Het is klaar met om elkaar heen draaien.
Het is klaar met het bedekken van elkanders pijn.
Het is klaar met ‘make it go away’.
Elkaar niet durven confronteren met onszelf en met elkaar. Het
verstoppen van onze verlangens, van wat ons blij maakt , om maar geen
oordeel van een ander op ons af te roepen.
Om maar begrepen en geaccepteerd te worden door mensen die hun eigen verlangens zelf niet durven erkennen.
Elkaars blauwe plekken te ontwijken uit angst om verlaten te worden.
Doen wat de ander verlangt om een relatie maar in stand te houden. Ons
zelf bevestigd te laten worden door de ander. En dat we dat dan liefde
noemen. Jij doet dit voor mij en ik doe dat voor jou. De ontwijkende
dans om het vuur van echte liefde heen.
We maken onszelf en elkaar daarmee kapot.
We maken de wereld kapot.
Iedereen heeft verborgen beerputten. Beerputten waar pijn, angst,
verdriet en woede borrelen en pruttelen. We hebben onze rommel in de
loop van ons leven verzameld en we hebben de deksel van de put
afgesloten met zware stenen. We hebben de put zo gecamoufleerd dat we
denken dat hij er niet meer is.
We hebben niet eens in de gaten dat de kwalijke geuren en de giftige
stoffen uit de kieren van de beerput in ons hele zijn doorsijpelen. We
voelen ons weliswaar af en toe ellendig, maar dat is altijd de schuld
van de ander, van de situatie, van de omstandigheden, van het leven
zelf.
We zijn ons er niet meer van bewust dat we zelf, echt helemaal zelf, de
oorzaak zijn van ons ellendige gevoel. Het is onze eigen rotzooi die ons
langzamerhand vergiftigd.
En zo leven we ons leven van geschreven en ongeschreven regels. Van
het voor elkaar zorgen. Van het zorgen dat jij mij lief vindt, zodat ik
niet alleen en liefdeloos achterblijf. Jij houdt de deksel op mijn put
en ik de deksel op de jouwe.
Ondertussen vindt het gif zich langzaam een weg de wereld in. Het werkt
zich subtiel naar binnen in alles wat we denken en denken te voelen. En
zo sijpelt het de wereld in.
Zo spelen we ons spel met gezamenlijke morele regels die ons helpen
om binnen onze comfortabele cirkel te blijven. Niet te doen wat we echt
graag willen. Geen emotionele risico’s te hoeven nemen.
We noemen het ‘rekening houden met elkaar’.
We noemen het ‘de ander geen pijn willen doen’.
We noemen het ‘voor elkaar zorgen’.
We noemen het ‘zo is het leven nou eenmaal’.
We noemen het ‘bedekken met de mantel der liefde’.
Ondertussen oordelend over de mensen die het anders doen. Want we
begrijpen het niet. Het lijkt ons verschrikkelijk. Het is niet volgens
onze regels.
Die wilde vrouwen die hun verlangens volgen.
Die prachtige mannen die doen wat ze diep van binnen voelen.
Ze zijn egoïstisch, asociaal, manipulatief, hard, te veel, overgevoelig, verkeerd…
We vergeten om goed naar elkaar te kijken. We vergeten om echt naar
onszelf te kijken. We durven ons hart niet meer te volgen. We vergeten
waar we echt naar verlangen.
En wanneer we het ons herinneren, kost het zoveel moed om er naar te
luisteren, dat we de stem van ons hart overschreeuwen met alle
argumenten waarom het goed is om het te blijven doen zoals we het nu
doen. Hoe harder we schreeuwen hoe zwaarder ons deksel wordt.
En nu is het klaar. Het werkt niet meer.
Ons hart, onze ziel, onze kern, ons grotere zelf wil aandacht. Zij
wil gehoord worden. Zij laat zich niet meer de mond snoeren. Zij gaat
rechtstreeks tot de kern. Met meedogenloze helderheid laat zij ons zien
waarin we niet eerlijk zijn. Waar we ons verstoppen achter lagen van
conventies, van heilige huisjes. Waar we de zachtheid van pure liefde
verwarren met de zachtheid van verrotting.
Ons hart trekt alle beerputten open. Laat alle rotzooi naar boven komen.
Recht in je gezicht. Hier! Dit is jouw rommel. Kijk er naar. Toe dan!
Het is tijd om schoon te maken.
Dan worden onze beerputten overbodig en hoeven zij niet meer te zijn.
Dan kunnen wij daadwerkelijk zuiver in de wereld staan. In
onvoorwaardelijke liefde. In onbelemmerde liefde voor onszelf en voor de
wereld waarin wij leven.
Wij lossen het gif in onze beerputten op door ons licht er op te laten
schijnen en laten dat licht door de kieren van onze put te laten
sijpelen de wereld in.
Dan zijn wij vrij. Echt vrij. Vrij om oordeelloos ons hart te volgen.
Vrij om oordeelloos een ander zijn of haar hart te laten volgen.
Volkomen vrij om te genieten van alles wat het leven ons te bieden
heeft. Genieten van hoe wij de wereld ervaren en ervaren hoe de ander
van het leven geniet. Laat onszelf vrij.
De hele reis voelen we zo nu en dan de weerstand. Die weerstand is
niet gek. Die weerstand is echter zinloos. Een verspilling van energie.
Weet dat jouw hart alles gebruikt wat ze maar kan vinden om je te laten
zien. Andere mensen, situaties, omstandigheden, jouw eigen gedachten,
jouw gevoelens. Alles wat maar voorhanden is. En een ander deel van jou
gebruikt precies hetzelfde om de deksel op je put te houden. Weet dat.
Laat alles er maar zijn. Alles is om jou te helpen helder te zien.
Je hoeft niets meer te doen dan naar jezelf te kijken. Trek de deksel
van je put. Kruip er in. Schijn je licht er op. Geef je over. Ik doe
hetzelfde.
Reken maar dat het pijn doet! Reken maar dat jij je af en toe flink
door elkaar geschud, gevloerd, uit elkaar getrokken, in elkaar geslagen
en volkomen ellendig zult voelen. Als je naar jouw rommel kijkt, dan is
dat niet fraai om te zien, te voelen en te ruiken. Soms is het zo erg
dat je het liefst alle deksels weer op de putten ramt. Niks voor mij! Ik
kan het niet. Ik durf het niet. Maar het werkt niet meer.
Je zult worden geconfronteerd met jouw zelfwaardering. Met jouw
(gebrek aan) zelfliefde. Je zult worden blootgesteld aan iedere
onzekerheid in jezelf, maar ook aan ieder oordeel van de mensen om je
heen die de deksel nog stevig op hun beerputten houden. Je zult
geconfronteerd worden met mensen die hun hart wel volgen en daarmee
ongewild en onbedoeld jouw heftigste pijn naar boven brengen. Je zult al
jouw eigen oordelen en jaloezie en afgunst tegenkomen in al haar
intensiteit.
Je zult de verleiding voelen van het slachtofferschap. Van het gemak
wanneer je niet de volledige verantwoordelijkheid voor jezelf neemt.
Jouw gif komt soms met met zachte fluisteringen die je ervan proberen te
overtuigen dat dit niet van jou is. Dat je deze angst niet hoeft aan te
kijken. Dat het zo wel goed is. Dat er niks mis is met goed voor elkaar
zorgen. Dat er niks mis is met altijd rekening met elkaar houden. Dat
je echt niet alles hoeft te doen wat je hart je influistert. Er zal
eenzaamheid zijn. Er is paniek. Kijk er naar. Praat er mee. Jouw
liefdevolle zelf zal er voor zorgen dat het verdwijnt.
En hoe beter je kijkt, hoe krachtiger de weerstand lijkt te worden. Laat
het gebeuren. Het zijn de laatste muren rond je hart. Blijf staan. Doe
niets. Kijk er naar. Uiteindelijk zullen de muren vanzelf verdwijnen.
Dit is de moedigste reis die wij ondernemen. Wij maken deze reis
samen en alleen. We ontmoeten onze ware ik. We leren zien wie wij
daadwerkelijk zijn.
We zullen onszelf verleiden om de put van elkaar weer te bedekken.
Omdat het niet fijn is om de oorzaak te zijn van jouw pijn. Zeker niet
omdat ik je liefheb.
Maar is het liefde om jouw je schoonmaakproces niet te gunnen omdat ik
mij rottig voel? Is dit niet juist een kans om beide onze putten schoon
te maken? Is het niet juist liefde om elkaar de weg naar innerlijke
vrijheid te gunnen? Ook als het nu eventjes zeer doet?
En ieder moment kiezen we opnieuw. Ga ik het aan? Ga ik dwars door de
pijn? Neem ik de volledige verantwoordelijkheid voor mijn eigen
verlangens en mijn eigen pijn?
Kijk ik naar de pijn aan met alle liefde die door mij heen wil stromen?
Kan ik in mijn eigen kracht overeind blijven en tegelijk de ander ook
helemaal in zijn of haar kracht met rust laten? Alleen maar geven wat
mijn hart van mij vraagt? En ook alleen maar geven wat jouw hart van mij
vraagt?
Ik wil de verantwoordelijkheid nemen voor wat ik aan energie in de
wereld breng. Ik wil de verantwoordelijkheid nemen voor wat ik door me
heen laat stromen. Alles in mij zegt dat het van onschatbaar belang is
dat we ons hart blindelings leren volgen. Dat we helder en scherp het
verschil leren kennen tussen de fluisteringen van ons hart en de
fluisteringen van het gif. Door onbevangen te vragen. Door zonder
oordeel te kijken naar wat er zich ontvouwt. Zodat we stapje voor stapje
ons leven kunnen leiden in contact met de kracht van de
onvoorwaardelijke liefde die we allemaal zijn.
Ik wil ophouden met de verantwoordelijkheid te nemen voor hoe de
ander mijn energie ontvangt. Ik wil niet meer controleren. Ik wil niet
meer sussen. Ik wil geen deksels meer terugleggen. Niet als ik onterecht
denk dat ik jou daarmee help. Ook niet als ik er eventjes een goed
gevoel van krijg. Ik wil een ander niet meer klein houden met mijn eigen
gif. Ik wil jou in ere houden door je oneindige kracht te zien en te
respecteren. Ik wil mezelf vieren in alle verlangens die door mij heen
geleefd willen worden. Ik wil jou vieren op precies dezelfde manier.
Omdat we liefde zijn. Allemaal.
Ik gun mezelf het schoonmaakproces van mijn beerput. Ik neem het je
niet kwalijk wanneer jij degene bent die de deksel optilt. Ik neem het
jou niet kwalijk wanneer de pijn, het verdriet, de angst of de woede
omhoog komt. Ik vraag niet van jou om te zorgen dat het stopt. Ik vraag
niet van jou om bij me te zijn wanneer ik de rommel aan moet kijken, als
jij degene bent geweest die de put heeft geopend. Ik weet jouw liefde,
jouw steun, soms juist doordat je een stap achteruit zet en mij mijn
proces laat.
Dank mijn lief, dat je er bent om mij te steunen als jij niet oorzaak
bent van waar ik doorheen ga. Dank mijn lief dat je mij met mijn naarste
gif confronteert en dan ergens anders even wacht tot ik heb
schoongemaakt. Jouw aanwezigheid zou de deksel er alleen maar weer op
doen. Je zou mij met jouw aanwezigheid in de weg zitten. Het zou me nu
een fijn gevoel geven, maar op de langere termijn zou het mijn pijn
verlengen. Dank mijn lief dat je intuïtief je hart leert volgen en mij
daarmee altijd helpt. Altijd.
Ik gun jou ook jouw schoonmaakprocessen. En het doet heus pijn als ik
merk dat ik jouw pijn aanraak. Dat het volgen van mijn hart jou
confronteert met jouw gif. Dat zijn mijn restjes, die mij het gevoel
geven dat ik zou moeten zorgen dat jij je goed voelt, zodat ik me ook
weer goed voel.
Maar we trappen er niet in, jij en ik. We weten dat in turbulentie
het gif spreekt. We weten dat in wanhoop, boosheid, onzekerheid,
twijfel, altijd het gif spreekt. We voelen zorgvuldig in elk rustig,
helder en ruim voelend moment: wat zegt liefde tegen mij?
En dat geeft geen garanties over onze fysieke relatie. Het zegt niks
over de vorm die de verbinding tussen jou en mij en tussen wie dan ook
heeft aangenomen, nu aanneemt, en in de toekomst aan zal nemen. De
liefde tussen jou en mij is mooi en zal er altijd zijn. We zijn immers
allemaal verbonden met de onvoorwaardelijke liefde die het leven is. En
we laten in ons leven ontstaan wat er wil ontstaan. Soms voelt dat
heerlijk. Wanneer het verlangen van jouw en mijn hart overeen komen is
dat geweldig. En wanneer dat niet zo is, kan het pijn doen. Dan trekken
we opnieuw een deksel eraf en is er blijkbaar nog iets schoon te maken.
Ik wil niet langer bang zijn voor de pijn. Ik wil de pijn verwelkomen
als poort naar een grotere innerlijke vrijheid. Als een stevigere
verbinding met liefde. Ik wil het helemaal aangaan.
De wereld heeft het nodig. De wereld vraagt van ons dat wij onze
eigen rommel opruimen. Dat we ons hart volgen. Dat we ons realiseren dat
we allemaal verbonden zijn door de kracht van liefde. Niet van
medelijden, maar van daadwerkelijke compassie. Voor onszelf, voor de
ander, voor de wereld om ons heen en voor het leven zelf.
Daarvoor moeten we een ieders eigen verantwoordelijkheid erkennen. Onze
eigen verantwoordelijkheid. Daarvoor moeten we bereid zijn dwars door
onze pijn heen te bewegen. Om liefdevol te kijken naar alles wat er in
onze beerputten zit. Om bereid te zijn om het vervolgens helemaal los te
laten. Alle pijn, wrok, verdriet, angst. Daarvoor moeten we onbelemmerd
leren liefhebben. Zuiver naar ons hart luisteren.
Kun jij je voorstellen hoe de wereld eruit zou zien wanneer we dat
volledig zouden doen? Wat komt er dichter bij de hemel op aarde brengen
dan dat…?
Ik hou van mezelf en van mijn leven.
Ik heb plezier in het samen genieten van ons leven.
Ik verheug mij zo in jouw geluk.
Manon Buwalda & Peter Boorsma