De Beuk en de Eik
Een verhaal over liefdevol loslaten,
Door Jozette Robben
Ergens in Nederland is er een prachtig bos. Deze plek zal ik niet verklappen. Jij weet dat bos te vinden, wanneer de tijd er rijp voor is. Het is een heel speciaal bos. Dit bos geeft een betovering. Zelfs onbewuste mensen, die dit bos binnengaan, kijken om zich heen en vragen zich in verwondering af waar ze zijn. Het maakt niet uit wie je bent, wat je doet of waar je mee bezig bent. Wanneer je een wandeling maakt in dit bos, dan kom je er altijd lichter uit.
Natuurlijk heeft ieder bos een heilzame werking maar bij dit bos is er iets speciaals aan de hand.
En ik ga jou vertellen hoe dat komt.
Bij dit bos woont Wil. Wil is een wijze, grijze man. Wil is moeilijk te schatten qua leeftijd maar iedereen die hem kent weet dat hij al geruime tijd meegaat.
Wil merkte reeds op jonge leeftijd dat mensen maskers dragen. Wil was een bijzonder kind. Hij kon onder de maskers kijken, verbaasde zich over de mensen en voelde zich niet altijd thuis onder de mensen. Hij kon niet meepraten over, voor hem, onbelangrijke zaken. Hierdoor kwam hij over als een introverte jongen. Mensen vonden hem wel aardig maar begrepen hem niet zo goed.
Wanneer Wil vrij was van de plichten die hij te doen had, dan ging hij het bos in. Er was een bos in de buurt en daar voelde hij zich helemaal thuis. Hij liep er dwars doorheen en verwonderde zich over al het moois dat dit bos te bieden had. Het was voor Wil heel normaal om daar te zijn tussen de bomen, planten en dieren. De dieren vluchtten niet voor hem weg. Hij voelde de energie van de bomen. Hij kreeg antwoorden uit de natuur. Hij was daar thuis en kon weer helemaal opladen, voordat hij weer verder ging met wat hij als mens te doen had.
Door de bijzondere band die Wil met dit bos had, begon het bos te reageren. Het bos was al oud en het was een mooi bos. De bomen en dieren in dit bos waren het echter niet gewend om werkelijk contact te maken met de mensen. Ze zagen de mensen wel in het bos komen maar ze hadden het al bijna opgegeven om contact te maken. Het leek alsof de mensen die in het bos liepen doof waren. Ze konden helemaal niet horen wat de mooie bomen te zeggen hadden. Daar werden al die bomen moedeloos van. Ze stonden daar maar te staan, jaar na jaar.
Totdat Wil kwam….
Wanneer hij het bos in kwam, leefde het bos helemaal op. Hij had aandacht voor elke boom, elke struik en de dieren kwamen naar hem toe. Wil toonde zijn dankbaarheid en door deze dankbaarheid begon de natuur in dit bos zich weer helemaal op te richten.
De energie in het bos werd daardoor krachtiger.
Voel die energie, de bomen willen je altijd iets zeggen, iets geven waar jij mee verder kunt. Wees ook dankbaar in het bos. Door deze wisselwerking laad jij op en ook het bos wordt door deze dankbaarheid weer opgeladen.
In het bos stonden prachtige oude en wijze bomen. Steeds meer mensen kwamen naar het bos om te genieten, hun dankbaarheid te tonen en op te laden.
Op een dag, het was een zonnige herfstdag geweest, begon er een storm op te komen. Het bos was vol prachtige kleuren rood en geel, zoals de kleuren alleen in de herfst kunnen zijn. Veel mensen hadden nog genoten van deze nazomerse dag.
Aan het eind van de middag werd het donkerder en de atmosfeer begon te veranderen. Het begon flink te waaien tot wel windkracht zeven. De natuur koos ervoor om even een bezem rond te laten gaan.
In die tijd van het jaar zat het bos vol voeding voor allerlei dieren. De bomen zaten vol vruchten. Het was een goed jaar geweest.
Tijdens deze storm werden er veel vruchten losgerukt uit de bomen. Zo ook een eikeltje en een beukennootje. Ze werden door de wind gepakt en veel verder dan normaal bij het bos losgelaten.
Het was best een dramatisch moment voor dit eikeltje en het beukennootje. Een enorme rukwind nam hen mee uit de vertrouwde omgeving. Beiden werden ze toch wel wat angstig en vanuit die angst grepen ze zich aan elkaar vast. Toen de wind uitgeraasd was kwamen ze ergens in een weiland, ver van het bos, terecht. En daar bleven ze liggen. Dicht bij elkaar. Immers het enige wat ze hadden was elkaar nog en ze wisten niet wat hen te wachten stond.
Ze waren nog zo klein….
En zo ontstond er een verstrengeling tussen het beukennootje en het eikeltje. Er kwamen worteltjes die zich hechtten op die speciale plek in dat weiland. Na verloop van tijd begonnen er takjes te groeien. En de worteltjes en takjes, die uit het eikeltje en beukennootje kwamen, groeiden door elkaar heen.
Zo ontstond er een verstrengeling tussen een jonge eik en een jonge beuk.
Na de eerste schrik van de storm hadden ze het fijn samen. Ze steunden elkaar, gaven elkaar kracht. Het werd een hele mooie twee-eenheid. En ze genoten van die tijd van groei samen, ze speelden en ontdekten van alles. Om hen heen waren er meerdere eikeltjes en beukennootjes geland, daarnaast ook andere zaden en noten. Langzamerhand ontstond er in dat weiland een geheel nieuw bos.
En ook in dit bos kwam Wil. Het oorspronkelijk bos werd daardoor groter en nog meer mensen konden genieten van dit grotere bos.
De eerste jaren waren heerlijk samen. De eik en beuk kregen niet genoeg van elkaar. Ze begonnen zich wel te onderscheiden in kleur, uiterlijk en interesse. Zo kon de beuk niet genoeg krijgen van de zon en richtte zich steeds verder op naar de zon. De eik hield ook wel van de zon maar met mate.
Er begon een verschil in lengte te ontstaan. De beuk werd langer en slanker, terwijl de eik kleiner en dikker bleef.
De beuk zei weleens tegen de eik. Hier is het zo mooi, hier kun je veel verder kijken dan waar jij bent. Waarom groei je niet wat sneller? Dan zei de eik: Ja, dat geloof ik wel maar ik vind het hier zo mooi, wat dichter bij de dieren die op de grond leven. Kom toch wat meer naar beneden met jouw nieuwe takken. Zo genoten ze beiden van hun plek en vertelden elkaar erover.
Echter na een aantal jaren, toen beide bomen volwassen bomen werden, hadden ze elkaar niet meer zoveel te vertellen. De belevingswereld van beide bomen was geheel anders geworden. Er ontstond zelfs een nieuwe situatie, waarbij de eik dacht “die beuk neemt al mijn zonlicht weg”, ik zou wel wat minder schaduw over mijn boom willen. Ik wil best wat meer zon nu.
En de beuk dacht: “die eik neemt al mijn uitzicht weg, hij is zo breed, ik kan mijn takken niet laten groeien waar die eik staat”.
Terwijl de bomen om hen heen steeds meer in hun eigen kracht kwamen, verpieterden de beuk en de eik.
Op een dag kwam Wil voorbij en hij vroeg aan de beuk en aan de eik wat er aan de hand was. Het was voor beiden moeilijk toe te geven. Ze beseften echter wel dat uitgesproken moest worden dat ze elkaar belemmerden in de groei. Ze hielden zielsveel van elkaar maar de beuk hield de zon weg bij de eik en de eik belemmerde het uitzicht van de beuk.
Wil hoorde zich dit zo aan en bood zijn hulp aan.
Het zal niet gemakkelijk gaan, benoemde Wil, jullie zijn immers zo verstrengeld met elkaar. Toch geloof ik dat het beter is dat jullie beiden wat meer ruimte krijgen, zodat jullie er uiteindelijk beter van kunnen worden.
De eik en de beuk stemden hiermee in.
Wil riep de hulp van een bomenexpert in. Samen voerden ze de operatie uit. Er moesten helaas takken weggesneden worden bij beide bomen. Takken die te ver in de andere boom gegroeid waren. Ook de wortels moesten helemaal ontward worden.
Het was een immense operatie. Het uitgraven van de wortels, het snijden van de takken. Dit alles was zeer pijnlijk voor de bomen. Daarbij waren ze vooral ook bezorgd om elkaar, elkaars pijn, dat was vaak nog moeilijker te verdragen dan de eigen pijn.
Na enkele uren was de operatie geslaagd. De bomen waren los van elkaar. Beiden ongeveer gehalveerd en meer dood dan levend. Op een ruime afstand van 50 meter van elkaar, werden ze opnieuw gepoot. Wil zorgde ervoor dat de bomen iedere dag water kregen, zodat de wortels weer konden aarden.
Dit alles gebeurde in de winter. In het voorjaar kwam er wel blad aan beide bomen maar het zag er armoedig uit. De bladeren hingen er maar een beetje bij. De takken hingen ook naar beneden. Gedurende de gehele lente en zomer werd het leven van beide bomen beheerst door het gemis van wat er was geweest. Ook de fysieke pijn die was ontstaan door de takken die weggezaagd waren en de wortels die afgescheurd waren, deed enorm veel pijn.
Het blad viel weer in de herfst, de winter kwam. Beide bomen waren geheel in zichzelf gekeerd en vooral gericht op de periode van rouw die er was ontstaan na de scheiding.
Na een lange en donkere winter werd het voorjaar. Ineens begon er nieuwe levensenergie te stromen in de bomen. De zon begon te schijnen en de levensenergie zorgde ervoor dat de takken zich oprichtten. En beide bomen voelden “Hier wil ik meer van”. Ze begonnen de energie uit de aarde te halen. Wortels groeiden ineens sneller. Er ontstonden allemaal nieuwe zijtakken op de oude wonden. Takken die ongehinderd konden groeien. Welke kant ze ook maar op wilden. Overal was er ruimte.
Er kwamen voor het eerst beukennootjes aan de beuk;
Er kwamen voor het eerst eikeltjes aan de eik!
Daar stonden ze dan. Ze straalden beiden een enorme kracht uit. Deze bomen begonnen op te vallen en de mensen liepen in twee cirkels om de bomen heen. Er ontstond een wandelpad in de vorm van een acht (de lemniscaat). Door deze lemniscaat werden de bomen vanuit hun eigen kracht op een veel diepere manier verbonden dan ooit had gekund vanuit de verstrengeling die er geweest was.
De beuk zei tegen de eik:
Jij bent prachtig in al jouw kleuren!
Vanaf deze plek kan ik me veel meer over jouw verwonderen en van jou genieten.
De eik zei tegen de beuk:
Ik respecteer jou;
Ik waardeer jou;
En…
Ik hou van jou!
www.shamballahealings.nl
www.liefdesenergie.nl
facebook: Shamballa Healings
Foto’s zijn gemaakt door haar partner