Ben jij een geïncarneerde engel?
In dit artikel wil ik graag mijn inzichten delen over geïncarneerde engelen, en hun ‘donkere’ tegenhangers die ik gemakshalve ‘gevallen engelen’ noem. Ook wil ik graag vertellen over het incarnatieproces als mens – en de struikelblokken (oftewel leerervaringen) die geïncarneerde engelen daarin nogal eens tegenkomen.
Geïncarneerde engel: eigen ervaring
De eerste reden dat ik niet meer om het bestaan van geïncarneerde engelen heen kon, was het ontdekken van mijn eigen oorsprong als engel. Ik had er wel signalen van gehad, maar had ze nooit serieus durven nemen. Eén keer kwamen er in een sessie zelfs engelen naar me toe die mijn armen op een specifieke manier vastpakten en me begroetten met ‘welkom, zuster’ – maar ik durfde het mijn toenmalige leertherapeut niet te vertellen. Wat zou ze wel niet denken…
Eén reden waarom mensen wellicht vaker dit soort ervaringen wegdrukken is de manier waarop engelen vaak geportretteerd zijn door religie, de media, en het beeld wat we daardoor nog steeds van ze hebben: bijvoorbeeld als heilig, puur en boven de mensen en hun aardse drijfveren verheven. Daarbij zit er vaak nog steeds een subtiel oordeel op het aardse vlak en de daarbij horende motieven zoals persoonlijke liefde en seksualiteit, woede en strijd, enz.
Het was dus erg verhelderend te ontdekken dat mijn eigen incarnatieproces als engel op een heel prozaïsche manier was begonnen: met verontwaardiging over wat ik zag als ‘onrecht’ op het fysieke vlak en het verlangen daar iets aan te doen! Helaas had ik als engel nog niet het inzicht dat ook het donker deel uitmaakt van de dualiteit en daarin zijn rechtmatige rol heeft, wat leidde tot vele levens waarin het thema strijd de boventoon voerde.
Karmische wonden
Levens als kruisvaarder, krijger, legeraanvoerder…. Dat klinkt misschien niet erg engelachtig. Maar deze levens werden geïnspireerd door een diepe liefde voor de aarde en alles wat leeft. En het helen van de karmische wonden van deze levens heeft een grote rol gespeeld in het groeiproces naar bewust meesterschap. Daarbij koos mijn tweelingziel-engel, want ook engelen ontstaan kennelijk in paren, juist vaak het meer ‘vrouwelijke’ pad van genezer.
Engelen zijn, als ze geïncarneerd zijn als mens, net zo goed onderhevig aan de dualiteit en krijgen te maken met dezelfde menselijke kwesties als leven en dood, overleven, verlies en rouw, angst en liefde, strijd en schuldgevoel, etc. Geïncarneerde engelen zijn daarin niet anders of beter dan mensen – maar ze hebben wel een andere evolutieroute gevolgd en hebben daardoor specifieke kenmerken en terugkerende thema’s die nuttig zijn om te kennen als je hen beter wilt begrijpen.
Kenmerken van geïncarneerde engelen
Dat brengt me op de eigenschappen van geïncarneerde engelen, die ik steeds weer tegenkom. Herken je er veel in van jezelf? Dan ben je misschien ook een geïncarneerde engel….
Je wilt graag mensen helpen
Geïncarneerde engelen vaak een grote drang om te ‘helpen’. Een van mijn cliënten noemde dat spontaan haar ‘Reddende Engel-syndroom’. Er zitten vaak twee kanten aan dit syndroom.
Aan de ene kant zit er een groot en authentiek verlangen onder om alles wat bestaat van dienst te zijn en gelukkig te willen zien. Dit zorgt ervoor dat engelen vaak in dienstverlenende beroepen terecht komen.
Aan de andere kant zit er vaak een dwangmatige behoefte bij om te helpen, vanuit het niet kunnen verdragen van de pijn of het ongemak van de ander. Geïncarneerde engelen kunnen immers moeilijk differentiëren tussen de pijn van de ander en hun eigen gevoel. Het willen verhelpen van de pijn van de ander is soms een manier om zelf weer rust te krijgen!
Daarnaast hebben ze vaak een overdreven groot verantwoordelijkheidsgevoel, en voelen ze zich schuldig als ze niet voortdurend iedereen die pijn heeft ‘helpen’. Alsof, omdat ze alles voelen, ze ook voor alles verantwoordelijk zijn! Daarbij hebben ze niet altijd door dat pijn ook een functie heeft: zo kan verdriet ervoor zorgen dat iemand andere keuzes gaat maken. Het verdriet wegnemen zou de ander van zijn vrije keuze en de kans om te groeien beroven.
Eenheidsbewustzijn
Geïncarneerde engelen zijn vaak op een bepaald niveau nog sterk verbonden met het Eenheidsbewustzijn. Als engelen hebben ze immers geruime tijd in nauwe aanwezigheid van de Bron en de Eenheid geleefd en gewerkt voor ze het fysieke bestaan aangingen.
Hierdoor hebben ze onder de oppervlakte een allesdoordringend gevoel van liefde en compassie voor alles wat leeft. Ook als ze in situaties van strijd terecht komen, zullen ze vaak snel het standpunt van alle betrokkenen willen begrijpen en honoreren. Daarbij kunnen ze echter nog wel eens hun eigen centrum verliezen.
Eén nadeel van het sterke eenheidsbewustzijn is dat geïncarneerde engelen vaak moeite hebben met grenzen. Ze kunnen zich zo makkelijk verbinden met alles en iedereen, dat het lastig voor ze is te bepalen waar zijzelf ophouden en de ander begint. Ze voelen zo makkelijk de emoties van de anderen en de energieën om hen heen aan, dat ze in de war kunnen raken over wat van hen is en wat niet.
Daarin hebben ze veel gemeen met HSP (hoogsensitieve) mensen. Ik weet niet of elke HSP’er een geïncarneerde engel is, maar ik durf wel met zekerheid te stellen dat elke geïncarneerde engel zich HSP kan noemen!
Licht in het duister
Ook kiezen engelen er nogal eens voor te incarneren in gezinnen waar veel donkerte heerst: gezinnen waarin sprake is van alcoholisme, misbruik, depressie, etc. Ze willen graag licht, vreugde of liefde brengen op donkere plekken waar negativiteit de overhand heeft.
Vanuit het overzicht van het tussenbestaan kan het een goed idee lijken om licht te gaan brengen in een familie waar veel duister heerst, maar wanneer een engel er daadwerkelijk in incarneert en er als baby afhankelijk is van voor haar overleving, wordt het een ander verhaal.
Als kind voelen ze zich dan eenzaam, en het helpen van anderen kan dan een middel worden om toch contact te ervaren of zelfs een gevoel van eigenwaarde te ‘verdienen’. Dit gaat echter ten koste van hun eigen energie en levensvreugde en kan later tot problemen leiden als afhankelijkheidsrelaties, depressies en burn-outs.
Geïncarneerde engelen kunnen dan veel baat hebben bij innerlijk kindwerk en/of regressietherapie. Het weer in verbinding komen met hun Engeloorsprong, en het doorzien en helen van de afhankelijkheidspatronen brengt hen weer in hun kracht en zorgt ervoor dat ze kunnen stralen in de wereld zonder afhankelijk te zijn van het resultaat.
Compassie en strengheid
Daar waar geïncarneerde engelen vaak enorme compassie en begrip hebben voor anderen, zijn ze vaak overdreven streng voor zichzelf. Het lijkt wel alsof ze zichzelf een of andere onrealistisch hoge morele standaard opleggen. Daarbij gaan ze nogal eens voorbij aan het feit dat ze nu mensen zijn, dat ze mogen leren door fouten te maken en dat ze net zoveel compassie waard zijn als de anderen die ze zo graag helpen!
Het kan geïncarneerde engelen helpen om zichzelf te zien door de ogen van hun eigen beschermengel – als iemand die ook maar zijn of haar best doet, lof verdient puur voor de moed om te incarneren en die altijd onvoorwaardelijke liefde waard is.
Blinde vlek voor het ‘kwaad’
Omdat geïncarneerde engelen nog zo nauw verbonden zijn met het Eenheidsbewustzijn en de waarheid van de Schepper hebben ze vaak een blinde vlek voor wat je het ‘kwaad’ zou kunnen noemen. Wanneer wezens hun verbinding met de Bron hebben afgesneden en uit evenwicht zijn, kunnen ze gaan leven vanuit lage frequenties als angst en woede, en worden ze gedreven door jaloezie, haat en minachting.
Omdat geïncarneerde engelen zo dicht bij de Eenheid staan, maar nog niet in alle opzichten bewust zijn, lijkt het wel of ze moeite hebben deze gedragingen waar te nemen. Ze kennen het kwaad niet van Huis uit, en dus zien ze het niet! Dit kan ertoe leiden dat geïncarneerde engelen met lege handen staan als ze geconfronteerd worden met manipulatie, bedrog, oneerlijkheid of een competitiestrijd.
Zo stond ik zelf als vierjarige kleuter op het schoolplein toen ik zag hoe een ander meisje gepest werd. Het is een van mijn eerste herinneringen. Ik was verbijsterd en dacht bij mezelf: ‘Hoe kan dit nou? Weten ze dan niet dat als je een ander pijn doet, je alleen maar jezelf pijn doet?
Schoonheid en de ‘harde’ realiteit
Geïncarneerde engelen zijn vaak enorm gevoelig voor authentieke schoonheid, voor de natuur, voor kunst en muziek. Alles wat gecreëerd is als uiting van hoogfrequente of goddelijke energie brengt hen weer in verbinding met Thuis. Engelen die uit evenwicht zijn en de problemen van hun incarnatie als mens nog niet hebben geheeld, hebben vaak moeite met de donkere pool van de dualiteit en de ‘harde’ aspecten van de realiteit en kunnen kunst als een vlucht gebruiken door bijvoorbeeld te verdwijnen in hun fantasie, in boeken en films, of natuurlijk in daadwerkelijke drugs.
Het helen van hun begin als mens en het omarmen van het innerlijk kind brengt hen weer in evenwicht, en soms kan het zelf creëren via een of andere kunstvorm hen daarbij helpen. Zélf schoonheid scheppen en in de wereld brengen kan voor sommige engelen enorm helend zijn en hen weer in hun kracht zetten.
Gevallen engelen
Dat brengt me bij een ontdekking die me nog meer verbaasde dan het ontdekken van engelincarnaties zelf. Het bestaan van ‘gevallen engelen’. Net als mensen kunnen ook engelen zich, bijvoorbeeld vanuit pijn en woede, afkeren van het Licht en ervoor kiezen het ‘donkere’ pad te gaan. Ook dit is een ervaring waar ze voor kiezen en uiteindelijk van leren, en vanuit de hogere dimensies waar Eenheid heerst is hier geen oordeel over.
Wanneer je echter als mens of geïncarneerde engel in een kwetsbare positie bent en te maken krijgt met ‘gevallen’ engelen kan het een schokkende ervaring zijn die wat genezing en energetische losmaking vereist. Qua gedrag vertonen ze veel gelijkenis met ‘demonen’ of duistere entiteiten (spirits van de donkere pool die ook hun functie hebben in de dualiteit). Ze worden meestal gemotiveerd door jaloezie en zijn erg machtsbelust, manipulatief, arrogant en meedogenloos. Ze kunnen incarneren als mens maar ook als niet-fysieke spirit aanwezig zijn.
Zo had een cliënte van mij in de engeldimensies een engelmaatje waar ze veel van hield. Maar hij werd jaloers op haar kracht en ging het donkere pad op. Ze incarneerden beiden als mens en hij achtervolgde en kwelde haar eeuwenlang, zowel als mens als in spirit, om haar te overheersen en haar licht te onderdrukken. Maar ze hield hem zelf vast! Het kostte haar moeite hem los te laten omdat hij haar maatje was en ze het (natuurlijk) zielig vond voor hem. Maar als hij via haar probeerde te leven en macht uit te oefenen in de wereld werd hij daar zelf ook niet beter van.
Bevrijding
Bovendien had ze veel last van zijn negatieve energie. Gelukkig kon ze hem overdragen aan zijn eigen hogere Wezen en bleek hij uiteindelijk zelfs bereid zich weer naar het Licht te keren. Toen hij weg was voelde ze zich éven vreselijk eenzaam, maar toen ze haar eigen hoger Wezen om hulp vroeg, ontfermde die zich over haar, werd de verbinding met Boven hersteld en was alles weer goed. Bovendien was het een bevrijding om weer helemaal in haar eigen kracht en licht te kunnen staan.
Gelukkig hoef je niet bang te zijn voor donkere engelen, om dezelfde reden dat je niet bang hoeft te zijn voor andere energiewezens die teren op angst en negativiteit. Ze kunnen alleen vat krijgen op mensen die open staan voor hun energie. Wanneer het punt van aantrekking geheeld is, hebben ze geen ingang meer.