Een kind dat op aarde wordt geboren, wordt geacht zich aan te passen en te leren luisteren.
Zeker tot voor kort was het zo dat zelfstandig denken en eigen initiatief niet aangemoedigd werden. Een kind leerde dat anders zijn slecht is en onderdrukt moet worden.
Wij in het westen zijn natuurlijk wat bevoorrecht, er is hier verandering, zowel in de opvoeding als in het onderwijs.
Maar in de meeste landen is de samenleving nog steeds heel hiërarchisch georganiseerd. De wil van de baas is wet en een eigen mening wordt niet op prijs gesteld.
Met andere woorden als kind leer je dat je geen autoriteit over je eigen leven hebt: je moet je aanpassen, anderen weten het beter dan jij. Anderen hebben de autoriteit over jouw leven. Anderen weten beter wat goed voor jou is.
Het geloof in autoriteiten buiten je
Het geloof in autoriteiten buiten je zit heel diep in een mens, het gaat veel verder dan blindelings luisteren naar de baas. Wat omvat dit allemaal? In principe drie dingen:
1) Het geloof in eigen domheid
Op school worden we volgepompt met kennis. Daardoor gaan we geloven dat kennis iets is van buitenaf: de leraar weet alles beter. Dit hebben we als volwassene verinnerlijkt. Een advocaat kent onze rechten beter dan wijzelf, een arts kent ons lichaam beter dan wijzelf, de psycholoog begrijpt onze psyche beter dan wijzelf. Enzovoorts. Wij gaan dan heel makkelijk geloven dat wijzelf niets weten en dat anderen beter over ons leven kunnen beslissen, beter kunnen bepalen wat goed voor ons is dan wijzelf. We geloven in onze eigen domheid en dus lijkt het juist verstandig om naar anderen te luisteren.
2) Het geloof in je eigen slechtheid
`De mens is onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad`, schreef Calvijn. Eeuwenlang heeft de kerk ons wijsgemaakt dat de mens slecht en zondig is. Dit zit er diep in. Nog steeds vinden we het heel ongepast om onszelf als goed te zien. We geloven dat we vol fouten zitten en daar moeten we aan werken, hard aan werken. Werken aan jezelf is het motto van deze tijd.
En dus hebben we anderen nodig, mensen die geloven dat ze verder op het pad zijn dan wij, meer verlicht, beter en af; spirituele goeroes die beloven van ons een beter mens te zullen maken. We moeten dan alleen wel naar hen luisteren en precies doen wat zij zeggen. Doen we dat niet, dan wijken we af van het pad en zullen nooit beter worden.
3) Het geloof in machteloosheid
Het geloof in de eigen machteloosheid neemt allerlei vormen aan. Het kan het geloof zijn in een almachtige strenge god. Je moet je perse aan zijn regeltjes houden anders ben je slecht en word je gestraft. Het kan ook zijn dat je gelooft dat je leven onderworpen is aan blinde natuurwetten of de willekeur van het toeval. Of je voelt je gewoon totaal machteloos tegenover de wil van je baas, of de medemens in het algemeen. Je bent dan bang dat je, zodra je afwijkend gedrag vertoont, ze boos op jou zullen worden.
Dus: als we geloven dat we machteloos zijn, moeten we ons aanpassen en mogen we geen beslissingen nemen over ons eigen leven, want dat wordt afgestraft door machten buiten ons. We geven dan de autoriteit over ons leven volledig uit handen.
Leren geloven in je eigen autoriteit
Hoe leer je nu weer te geloven, weer te vertrouwen op je eigen autoriteit?
Een aantal tips. Laten we de drie punten een langs lopen.
1) Ga weer vertrouwen op je eigen wijsheid
Natuurlijk zijn er veel mensen die verstand hebben van dingen waar jij geen verstand van hebt. Dat betekent nog niet dat je dom bent. Denk eens aan jezelf en besef dit: alleen jij ervaart jezelf van binnenuit. Het stukje van het universum dat je ik noemt is alleen voor jou. Alleen jij hebt toegang tot je jeugdherinneringen, alleen jij weet wat goed voelt voor jou, wat je werkelijk fijn vindt. Alleen jij kunt je diepste verlangens ontdekken; en je grootste angsten. Alleen jij weet hoe jij de wereld ziet, alleen jij weet hoe jij jezelf ervaart, alleen jij hebt toegang tot jouw unieke levensgevoel, jouw zijn. Kortom jij hebt de verantwoordelijkheid gekregen voor dat kleine stukje van het universum dat je ‘ik’ noemt. Neem die verantwoordelijkheid.
Dat betekent niet dat je domweg alles wat anderen over jou zeggen moet verwerpen. Luisteren naar je eigen autoriteit is iets heel anders dan je afzetten tegen anderen. Het is goed om de kennis van anderen te respecteren, echter het is niet goed om die ander vanwege zijn kennis zeggenschap te geven over jouw leven.
Stel, je komt bij een arts met bepaalde lichamelijke klachten. De arts geeft een diagnose en stelt vervolgens een behandeltraject voor. Je eigen autoriteit op je nemen betekent niet dat je nee zegt tegen alles wat die arts te vertellen heeft. Wel dat je het rustig in overweging neemt, toetst aan je eigen kennis en ervaring en zelf beslist wat je doet: akkoord gaan met de behandeling van de arts of niet. Misschien heb je het gevoel dat de diagnose van de arts goed is, maar dat hij in zijn benadering van het probleem te mechanisch is: je klacht beschouwt als een mankement aan je lichaam dat gerepareerd moet worden. Jij kunt het gevoel hebben dat jouw lichaam jou iets probeert te vertellen. En dat jij als je je werkelijk openstelt voor die boodschap en iets aan je leven verandert, de behandeling niet nodig is. Vertrouw jezelf dan, jij kent je lichaam beter dan wie ook.
Besef ook dit: angst is een slechte raadgever. Wellicht luister je toch naar de arts omdat je bang bent, je vertrouwt jezelf niet. En wie weet, ga je dan toch een behandeling aan die helemaal niet nodig is.
Luisteren naar je angst is ook je eigen autoriteit uit handen geven. Ik kende eens iemand die veel kiespijn had, maar uit angst niet naar de tandarts ging. Iedereen raadde hem natuurlijk aan om wel naar de tandarts te gaan. Hij zei toen tegen mij: als ik niet naar de tandarts wil dan hoef ik toch niet te gaan, andere mensen kunnen dat voor mij toch niet bepalen? Met andere woorden, hij zag het als een conflict tussen zijn eigen autoriteit en de wil van anderen. Zo was het natuurlijk niet. Zijn angsten speelde de baas over hem, hij had zijn eigen autoriteit afgestaan aan zijn angsten. Zie daarom altijd eerlijk je angsten onder ogen en vraag je af of wat jij je eigen autoriteit noemt eigenlijk niet de stem van je angst is.
2) Ga weer geloven en je eigen goedheid
Werken aan jezelf is populair. In het reguliere circuit moet je werken aan een carrière, in het alternatieve circuit moet je werken aan jezelf. Werken zit er bij ons kennelijk diep in.
Waarom eigenlijk?
Het antwoord is waarschijnlijk dat je denkt dat je niet goed bent zoals je bent. Is die gedachte wel juist?
Denk eens aan een zaadje. Ieder zaadje is helemaal goed zoals het is, volmaakt in zichzelf. Het zaadje denkt niet: ik ben niet goed want ik ben geen volgroeide plant. Nee, alles wat leeft is goed zoals het is en groeit en verandert. Groei en verandering zijn vanzelfsprekend en natuurlijk. Het feit dat we steeds weer zullen groeien en veranderen betekent niet dat er nu iets mis met ons is. Zolang je niet alles bent, zolang je niet de Ene bent zul je groeien en veranderen.
Als je denkt dat je slecht bent, ga je dingen in jezelf veroordelen en onderdrukken. Laat dat los. Een zaadje kan niet groeien als het dingen in zichzelf gaat onderdrukken. Stel je eens voor dat het zaadje gaat denken: ok, ik moet naar boven groeien, naar het licht, dus die wortels die naar beneden willen gaat zijn helemaal fout, daar moet ik iets tegen doen. Zo’n zaadje zal nooit uitgroeien tot een mooie plant.
Toch is dit wat veel spirituele mensen doen: naar het licht toe is goed, maar de wortels die van het licht af de duisternis in willen groeien en zorgen voor de aarding, zijn fout.
Als je last heb van gevoelens die je als negatief labelt, ga die niet onderdrukken. Zie het als delen van jezelf die behoefte hebben aan liefde, en jij hebt liefde genoeg te geven, want je bent een goed mens. Laat liefde naar dat boze deel van jezelf stromen. En vraag je af: wat voor boodschap heeft dat boze deel voor mij? Misschien mag ik mezelf af en toe meer laten zien, misschien laat ik soms over mijn grenzen heen gaan. Neem die boodschap serieus.
Innerlijk maak je dan een omschakeling. Van: er is veel boosheid in mij dus ben ik een slecht mens, naar: die boosheid heeft een waardevolle boodschap voor mij.
In het eerste geval geef jij je autoriteit uit handen, in het laatste geval neem je een innerlijke boodschap serieus en ga je weer luisteren naar jezelf.
Ook hier is het grootste probleem weer angst. Wij mensen zijn angstige wezens, bang voor het onbekende, en dus houden we vast aan het bekende. Vast houden aan het bekende is je eigen groei belemmeren. We hoeven niet te werken aan onze groei; we moeten stoppen met tegenhouden. We moeten leren ingaan op de zachte uitnodigingen van het leven, we moeten leren vertrouwen op de nieuwe dingen die op ons pad komen. We moeten ons niet krampachtig vast proberen te houden aan dingen die eigenlijk al niet meer bij ons horen. Laat het oude los en verwelkom het nieuwe: zo vindt groei op een natuurlijke, vanzelfsprekende manier plaats. Een manier die niets met ‘werken’ te maken heeft.
3) Ga weer geloven in je eigen scheppingskracht
Om weer te gaan geloven in onze scheppingskracht, moeten we eerst leren ontdekken wat we werkelijk willen. Het is duidelijk dat op het niveau van onze persoonlijkheid we van alles willen wat niet gebeurt. Op dat niveau willen we immers rijk zijn, mooi zijn, de ideale baan en partner hebben, en nog meer van dat alles. Dat lukt dus nagenoeg niemand.
Als je arm bent, en vervolgens de hele dag met positief denken jezelf rijk probeert te maken, en er vervolgens niets gebeurt – allicht ga je dan ernstig twijfelen aan je scheppingskracht.
Om je eigen scheppingskracht te ontdekken moet je eerst eens naar je verleden kijken.
Stel je eens voor dat alles waarvan jij denkt dat het je overkomen is, dat je dat bewust gecreëerd hebt. De eerste reactie is dan waarschijnlijk: waarom zou ik mezelf dat in Godsnaam aandoen? Je eigen scheppingskracht ontdekken is het antwoord vinden op die vraag. Dus zoek een gebeurtenis op in je verleden waarvan je denkt: dat had ik nooit willen meemaken. En vervang die gedachte door de vraag: waarom heb ik deze omstandigheid gecreëerd, waarom heb ik hiervoor gekozen?
Door dit te doen ontdek je twee dingen:
Er is een dieper niveau in mij dan mijn aardse persoonlijkheid: en dit is het niveau waarop ik schepper ben van mijn werkelijkheid.
Deze schepper interesseert zich voor heel andere dingen dan mijn aardse persoonlijkheid: hij/zij wil van mij een innerlijk rijker en completer mens maken.
Het probleem is echter dat de aardse persoonlijkheid vaak helemaal niet mee wil gaan in dat scheppingsproces. Verandering is namelijk eng – en groei is verandering.
Het spanningsveld is dit: je persoonlijkheid wil verandering van de omgeving: een groter huis, meer geld, een andere baan, een gezonder lichaam etc. De ziel, echter, creëert omstandigheden die de persoonlijkheid doen groeien, met als doel de samensmelting tussen ziel en persoonlijkheid. Omdat de persoonlijkheid vaak niet wil veranderen, zijn hier soms ontwrichtende ervaringen voor nodig die lijnrecht indruisen tegen de wensen van de persoonlijkheid.
Echter de groei van de persoonlijkheid naar de ziel toe, of beter gezegd, de instroming van de ziel in de persoonlijkheid, creëert een toename van uitstraling, van licht. In dit licht zit onze werkelijke scheppingskracht. Dit licht schept een omgeving die in harmonie is met onze persoonlijkheid. Dit scheppingsproces is geen kwestie van de wil; we scheppen niet door te doen, we scheppen door te stralen. Geleidelijk aan wordt dit scheppen vanuit de verbinding tussen ziel en persoonlijkheid een vanzelfsprekend en natuurlijk proces.
Er zijn dus drie fasen in het scheppingsproces. In de eerste fase probeert jouw ziel je te helen. Soms door crises en tegenslagen. Als je bijvoorbeeld het mannelijke deel in jezelf onderdrukt, gaat de ziel omstandigheden creëren die jou ‘helpen’ om in contact te komen met je mannelijkheid. Je wordt bijvoorbeeld verlaten of gedwongen heel sterk voor jezelf op te komen.
Als deze fase voorbij is, begint de fase van het onbewuste scheppen: dit is scheppen door te stralen. Het leven wordt dan een aangename stroom waarin situaties en mensen op een natuurlijke en vanzelfsprekende manier op ons pad komen. Het lijkt alsof we nergens meer voor hoeven te werken.
Dan begint de fase van bewust scheppen. We worden ons dieper bewust van de grootse werkelijkheid van onze innerlijke wereld en willen een scheppende bijdrage leveren aan de manifestatie van die innerlijke werkelijkheid in de uiterlijke wereld. Ineens beseffen we dan dat niets in ons leven toevallig is gebeurd. Alle levenservaringen hebben er toe bijgedragen dat onze persoonlijkheid een schitterend instrument geworden is om de energie van onze ziel uit te dragen, om werkelijk als schepper aanwezig te zijn.
Tot slot: leven vanuit je autoriteit
Hoe ziet het eruit als iemand leeft vanuit zijn eigen autoriteit? Ik heb het dan steeds over een hij, maar dat kan natuurlijk net zo goed een zij zijn. Ik vind het alleen vervelend om steeds hij/zij te schrijven.
Het woord autoriteit is natuurlijk wat misleidend: we denken dan toch aan een bazig iemand die slecht kan luisteren. Dat is in dit geval een vals beeld.
Iemand die leeft vanuit zijn eigen autoriteit kan juist heel goed luisteren. Alleen niet luisteren in de zin van gehoorzamen, maar luisteren in de zin van de ander begrijpen, werkelijk voelen wat er in de ander speelt. Hij weet dat het dan pas werkelijk mogelijk is die ander te inspireren. Hij kan goed luisteren omdat hij een liefdevol mens is, hij kan ook goed luisteren omdat hij niet twijfelt aan zijn eigen autoriteit; de meningen en ideeën van een ander zullen nooit een bedreiging voor hem zijn. Hij toetst die meningen altijd rustig aan zijn eigen autoriteit, hij gunt de ander ook zijn eigen mening. Hij beseft: ook al klopt die mening niet, het kan toch een deel zijn van de weg naar de waarheid die de ander beloopt. Ideeën, overtuigingen kunnen soms een belangrijke rol spelen bij het activeren van gevoelens die doorleefd moeten worden.
Iemand die leeft vanuit zijn autoriteit zal altijd zelfvertrouwen en rust uitstralen; de stormen, de hysterie, de waan van de dag raken hem niet.
Leven vanuit je eigen autoriteit betekent ook de dualiteit overstijgen. Dualiteit ontstaat als je je bedreigd voelt door je medemensen, anderen als een gevaar ziet. Leven vanuit je autoriteit betekent leven vanuit je licht. Dit betekent liefde en begrip voelen voor iedereen. Dit betekent niet dat je de acties en ideeën van een ander altijd goedkeurt, of dat niet je boos kunt worden op een ander. Alleen je verliest je niet in die boosheid, je weet dat die boosheid weer weg zal trekken als donkere wolken die weer plaats zullen maken voor de zon. De liefde voor het leven, voor de medemens zal altijd weer terugkeren.
De uiteindelijk kern van leven vanuit je eigen autoriteit is je bewust zijn van je scheppingskracht. Je omarmt je eigen goddelijkheid en weet dat je medeverantwoordelijk bent voor de schepping van de werkelijkheid.
Je beseft weer dat jij een schepper bent en schept vanuit een visie.
De samensmelting van ziel met persoonlijkheid betekent niet dat de persoonlijkheid oplost. De aardse persoonlijkheid wordt juist ten volle beleefd omdat deze het kanaal wordt waarlangs de scheppende energie van de ziel zich manifesteert. De aardse persoonlijkheid maakt duidelijk wat er geschapen moet worden, wat de aardse werkelijkheid kan verrijken.
De schepping vindt nu plaats en jij bent mede schepper, mede bouwer van deze wereld.
Leven vanuit je eigen autoriteit is dit ten diepste beseffen.
© Gerrit Gielen
www.gerrit-gielen.nl
www.gerrit-gielen.nl