Hallo Andere Jij,
Afgelopen week werd ik door een bijzondere man weer geattendeerd op het Liefdes Manifest dat ik meer dan een jaar geleden met mijn toenmalige partner schreef. Inmiddels zijn wij gescheiden, en ik had het manifest een tijdje niet meer gelezen. Het mooie was, dat toen ik opnieuw las wat wij daar toen geschreven hadden, ik zoveel dankbaarheid voelde. De tranen stroomden over mijn wangen.
Dit leven wij allebei ten volle. Op onze eigen manier. We hebben dit zo lang samen kunnen doen en nu leven we het apart van elkaar. Maar we leven het. Compromisloos. Samen, niet samen. In liefde en waardering voor elkaar. In pijn en verwarring en verdriet ook. In boosheid in zachtheid, in begrip en onbegrip. Maar we gaan beide diep. We maken alles schoon. En we volgen ons hart. We hebben heel wat deksels bij elkaar weggerukt. En de liefde stroomt daaronder. Niet altijd zichtbaar, heus niet. Maar ze is er wel.
Ik wilde het nog een keer met jullie delen. Omdat het belangrijk is. Om dat het nodig is. Omdat het ook gewoon een goed stuk is. Omdat het me raakt, diep in mijn hart. Dit is mijn leven....
Liefste,
Het is klaar met eromheen draaien met elkaar. Het is klaar met zorgen dat we vooral elkaar niet pijn doen. Elkaar niet confronteren met onszelf en met elkaar. Het is klaar met ‘make it go away’. Het is klaar met het verstoppen van onze verlangens, van wat ons blij maakt, om maar geen oordeel over ons af te roepen. Om maar begrepen en geaccepteerd te worden door mensen die hun eigen verlangens zelf niet kennen, laat staan volgen.
We maken onszelf en elkaar kapot daarmee. We maken als mensen de wereld kapot daarmee. Iedereen heeft verborgen beerputten. Beerputten waar oude pijn, angst, verdriet en woede borrelen en pruttelen. We hebben deze rommel verzameld in de loop van ons leven en opgesloten in de put met een dikke zware deksel erop. En nu denken we dat de put er niet meer is. Omdat we er gras overheen hebben laten groeien. Omdat we de deksel zo goed hebben verstopt dat we vergeten zijn dat hij er is.
Maar deze beerputten zijn er wel degelijk. We hebben niet eens in de gaten dat de kwalijke geuren en de giftige afvalstoffen in ons doen en laten, ja in ons hele zijn, doorsijpelen. We voelen ons af en toe wel ellendig, maar dat is altijd de schuld van een ander, van de situatie, van de omstandigheden, van het leven zelf. We zijn ons er helemaal niet meer van bewust dat we zelf, echt helemaal zelf, de oorzaak zijn van ons ellendige gevoel. Het is ons eigen gif dat ons langzamerhand vergiftigd.
En zo leven we ons leventje van geschreven en ongeschreven regels. Van het voor elkaar zorgen. Van het zorgen dat jij mij lief vindt, zodat ik niet alleen en liefdeloos achterblijf. Van het elkaar helpen zodat ik mijn eigen deksel maar niet op hoef te tillen. We hebben het goed voor elkaar als mensen. We hebben ongelooflijk veel morele regels die ons helpen om binnen onze comfortabele cirkel te blijven hangen. Om niet te doen wat we echt graag willen. Om geen emotionele risico’s te nemen.
We noemen het ‘rekening houden met elkaar’.
We noemen het ‘de ander geen pijn willen doen’.
We noemen het ‘voor elkaar zorgen’.
We noemen het ‘zo is het leven nou eenmaal’.
Of ‘je kunt niet alles hebben’.
En wat hebben we een oordelen over de mensen die het anders doen! Die wilde vrouwen die hun verlangens volgen. Die prachtige mannen die doen wat ze diep van binnen voelen. Ze zijn egoïstisch, asociaal, manipulatief, te hard, teveel, overgevoelig, verkeerd…
En ondertussen doet het vergif van onze eigen beerputten langzaam haar werk. Het werkt zich subtiel naar binnen in alles wat we denken. En daarmee in alles wat we voelen. En daarmee in wat we doen en hoe we reageren op de wereld. We vergeten om ons hart te volgen. We vergeten wat ons hart ons vertelt. We vergeten wat we echt verlangen en wat we echt willen doen in ons leven. En wanneer we het ons herinneren kost het zoveel moed om te luisteren, laat staan te volgen, dat we de stem van ons hart zo snel mogelijk overschreeuwen met alle redenen waarom het goed is om iets anders te doen.
En nu is het klaar. Het werkt niet meer. Voor steeds meer mensen is het niet meer goed. Ons hart, onze ziel, onze kern, ons grotere zelf wil aandacht. Zij wil gehoord worden. Zij laat zich niet meer de mond snoeren. Zij gaat rechtstreeks tot de kern. Met meedogenloze helderheid laat zij ons zien waar we niet eerlijk zijn. Niet eerlijk naar onszelf, niet eerlijk naar de ander. Waar we ons verstoppen achter allerlei lagen van conventies, van heilige huisjes. Waar we de zachtheid van pure liefde verwarren met de zachtheid van verrotting.
Ons hart trekt alle beerputten open. Laat alle rommel naar boven komen. Recht in je gezicht. Hier! Dit is jouw rommel. Deal ermee. Geen deksels meer. Het is tijd om de beerputten schoon te maken. Helemaal uitmesten. Dan zijn ze overbodig en hoeven ze er niet meer te zijn. Dan kun jij daadwerkelijk gifloos in de wereld staan. In onvoorwaardelijke liefde, in onbelemmerde liefde voor jezelf en voor de wereld waarin je leeft.
Dan ben jij vrij. Echt vrij. Vrij om je hart te volgen. Vrij om een ander zijn of haar hart te laten volgen. Volkomen vrij om te genieten van alles, werkelijk alles wat het leven je te bieden heeft. Zowel het plezier in wat jij ervaart als het om te zien welk plezier een ander ervaart.
Weet dat jouw hart alles gebruikt wat ze maar kan vinden. Andere mensen, situaties, omstandigheden, jouw eigen gedachten, jouw gevoelens, alles wat maar voorhanden is. Afhankelijk van de specifieke inhoud van jouw beerput zoekt zij wat ze het beste kan gebruiken. Wat het meest effectief is.
En reken maar dat het pijn doet! Reken maar dat jij je af en toe flink door elkaar geschud, gevloerd, uit elkaar getrokken, in elkaar geslagen en volkomen ellendig zult voelen. Die beerputten zitten immers niet vol rozenblaadjes en lekkere hapjes. Die zitten vol rommel en gif. Als dat naar boven komt, dan is dat niet fraai om te zien, te voelen en te ruiken. Soms is het zo erg dat je het liefst alle deksels weer op de putten ramt. Niks voor mij! Doe ik in een ander leven wel es een keertje. Maar het werkt niet meer.
Je zult worden geconfronteerd met jouw zelfwaardering. Met jouw (gebrek aan) zelfliefde. Je zult worden blootgesteld aan iedere onzekerheid in jezelf, maar ook aan ieder oordeel van de mensen om je heen die de deksel nog stevig op hun meest intense beerputten houden. Je zult geconfronteerd worden met mensen die hun hart wel volgen en daarmee ongewild en onbedoeld jouw heftigste pijn naar boven brengen. Je zult al jouw eigen oordelen en jaloezie en afgunst tegenkomen in al haar intensiteit.
Je zult de verleiding voelen van het slachtofferschap. Van het gemak wanneer je niet de volledige verantwoordelijkheid voor jezelf neemt. De beerputten komen met zachte fluisteringen die je ervan proberen te overtuigen dat dit niet van jou is. Dat je deze angst niet hoeft aan te kijken. Dat het zo wel goed is. Dat er niks mis is met goed voor elkaar zorgen. Dat er niks mis is met rekening met elkaar houden. Dat je echt niet alles hoeft te doen wat je hart je influistert.
Je hart kan je ook verleiden om de deksels voor anderen weer op hun beerput te doen. Wanneer jij ongewild een deksel hebt opgetild kun je er ook voor kiezen het weer te sluiten. En dat voelt natuurlijk eventjes heel goed. Je hebt immers helemaal geen zin om de trigger van andermans pijn te zijn. Laat staan van iemand die je liefhebt. Maar is het liefde om de ander zijn of haar schoonmaak proces niet te gunnen omdat jij je rottig voelt? Is dat niet juist een kans om beide een put schoon te maken? Is het niet juist liefde om iemand de weg naar innerlijke vrijheid te gunnen? Ook als het nu eventjes zeer doet?
En dan is het steeds weer tijd om te kiezen. Ga ik het aan? Ga ik dwars door de pijn? Neem ik de volledige verantwoordelijkheid voor mijn eigen verlangens en mijn eigen pijn? Kijk ik de pijn aan met alle liefde die door mij heen wil stromen? Met alle compassie die ik voor mezelf heb? Kan ik in mijn eigen kracht overeind blijven en tegelijk de ander ook helemaal in zijn of haar kracht met rust laten? Alleen maar geven wat mijn hart van mij vraagt? En ook alleen maar geven wat jouw hart van mij vraagt?
Ik wil de verantwoordelijkheid nemen voor wat ik aan energie in de wereld breng. Ik wil de verantwoordelijkheid nemen voor wat ik door me heen laat stromen. Alles in mij zegt dat het van onschatbaar belang is dat we ons hart blindelings leren volgen. Dat we helder en scherp het verschil leren kennen tussen de fluisteringen van ons hart en de fluisteringen van het gif. Door onbevangen te vragen, door zonder oordeel te kijken naar wat er zich ontvouwt.
Zodat we stapje voor stapje ons leven kunnen leiden in contact met de kracht van de onvoorwaardelijke liefde die we allemaal zijn.
Ik wil ophouden met de verantwoordelijkheid te nemen voor hoe de ander mijn energie ontvangt. Ik wil niet meer controleren. Ik wil niet meer sussen. Ik wil geen deksels meer terugleggen. Niet als ik onterecht denk dat ik jou ermee help. Ook niet als ik er eventjes een goed gevoel van krijg. Ik wil een ander niet meer klein houden met mijn eigen gif. Ik wil jou in ere houden door je oneindige kracht te zien en te respecteren. Ik wil mezelf vieren in alle verlangens die door mij heen geleefd willen worden. Ik wil jou vieren op precies dezelfde manier. Omdat we liefde zijn. Allemaal.
Ik gun mezelf het schoonmaakproces van mijn beerputten. Ik neem het je niet kwalijk wanneer jij degene bent die de deksels optilt. Ik neem het jou niet kwalijk wanneer de pijn, het verdriet, de angst of de woede omhoog komt.
Ik vraag niet van jou om te zorgen dat het stopt. Ik vraag niet van jou om bij me te zijn wanneer ik de rommel aan moet kijken, als jij degene bent geweest die de deksel heeft geopend. Dat kan helemaal niet. Ik weet jouw liefde, jouw steun, soms juist doordat je een stap achteruit zet en mij mijn proces laat.
Dank mijn lief, dat je er bent om mij te steunen als jij niet oorzaak bent van waar ik doorheen ga. Dank mijn lief dat je mij met mijn naarste gif confronteert en dan ergens anders even wacht tot ik heb schoongemaakt. Jouw aanwezigheid zou de deksel er alleen maar weer op doen.
Je zou mij met jouw aanwezigheid in de weg zitten. Het zou me nu een fijn gevoel geven, maar op de langere termijn zou het mijn pijn verlengen. Dank mijn lief dat je intuïtief je hart volgt en daarmee mij altijd helpt. Altijd.
Ik gun jou ook jouw schoonmaak processen. En het doet heus pijn als ik merk dat ik jouw pijn aanraak. Dat het volgen van mijn hart jou confronteert met het gif.
Dat zijn de restjes van mijn gif die mij het gevoel geven dat ik zou moeten zorgen dat jij je goed voelt. Zodat ik me ook weer goed voel. Maar we trappen er niet in, jij en ik. We weten dat in turbulentie het gif spreekt. We weten dat in wanhoop, boosheid, onzekerheid, twijfel, altijd het gif spreekt. We voelen zorgvuldig in elk rustig, helder en ruim voelend moment: wat zegt liefde tegen mij?
En dat geeft geen garanties over onze fysieke relatie. Het zegt niks over de vorm die de verbinding tussen jou en mij en tussen wie dan ook heeft aangenomen, nu aanneemt, en in de toekomst aan zal nemen. De liefde tussen jou en mij is mooi en zal er altijd zijn. We zijn immers allemaal verbonden met de onvoorwaardelijke liefde die het leven is.
En we laten in ons leven ontstaan wat er wil ontstaan. Soms voelt dat heerlijk. Wanneer het verlangen van jouw en mijn hart overeen komen is dat geweldig. En wanneer dat niet zo is, kan het pijn doen. Dan trekken we toch weer een deksel eraf en is er blijkbaar nog iets schoon te maken.
Ik wil niet langer bang zijn voor de pijn. Ik wil de pijn verwelkomen als poort naar een grotere innerlijke vrijheid. Als een stevigere verbinding met liefde. Ik wil het helemaal aangaan.
De wereld heeft het nodig. De wereld vraagt van ons dat wij gifvrij in ons leven staan. Dat we ons hart volgen. Dat we ons realiseren dat we allemaal verbonden worden door de kracht van liefde. Niet van medelijden, maar van daadwerkelijke compassie. Voor onszelf, voor de ander, voor de wereld om ons heen en voor het leven zelf.
Daarvoor moeten we een ieders eigen verantwoordelijkheid erkennen. Onze eigen verantwoordelijkheid. Daarvoor moeten we bereid zijn dwars door onze pijn heen te bewegen. Om met compassie te kijken naar alles wat er in onze beerputten zit. Om het vervolgens helemaal los te laten. Alle pijn, wrok, verdriet, angst. Daarvoor moeten we onbelemmerd leren liefhebben.
Echt onbelemmerd leren naar liefde te luisteren.Kun jij je voorstellen hoe de wereld eruit zou zien wanneer we dat zouden doen? Wat komt er dichter bij de hemel op aarde brengen dan dat…?
Heb een heerlijk weekend allemaal.
Lieve groet,
Manon