Interview met arts Gabor Maté
‘We leren van kindsbeen af dat competitiviteit en egocentrisme naar succes leiden, maar dat maakt ons fysiek en mentaal alleen maar ziek.’
De Hongaars-Canadese arts Gabor Maté (79), bekend van zijn bestsellers over verslaving, verborgen stress en ADHD, rekent in zijn jongste boek De mythe van normaal af met de westerse beschaving. Daar is tien jaar research aan voorafgegaan, en het is één lange waarschuwing voor de toxiciteit van onze samenleving.
Die luidt: ‘Trauma, ziekte en heling in een toxische maatschappij’. Wat bedoelt u daarmee?
Gabor Maté: “De meeste mensen denken bij een trauma aan een gebeurtenis uit het verleden, iets dramatisch uit de kindertijd. Maar het trauma is eigenlijk niet de gebeurtenis, wel de impact die het op ons heeft. Het is een wond die we meedragen en die ons ervan weerhoudt verbinding met onszelf te maken. We zijn ons er niet van bewust, maar trauma’s sturen ons leven. Ze zitten in onze cultuur, de politiek, ons persoonlijke leven, overal.”
U hebt het vaak over uw eigen trauma in uw boeken en lezingen.
“Ik ben in 1944 in Hongarije geboren als kind van Joodse ouders. Mijn moeder heeft me aan een wildvreemde meegegeven met de smeekbede me te beschermen tegen de nazi’s. Ze wist niet of ze de volgende dag nog zou leven. Ik heb maandenlang gescheiden van haar geleefd en dat heeft me opgezadeld met een diepgeworteld gevoel van niet geliefd zijn, ook al heb ik dat niet bewust meegemaakt.
“De emotionele herinnering van verlaten worden zit diep in mij verankerd. Het gevoel dat ik niet geliefd ben, speelt me al mijn hele leven parten. Daarom was ik als arts ook een workaholic. Zolang ik maar hard werk, zullen mensen van me houden, moet onbewust mijn drijfveer geweest zijn.”
Sommige opvoedingsexperts zouden volgens u trauma’s in de hand werken.
“Ik waarschuw voor adviezen die focussen op het gedrag van een kind. Veel ouders krijgen het advies om een kind met een driftbui te isoleren tot het gekalmeerd is. De boodschap die dat kind dan krijgt, is dat het er niet mag zijn als het zo’n gedrag vertoont. Het zit dan met een dilemma: ik kan mezelf zijn en mijn boosheid uitschreeuwen, maar dan zullen mijn ouders me verwerpen. Wat doet het dan? Het geeft zijn authenticiteit op en doet wat wordt verlangd. Vervolgens moet hij de rest van zijn leven uitzoeken wie hij is.”
Je moet een kind toch duidelijke grenzen tonen, zodat het kan meedraaien in de maatschappij?
“Uiteraard is het niet de bedoeling om permissief te zijn. Als je kleuter van 2 jaar vóór de maaltijd een koekje wil, weiger je dat. Je lieverd raakt gefrustreerd en begint te roepen en te tieren, maar daar is niets mis mee. Het brein van een 2-jarige is geprogrammeerd om kwaad te zijn als het zijn zin niet krijgt. Als je kalm blijft en zegt dat het boos is omdat het geen koekje krijgt, dan leer je je kind dat emoties komen en gaan. Maar als je vijandig en bestraffend reageert, bereik je er wel mee dat het zich gedraagt, maar het gaat zijn woede onderdrukken.
“Elke opvoedingsmethode die zich concentreert op gedrag in plaats van op emotie, is fout. Een kind heeft nog geen taal om emoties uit te drukken, dus moet het die wel tonen. We veroordelen dat, maar het kind kan niet anders. Een kind dat zijn authenticiteit opgeeft, draagt daar later de gevolgen van.”
Wat kunnen ouders doen om hun kind traumavrij te laten opgroeien?
“Ze moeten goed voor zichzelf en hun eigen emoties zorgen, want een kind absorbeert alles. Ouders staan onder zoveel stress en vaak staan ze er alleen voor.
“Ik dacht vroeger dat het volstond om van mijn kinderen te houden, maar ik had weinig benul van wat ze echt nodig hadden. Ik was me amper bewust van mijn eigen trauma. Als ik opnieuw vader zou worden, zou ik enkele jaren wijden aan mijn eigen geluk én aan dat van mijn kind. Ik zou me niets aantrekken van mijn carrière. Maar dat is om allerhande redenen heel moeilijk in onze samenleving.”
Om nog te zwijgen over de torenhoge kosten voor de sociale zekerheid.
“Dat is nog maar de vraag. Wist je dat een kwart van de vrouwen in de VS twee weken na de bevalling al terug aan het werk moet? Dat is barbaars. Geen wonder dat zoveel kinderen met mentale problemen worstelen. Dat kost de ziekteverzekering óók handenvol geld. Als we het belang van de eerste levensjaren zouden begrijpen, zou dat een enorm verschil maken. Wie in de kinderopvang werkt, moet ook een opleiding krijgen die toegespitst is op de emotionele noden van een baby.”
U verwijst in De mythe van normaal vaak naar oude inheemse volkeren. Deden zij het zoveel beter?
“De mens heeft het grootste deel van de geschiedenis in kleine groepen van hoogstens tweehonderd leden geleefd. Bij de jager-verzamelaars bleek weinig wreedheid voor te komen, tenzij de groep te groot werd of het territorium verdedigd moest worden. Vandaag zien we in grote steden niets dan onverschilligheid voor het leed van anderen.
“De noden van een mens zijn niet alleen vanzelfsprekende behoeften zoals voeding en een dak boven het hoofd. Kinderen hebben nood aan onvoorwaardelijke liefde en aanvaarding. Ze kunnen zich pas ten volle ontplooien in een relatie met ouders of verzorgers bij wie ze zich geborgen voelen.
“Volwassenen hebben nood aan verbinding, zingeving, samenwerking, het gevoel deel uit te maken van een gemeenschap. Als een samenleving daar niet aan voldoet, veroorzaakt ze fysieke en mentale problemen.”
Verheerlijkt u het tribale leven niet?
“We kunnen natuurlijk niet terug naar die tijd, maar we moeten begrijpen wat we verloren hebben. We kunnen heel wat leren uit die culturen. Onze cultuur verheerlijkt een workaholic zonder te beseffen dat die een leegte in zichzelf probeert te vullen die nooit bevredigd zal worden door te presteren. Je vindt zelden een workaholic die oprecht zal beweren dat hij gelukkig is. Ik kan het weten, ik was zelf zo iemand.
“We leren van kindsbeen af dat competitiviteit en egocentrisme naar succes leiden, maar vriendelijkheid en samenwerking sluiten veel nauwer bij onze natuur aan. We zijn de verbinding met onszelf kwijtgeraakt. Die competitiviteit leidt bovendien tot fysieke aandoeningen en mentale problemen, en heeft gevolgen voor de opvoeding van de kinderen, onze relatie tot elkaar en onze manier van werken. We beschouwen competitiviteit en egocentrisme als normaal, maar die cultuur is tegennatuurlijk en schadelijk voor het individu. Dat is wat ik met een toxische maatschappij bedoel.”
Waarom doen we daar niets aan?
“Zo eenvoudig is dat niet. Trauma’s worden van generatie op generatie doorgegeven. Liefdevolle ouders dragen hun eigen trauma ongewild op hun kinderen over. En we vinden het allemaal normaal dat onze kinderen opgroeien in een schoolsysteem waarin competitie en evaluatie de norm zijn, in plaats van leren en ontspannen. We worden voortdurend geëvalueerd op hoe we eruitzien, wat we bereiken, hoe slim we zijn… We worden niet geaccepteerd zoals we zijn, met onze zwaktes en kwetsbaarheden.
“De samenleving houdt ons wel snelle oplossingen voor: we worden de hele tijd verleid om spullen te kopen die ons beter doen voelen. We worden ook gemanipuleerd om voedsel te kopen dat schadelijk, verslavend en ongezond is.”
Wat u allemaal vertelt, is koren op de molen van complotdenkers.
“Ik denk niet dat een politiek of economisch systeem een complot nodig heeft om overeind te blijven, maar binnen het systeem bestaan er wel complotten. De voedingsindustrie spant al decennia samen met de overheid, psychologen en wetenschappers om ons troep te verkopen waar we ziek van worden en verslaafd aan raken. De petrochemische industrie spant al decennia samen met de overheid en wetenschappers om haar desastreuze impact op het klimaat te ontkennen of te minimaliseren. Dat is geen theorie, maar een realiteit.”
Wat wij normaal noemen, is eigenlijk een mythe, schrijft u.
“Inderdaad. De manier waarop we leven, ondermijnt onze gezondheid. We lijden aan ziekten die het gevolg zijn van stress, ongelijkheid, armoede en sociaal isolement. Miljoenen mensen sterven vroegtijdig aan ziekten die we kunnen voorkomen. De zelfmoordcijfers stijgen, ook bij jongeren en kinderen. Kinderen zijn gestrest. We leven in een overspannen wereld. Twee keer zoveel mensen voelen zich eenzaam in vergelijking met tien jaar geleden, en eenzaamheid is even dodelijk als vijftig sigaretten per dag roken.
“In 2022 zijn in de Verenigde Staten ook bijna twee keer zoveel mensen aan een overdosis drugs gestorven als er Amerikaanse militairen gesneuveld zijn in Vietnam, Irak en Afghanistan samen. Mensen gebruiken drugs om pijn te verzachten. Die pijn is vaak geworteld in een trauma, maar sociale factoren spelen eveneens een rol. Hoe meer iemand een doel en zingeving in zijn leven mist, hoe groter de wanhoop. In de VS is dat het geval bij miljoenen arbeiders, die door de de-industrialisatie en de globalisering hun jobs zagen verdwijnen.”
Waarom kiezen we niet voor politici die een beleid voeren waar we met z’n allen beter van worden?
“Omdat onze cultuur ons opvoedt tot passieve mensen. Zo kunnen politici ons beloven wat ze willen en die beloftes negeren als ze aan de macht zijn, wat maar al te duidelijk wordt geïllustreerd door de aanpak van de klimaatverandering. Het is wetenschappelijk een uitgemaakte zaak dat we de wereld naar de verdoemenis helpen als we doorgaan zoals we bezig zijn, maar we maken het alleen erger. We kiezen voor leiders die hun beloften niet nakomen. We blijven kinderen die voor een sterke mama en papa kiezen.”
ERFELIJK GEVOELIG
U beweert ook dat lichaam en geest één geheel vormen.
“Veel wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat trauma’s tot ontstekingen in het zenuwstelsel leiden en mee aan de oorzaak liggen van sommige auto-immuunziekten zoals multiple sclerose. In 1870 al meende Jean-Martin Charcot, de Franse neuroloog die multiple sclerose als eerste heeft beschreven, dat die ziekte door stress wordt veroorzaakt. Hij had daar geen wetenschappelijke bewijzen voor, hij ging af op zijn intuïtie. Vandaag hebben we die bewijzen wel: stress en trauma’s hebben een effect op de hormoonhuishouding, kankergenen, chromosomen, enzovoort. Het is overduidelijk dat je emoties niet kunt loskoppelen van het lichaam.”
Veel collega-artsen volgen u daar niet in.
“Er gaapt een grote kloof tussen de wetenschap en de praktijk. Wetenschappelijk is het al lang niet meer controversieel om lichaam en geest als een eenheid te beschouwen. Maar de meeste artsen nemen niet de tijd om wetenschappelijke studies te lezen.”
Patiënten met een mentale aandoening krijgen vaak antidepressiva voorgeschreven. Daar hebt u ook uw bedenkingen bij.
“De meeste psychiaters denken niet aan een trauma als een depressieve patiënt op consultatie komt. Er wordt alleen naar de biologische stoffen gekeken. Je bent depressief? Ah, dan zul je een tekort aan serotonine hebben. Maar zolang de echte problemen niet worden aangepakt, blijf je bezig met symptoombestrijding.”
U gelooft wel in de therapeutische werking van psychedelica?
“Ja, maar je moet goed begeleid worden. Dan kunnen psychedelica een belangrijke rol in het genezingsproces spelen, omdat ze je helpen connectie te maken met je authentieke zelf. Vaak leer je in enkele trips meer over jezelf dan tijdens jaren psychotherapie.”
U hebt zeven jaar als arts in de palliatieve zorg gewerkt. Wat hebt u daar geleerd?
“Dat het een voorrecht is mensen in hun laatste levensfase te mogen begeleiden. Je leert iemand heel snel en heel goed kennen. Voordien bracht ik kinderen ter wereld. Een grote tegenstelling, die je confronteert met de essentie van het mens-zijn.”
DAARNA HEBT U MEER DAN TIEN JAAR MET DRUGSVERSLAAFDEN GEWERKT.
“In het oosten van Vancouver leeft de hoogste concentratie drugsverslaafden ter wereld. Ze leven er met duizenden op straat. Ik heb er niet één vrouwelijke verslaafde ontmoet die geen slachtoffer is geweest van seksueel misbruik. En 40 procent van hen zijn inheemse Canadezen, terwijl die slechts 5 procent van de bevolking vertegenwoordigen. We weten hoe een trauma de hersenen beïnvloedt en de neurochemie verandert, en toch proberen we op geen enkele manier die mensen psychologisch, juridisch of medisch te helpen. Hallucinant.”
Hebt u nog hoop voor de mensheid?
“Het is zoals de Griekse filosoof Aeschylus zei: ‘Een mens leert door te lijden.’ We zullen nog dieper in de duisternis moeten afdalen, maar we zullen uiteindelijk wel wakker worden. Mijn boek draagt daar hopelijk toe bij.”
(Foto: Wade Hudson)