claimen dat deze commerciële belangen de overhand hebben gekregen. “Nu stelt de overheid dat men streeft naar het uitvoeren van minimaal 650.000 tests per dag (!) om te komen tot een ‘gezonde samenleving’.”
PCR- en zelftesten zijn gevaarlijk
Terwijl de overheid aanstuurt op een testsamenleving ter ‘bescherming’ van de volksgezondheid, blijken de testen zelf een reëel gezondheidsrisico te vormen. De (zelf)tests testmaterialen bevatten giftige stoffen, waaronder Ethyleenoxide en Octyl-/Nonylfenol Ethoxylaat. Ethyleenoxide is kankerverwekkend, tast het menselijk immuunsysteem aan en kan leiden tot onvruchtbaarheid. “Desondanks heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in maart 2020 (zonder aanbesteding) een megaorder van 46,5 miljoen van deze zelftests bij Roche ingekocht, onder meer ter distributie aan het onderwijs.”
De zogenaamde ‘gouden standaard’
Testresultaten creëren een vals beeld over besmettingen, besmettelijkheid en aantal zieken, en zijn medisch-wetenschappelijk gebaseerd op drijfzand. Desondanks worden de PCR-testkits en het bijbehorende testprotocol binnen Europa beschouwd als ‘de gouden standaard’ voor het detecteren van het Covid-19 virus.
De Duitse viroloog Christian Drosten ontwikkelde het testprotocol voor de PCR-test, zoals vastgelegd in de Corman-Drosten paper, maar hij is bepaald niet onomstreden. Hij deed in het verleden onjuiste voorspellingen omtrent eerdere ‘virusuitbraken’, hetgeen toen ook al leidde tot onnodige angst onder de bevolking. Dit was destijds aanleiding voor de inkoop van vaccins tegen de Mexicaanse griep. Deze massaal ingekochte vaccins bleken niet alleen onnodig te zijn, maar leverden ook gezondheidsschade op door een groot aantal ernstige bijwerkingen.
Belangenverstrengeling en handel met voorkennis
De Duitse wetenschapper Olfert Landt is mede-auteur van de Corman-Drosten paper, waarvan de aanklagers vermoeden dat het gaat om “een succesvol en gezamenlijk ‘business model’, dat gebaseerd is op de ontwikkeling en verkoop van PCR-tests bij (vermeende) grootschalige virusuitbraken.” De heer Landt is eigenaar van het bedrijf TIB Molbiol Syntheselabor GmbH en heeft in het verleden miljoenen euro’s verdiend aan de geproduceerde en verkochte PCR-testkits. Deze verkoop vond al plaats “voordat überhaupt de goedkeuring en officiële publicatie van de Corman-Drosten paper door Eurosurveillance had plaatsgevonden.” Dit is een teken van ‘handel met voorkennis’.
Onbetrouwbaarheid PCR-test
Dr. Pieter Borger, moleculair bioloog en PCR-deskundige, uitte felle kritiek op de PCR-test en testprotocollen. De huidige PCR-test is aantoonbaar niet gebaseerd op een echt virus dat is geïsoleerd uit een patiënt, of op een grondig onderzocht klinisch beeld. Het ‘virus’ dat met de test aangetoond zou worden is een theoretisch computermodel van de benodigde genetische code, dat in 48 uur na berichten uit Wuhan tot stand kwam.
Borger twijfelt of het Corman-Drosten paper wel volgens de wetenschappelijke standaard peer reviewed is, omdat het erop lijkt dat het goedkeuringsproces niet zorgvuldig is gevolgd, om zodoende de PCR-test versneld goedgekeurd te krijgen. Ook is er twijfel over de onafhankelijkheid en mogelijke belangenverstrengeling, aangezien de heer Christian Drosten destijds zelf (!) deel uitmaakte van de redactieraad van Eurosurveillance, de organisatie die het Corman-Drosten paper zou goedkeuren.
Retraction paper
Vanwege de grote twijfel over de betrouwbaarheid van de PCR-test en het testprotocol hebben meerdere vooraanstaande academici en wetenschappers — inclusief Pieter Borger zelf en Michael Yeadon, voormalig Chief of Science van het farmaceutisch bedrijf Pfizer — bij Eurosurveillance een zogenaamde Retraction paperingediend.
Zij stelden vast dat de inhoud van de Corman-Drosten paper — en derhalve het onderliggend PCR-testprotocol waar ons landelijk testbeleid op gebaseerd is — maar liefst tien (!) wezenlijke gebreken kent, waarvan enkele gebreken zelfs ernstig zijn te noemen. Dit betreffen essentiële gebreken die door maar liefst 22 gereputeerde internationale academici en wetenschappers gezamenlijk zijn vastgesteld.
“Hoe dan ook geldt dat de geheimzinnige houding van Eurosurveillance, in combinatie met haar zwakke inhoudelijke reactie op de Retraction paper, enkel maar meer wantrouwen creëert ten aanzien van de Corman-Drosten paper. In lijn hiermee geldt hetzelfde ten aanzien van het PCR-testbeleid dat in Nederland wordt gehanteerd en dat volledig hierop is gebaseerd.”
De PCR-test is geen diagnostisch instrument
De wijze waarop de PCR-test momenteel binnen Nederland en daarbuiten in de praktijk wordt toegepast is volstrekt ongeschikt is om succesvol Covid-19 bij mensen vast te stellen. De PCR-test geeft zowel vals positieve als vals negatieve uitslagen en is daarmee onbetrouwbaar. Op basis van enkel een positieve PCR-testuitslag kan men niet vaststellen of de betreffende geteste persoon ook daadwerkelijk klinisch geïnfecteerd, besmettelijk, of ziek is, dan wel ziek zal gaan worden. “Volgens de heer Ortiz Buijsse leidt de PCR-test slechts bij hooguit 1 tot 2% van alle geteste personen tot een positief testresultaat. Op zich is het reeds opmerkelijk te noemen dat alle doorgevoerde Covid-19 maatregelen louter op een dergelijk klein percentage zijn gestoeld.”
Overheid weigert beleid bij te stellen
Ondanks dat de infection fatality rate (IFR) vanaf april 2020 tot de nullijn was gezakt bleef het aantal PCR-testresultaten stijgen. Dit kwam onder andere doordat de PCR-testmethode aanzienlijk was vereenvoudigd, uiteraard met als direct gevolg een hoger aantal positieve PCR-testresultaten onder de bevolking. Volgens de heer Borger is het wetenschappelijk onverantwoord en onjuist, om op basis van de gebruikte PCR-test te stellen dat het aantal positieve PCR-testresultaten in het najaar van 2020 ten opzichte van de periode daarvoor zou zijn toegenomen. Desondanks is dit wel hetgeen de overheid de Nederlandse burgers via de media stelselmatig heeft voorgehouden, om haar Covid-19 maatregelen te kunnen handhaven en zelfs te versterken.
“Elke keer als de maatregelen wellicht versoepeld konden worden, waren de regels bij ons al aangepast en de voorwaarden waaronder mensen getest mochten worden minder streng gemaakt. Ik wist dus elke keer van tevoren al dat maatregelen niet versoepeld gingen worden. Als er meer getest wordt, gaan de cijfers immers niet omlaag.”
YOURI BATEMA, MEDEWERKER VAN DE GGD
Conclusie: PCR-testresultaten zijn geen basis voor de Covid-19 maatregelen
Manipulatie om aantal ‘besmettingen’ op te schroeven
Op basis van het aangepaste testprotocol lijkt het erop dat het de overheid er enkel om te doen is zoveel mogelijk positieve PCR-testresultaten te verkrijgen. Dat blijkt ook uit verklaringen van klokkenluiders bij de Buiten Parlementaire Onderzoekscommissie. Bijvoorbeeld de getuigenis van Youri Batema, die voorheen als telefonist bij de GGD werkzaam is geweest. Hij vertelde dat de GGD werd aangespoord om de overheid te voorzien van zoveel mogelijk positieve PCR-testresultaten, dit om de door haar beoogde Covid-19 maatregelen te kunnen onderbouwen.
“Het is immers inmiddels zo dat hele schoolklassen getest moeten worden als één kind besmet is. Vaak moeten ze in quarantaine tot er sprake is van een negatieve test. Die moeders willen gewoon dat hun kinderen weer naar school kunnen. Ik vertel deze moeders wel dat testen niet verplicht is, maar zij geven aan dat hun kinderen al een jaar aan onderwijs hebben gemist. Ik hoor neerslachtigheid als ik met deze mensen praat. Ik vind de huidige situatie zo ernstig dat ik de risico’s van het breken van mijn geheimhoudingsverklaring op de koop toe neem.”
YOURI BATEMA, MEDEWERKER VAN DE GGD
Direct staken testbeleid en misleidende communicatie
Degenen die de rechtszaak inzake de PCR-test aanspannen, hebben de overheid eerder gesommeerd haar PCR-testbeleid ter detectie van Covid-19 per direct te staken, of ten minste altijd samen te gebruiken met klinisch onderzoek door een arts. Ook hebben ze de overheid gesommeerd haar huidige misleidende communicatie ten aanzien van de ‘besmettingscijfers’ te wijzigen, zodat de Nederlandse burgers een eerlijk beeld zouden krijgen en niet onnodig angstig worden gemaakt.
PCR-test onterecht als gouden standaard gepresenteerd
Het Ministerie reageerde slechts met een korte brief zonder onderbouwing en de inmiddels vaak gehoorde dooddoener, dat de PCR-test wereldwijd als de ‘gouden standaard’ voor de detectie van Covid-19 wordt beschouwd. In een recent artikel over de PCR-test, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet, wordt uit de doeken gedaan waarom de PCR-test bij Covid-19 juist niet als de gouden standaard kan worden beschouwd.
“Zowel binnen de medische wetenschap en de rechtspraak als in andere Europese landen is overduidelijk een tendens zichtbaar, die erop duidt dat de PCR-testmethode juist niet als gouden standaard bij Covid-19 kan en mag worden beschouwd. Toch blijft de Nederlandse overheid het huidige testbeleid op basis van de PCR-test, klaarblijkelijk zonder enig valide argument, halsstarrig handhaven. Sterker nog, zij heeft haar huidige Covid-19 beleid volledig hierop gebaseerd.”
Overheid weigert beleid aan te passen
Aangezien de overheid steeds weer in gebreke blijft om de kritiek op de PCR-test en het daaraan gerelateerde beleid te weerleggen, worden de door de overheid getroffen Covid-19 maatregelen onterecht gehandhaafd. Te denken valt aan het nodeloos in quarantaine plaatsen van burgers, het gesloten houden van de horeca en andere etablissementen en het dragen van mondkapjes in publieke ruimtes. Hiernaast spendeert de overheid nodeloos omvangrijke publieke middelen aan een massaal testbeleid, dat aantoonbaar gestoeld is op drijfzand. Naast de aanklagers hebben alle Nederlandse burgers recht en belang dat hierin op de kortst mogelijke termijn duidelijkheid over ontstaat.
Om de overheid nu te dwingen haar huidig PCR-testbeleid te staken, hebben de aanklagers een rechtszaak aangespannen. Ook om ervoor te zorgen dat de Nederlandse burgers hun grondwettelijk verworven rechten en vrijheden terugkrijgen.
Het verzoekschrift is op 26 mei 2021 opgesteld door advocaat Mr. N.J.P Vanaken en de volledige versie is hier te lezen.
Ella Ster* | bron: ellaster.nl