zaterdag 10 januari 2015

EEN KORT VERHAALTJE OVER VRIJHEID

“een ervaring van 2 schapen die hun kudde verlaten hebben en die hun eerste stappen zetten in … Niemandsland?”


Bè: “Hallo Vrijheid!”
Bò: “ja hè, vind ik ook! Nu mogen we lekker doen wat we zelf willen!”

Bè: “Weet je wat zo gek is?”
Bò: “Nou?”



Bè: “Toen ik nog deel uitmaakte van de kudde wilde ik niets liever dan vrij zijn, onder het juk   vandaan komen zodat ik mijn eigen beslissingen zou kunnen nemen en mijn eigen weg zou kunnen gaan...”
Bò: “Nou daar zijn we nu...en wat is er zo gek dan?”
Bè: “Ik probeer te bedenken wat ik wil maar ik weet het niet zo goed...
Er is altijd voor me gedacht en beslist...waar en hoe lang we ergens gingen grazen, dat het tijd was om onze jasjes af te staan omdat het anders te heet zou worden, dat we als het koud was
een warm onderkomen hadden...enzovoorts...”
Bò: “ja en ook dat we onze melk moesten afstaan als we kinderen hadden gekregen, en vervolgens
      onze kinderen ook nog werden afgenomen...
Bè: “:-(“
Bò: “Nu kunnen we het zelf uitmaken, we zijn op pad en bekijken stap voor stap wat er op onze
weg komt en dan weten we vanzelf wat we willen. Dat voel je. Als we honger hebben, eten we...Als we moe zijn, zoeken we een plekje om te slapen. We voelen wat we nodig hebben en dat doen we dan. Das toch simpel?!”
Bè: 'O ja, dat klinkt goed.”


En vol vertrouwen vervolgen ze hun weg. Het wordt schemerig, de avond dient zich aan. De 2 schapen lopen door een bos.

Bè: “Pffff ik ben moe....ik wil slapen.”
Bò: “ja nog ff hoor, ik heb nog niet echt een goed plekje gezien, jij wel?”
Bè: “Nee, moeilijk hoor zelf beslissen. We zijn ook maar met zijn tweeen, wat als er een wolf     rondloopt in dit bos?”
Bò: (snuift verontwaardigd) “hier zitten geen wolven!”
Bè:  “Ja maar... de boer zei altijd dat we bij elkaar moesten blijven en liet de honden ons bewaken         omdat de wolf ons zou komen pakken.”
Bò: “Dat zei hij maar omdat we bang waren van de wolf zodat we dan beter naar 'm luisterden en
hij ons makkelijker kon besturen. En ook al hebben we nooit van ons leven een wolf gezien, de wolf zit in het DNA van ieder schaap als zijnde levensgevaar. Ze zeggen niet voor niets: angst is een slechte leermeester! Als je bang bent heb je weinig oren naar nieuw en wil je vooral veilig zijn.”
Bè: “O ja … dat is ook zo...dat was ik weer vergeten.”
Bò: “Hee! kijk....daar! Bij dat groepje bomen, daar in het midden is een kuil waar we lekker warm tegen elkaar aan kunnen liggen.”
Bè: “gelukkig zeg, ik kan geen stap meer zetten. Vermoeiend ook hoor, die vrijheid!”
Bò: “Ja, maar je leeft tenminste! We zijn op avontuur....voel je het leven door je heen bruisen?”
Bè: “Hmmm hmmmm zzzzz (slaapt al bijna) ...truste....zzzzzzzz!”
Bò: “Haha zie je wel dat je weet wat je wilt?! ;-)”

De volgende ochtend worden de schapen wakker met het ochtendgloren en ze rekken zich eerst eens even lekker uit.

Bè: “Goeiemorgen! Lekker geslapen!”
Bò: “Als een schaap hahaha! En jij?”
Bè: “Ook zo. Hmmmm! Zullen we een grasveldje gaan zoeken? Ik heb honger!”
Bò: “Goed idee!”

En samen begeven ze zich weer op hun nieuwe weg...nadat ze ergens een onbewaakt grasveldje hebben gevonden en hun honger hebben gestild vinden ze een rustig plekje om even te rusten en de maaltijd te laten verteren.

Bè: “Het is wel stil hè, die vrijheid....waarom komen we niemand tegen?”
Bò: “Tja geen idee hoor, misschien omdat de meesten nog in kuddes leven?”
Bè: “Maar er zijn er vast wel meer zoals wij? Die het zat zijn en hun eigen weg gaan?”
Bò: “Ja, dat denk ik wel. Maar het is geen gemakkelijke weg zoals je weet en velen blijven
liever gevangen en zogenaamd veilig dan dat ze zelf iets ondernemen om hun leven vorm te geven. Het doet soms ook pijn. Wij hebben toch onze schaapfamilie achter moeten laten?
Bè: (kijkt triest) “ja!”
Bò: “We komen  heus wel anderen tegen zoals wij hoor, heb vertrouwen dat het gebeurt dan gebeurt    het ook!”

Plotseling valt er een lange tak vlak voor Bè neer en vanuit het niets duiken er twee spelende kinderen bovenop. Ze botsen met het schaap en het valt neer.

Bè: “au au (kreunt) mijn voorpoot  au au! Nu kan ik niet meer lopen....dag vrijheid!”
Jongen: “Huh, wat doen die schapen hier nou? Zijn die verdwaald of zo?”
Meisje: “Ach wat klets je nou...kijk deze heeft zich bezeerd! Geef me je flesje water eens, dan kan         ik haar poot schoonspoelen.”

Het meisje legt vervolgens haar hand op de poot en langzaam voelt Bè de pijn uit zijn poot wegtrekken.

Meisje: “Zo, nu gaat het wel weer hè? Goeie reis nog hè schaapjes! Doehoei!”

En weg rennen ze weer. Beduusd kijken Bè en Bò de kinderen na.

Bè: “Ik wist niet dat dit soort dingen bestaan!”
Bò: “Ik wel en dat is nou juist waarom we deze weg willen gaan....zodat het de kans heeft óm te          gebeuren! Maar ik ben zo verbaasd dat het me toch verraste!” (hij trekt er een grimas bij)
Bè: “hahahahaha”
Bò: “waarom lach je nou?”
Bè: “Nooit geweten dat je zo schaapachtig kon kijken!”
Bò: “Ja duh! Ik bèn toch een schaap?!”
Bè: “O ja, dat is ook zo! Hahahahaha...”

En ze moeten allebei lachen...ze hebben zo'n lol dat ze over elkaar heen rollen van de pret. Helemaal in hun element na deze lachbui gaan ze weer op weg...op weg door en naar Alles!