VAN PERSOONLIJK NAAR GODDELIJK ZELF:
DE FINALE TUSSEN ANGST EN VERTROUWEN (deel I)
Gedurende vele levens overheerste onze meer mentale, mannelijke
actiekant, en zat onze intuïtieve, vrouwelijke gevoelskant behoorlijk in
het nauw. Nu we vanuit een nieuwe balans gaan leven, die het
vrouwelijke in ons herstelt, worden we steeds gevoeliger. Door de groei
van ons bewustzijn beginnen we onszelf toe te staan om te voelen wat er
werkelijk in ons binnenste leeft. We leren vaker bij onszelf stil te
staan, naar binnen te kijken en onszelf dieper te openen voor wat er
innerlijk gezien en gevoeld wil worden.
De fysieke verdichting
die nodig was om te kunnen leven in de dualiteit, maakt plaats voor meer
transparantie, meer eerlijkheid maar ook meer kwetsbaarheid. Er valt nu
geen schone schijn meer op te houden, en dat kan ook niet meer wanneer
je meer verbinding je krijgt met je ware Zelf. Wie je van binnen bent,
wil ook van buiten geleefd gaan worden.
Nu we met steeds meer
mensen in alle eerlijkheid zoeken naar wie we zijn, waarom we hier zijn
en hoe we ons leven het liefst zouden willen leven, vliegt onze
frequentie bijna dagelijks omhoog. Daarmee verandert er in een korte
tijd van een paar jaar enorm veel in ons. Het bewustzijn loopt voorop
qua veranderingen; in de geest wordt het licht krachtiger en krachtiger.
Maar voordat dat licht ook het meest verdichte in ons diepste fysieke
zijn heeft bereikt, wordt er onderweg heel wat aangetrild en in beweging
gebracht.
ZELF-DELEN IN DE SCHUILKELDERS
Laag voor laag
breken er energetische en fysieke 'muren' af die we, met al onze
weggestopte gevoeligheid, zo hard nodig hebben gehad om te kunnen
overleven. We incarneerden vele malen tussen mensen die zelf ook amper
in staat waren om onvoorwaardelijke liefde te ervaren, laat staan die te
kunnen geven. Eindelijk is het zo ver dat we nu in veiliger velden zijn
gekomen. Hoe meer we een bepaalde basisveiligheid kunnen ervaren, des
te dieper we in onszelf kunnen afdalen, en de zelf-delen ontdekken die
zich het verste weg in de schuilkelders van ons lichaam hebben
verborgen.
Zij zitten daar, omdat ze in traumatische tijden
onmenselijke ervaringen hebben gehad die nog nooit eerder gevoeld noch
verwerkt konden worden. Dit is op zich niet nieuw, dat we deze
zelf-delen ontdekken. Wat wel nieuw is, is dat het herstel waar we zo op
hopen, even op zich laat wachten. Het helen van deze delen duurt langer
dan verwacht, en dat maakt onzeker. Toch zullen we pas onze
Goddelijkheid kunnen belichamen nadat we onszelf tot in de diepste
celkernen bevrijd hebben van de greep van de angst.
DE MACHT VAN ANGST
Hoe gaat zo'n bevrijdingsproces in zijn werk? Er is helaas geen 'beste'
manier of een kant-en-klaar recept verkrijgbaar. Er zijn tientallen,
misschien wel honderden manieren om met angst om te gaan. Wat niet
werkt, is de angst bestrijden, ontkennen of negeren. Dat wat je probeert
weg te drukken, groeit onderhuids door en zal zich even later als een
boemerang in een verhevigde vorm weer bij je aandienen.
Wat wel
werkt, is onderscheid leren krijgen over waar de boodschap van de angst
vandaan komt. Als de boodschap uit je lichaam komt, dan weet je dat het
bijna altijd uit oude zelf-delen komt. De boodschap is dan ontstaan in
je persoonlijkheid, die reageerde op onveilige situaties in de
dualiteit. Angst is van nature geen Goddelijke boodschap, maar afkomstig
uit bewustzijnsvormen die zichzelf probeerden te redden, of juist het
Goddelijke in de mens probeerden te vernietigen.
Angst is in ons
systeem geslopen waar we de verbinding met de Goddelijke Aanwezigheid in
onszelf zijn kwijt geraakt. Waar de geest in ons altijd zal zeggen 'er
valt niets te vrezen', geeft ons lichaam heel andere signalen af. Deze
komen uit oude illusies, uit een geloof dat er krachten zijn die sterker
zouden zijn dan de ware Goddelijk scheppingskrachten. Het is niet onze
Goddelijkheid die de angst macht heeft gegeven; het is de
persoonlijkheid die zichzelf ver boven of onder God gewaand heeft, en
daarmee de macht van angst in het leven heeft geroepen.
AFGESCHEIDEN PERSOONLIJKHEID
Al wat leeft in de schepping is afkomstig uit de ene, leven-gevende
Goddelijke Bron. Al wat leeft is ons geschonken, door Vader en Moeder
God. Maar wat de mens, die zich van het Goddelijke in zichzelf heeft
afgescheiden, er vervolgens mee gedaan heeft, heeft voor een heleboel
dis-harmonie en vernietiging gezorgd. Deze herinneringen aan
vernietiging zitten nog in onze afgescheiden zelf-delen. Wanneer we die
weer beginnen te voelen, worden we vaak ook wantrouwend naar de
Goddelijke krachten in onszelf.
Zijn deze krachten wel sterker
dan wat ons lichaam of onze psyche aangeeft? Hebben we juist niet heel
vaak meegemaakt dat we ons leven moesten offeren omdat de tegenkrachten
sterker bleken, en we niet gered zijn door het Licht?
Zo gauw de
angst voor nog meer ziekte, vernietiging en dood de kop op steekt kunnen
we opnieuw gevangen raken in een verscheurdheid tussen de 'waarheid'
(angst) van onze persoonlijkheid en de Waarheid (weten) van de Geest.
VERTROUWEN VERLOREN
Angst is niet verbonden met Goddelijke liefde of waarheid, maar met de
afwezigheid van liefde en vertrouwen. En dat is nou precies waar we
momenteel met de neus bovenop gedrukt worden: Wáár ontbreekt die
onvoorwaardelijke liefde en dat oer-vertrouwen nog in ons? Niet in de
geest, maar wel in onze gedachten, emoties en in de wonden van ons
lichaam.
De ooit verbroken verbindingen met de Goddelijke
Aanwezigheid in onszelf komen via de angst feilloos in beeld. We worden
klaargestoomd om onszelf te kunnen bevrijden van alle op angst
gebaseerde denkpatronen en emoties.
De meest heftige
traumatische herinneringen zijn verbonden met ons fysieke zijn binnen de
dualiteit. Buiten de dualiteit, en buiten ons lichaam is er geen
dreiging van dat we vernietigd kunnen worden of kunnen sterven; de ziel
is immers onsterfelijk en eeuwig. De grootste angsten zitten dus in onze
fysieke celkernen en onze psyche opgeslagen; ze betreffen de rampen die
we aan den lijve ondervonden hebben. Het zijn de ervaringen die ervoor
gezorgd hebben dat er - meestal op een gruwelijke manier - een einde aan
ons leven kwam en we het vertrouwen in de Goddelijke wereld verloren
hebben.
HET GROTE INNERLIJKE WERK
Nu ons lichaam zo
'omgebouwd' wordt om hogere frequenties te kunnen dragen, en daarvoor
onze lagere chakra's weer in harmonie gebracht zullen worden, wil het
zich van alle oude traumatische herinneringen en angsten ontdoen.
Tegelijkertijd groeit het verlangen naar liefde en licht van onze eigen
Goddelijke Aanwezigheid. Als we die toelaten kan ons lichaam zich steeds
dieper ont-spannen en ont-krampen. Dan kunnen we ons hart openen voor
de diepst weggestopte spanningen, en deze vrij laten komen in een
veilige en begripvolle bedding. Daarbij is het goed om te blijven
beseffen dat angst met onze oude persoonlijkheid verbonden is, en dus
niets te maken heeft met wie we werkelijk zijn! Indien we onze
Goddelijkheid werkelijk het vertrouwen geven, kan alle angst die nog in
ons woont met Liefde en wijsheid geneutraliseerd worden.
Ons
lichaam maakt overuren, dag en nacht, om alles gereed te maken voor de
innerlijke landing van onze Goddelijke Zelf-delen. Het is alsof je hoog
bezoek krijgt en je je eigen huis nog eens extra grondig schoonmaakt.
Overbodige rommel ruim je op en je brengt er een zo fris en zuiver
mogelijke sfeer in. Wat Goddelijk is geef je een mooie plek; de rest kan
weg of mee naar de kringloop. Daar wordt alles wat niet meer dient
geneutraliseerd en teruggebracht naar de Bron waaruit het ontstaan is.
Als je dat vertaalt naar je lichaam toe, snap je dat je energetisch
constant bezig bent met openen, luchten, opruimen, afvoeren,
neutraliseren, ontvangen en integreren.
Ogenschijnlijk lijkt het
er soms op dat je niets doet. Maar juist in de momenten van rust en
overgave kan 'het grotere werk' zich in jou voltrekken. Het is dus heel
normaal dat je vaker moe bent, slechter slaapt, geen heftige prikkels of
spanning kunt verdragen, allerlei rare kwaaltjes krijgt die komen en
gaan, meer rust nodig hebt en naar stilte verlangt!
HET BELICHAMEN VAN ONZE GODDELIJKHEID
Wat heel belangrijk is om te beseffen, is dat de traagheid van het
herstel van onze vrouwelijke kant - in zowel mannen als vrouwen - alles
te maken heeft met het heel lang niet kunnen belichamen van onze
Goddelijkheid. Doordat we de laatste eeuwen zo geleden hebben onder de
onderdrukking en overheersing van het mannelijke in onszelf en in
anderen, zitten er hardnekkige emoties en denkpatronen vast in onze
gevoelskant. Het zijn de innerlijke demonen, die verbonden zijn met de
meest gruwelijke, psychische en fysieke herinneringen aan vernietiging
en sterfelijkheid.
Hoe groter je verlangen is om in je Goddelijke licht
te kunnen zijn, des te harder de stemmen van deze demonen zich innerlijk
aandienen. Ze vragen om heel veel geduld en veiligheid, inzicht en
begrip. Zij kunnen alleen met heel veel liefde uit het duister
tevoorschijn worden gehaald.
Juist in relaties met geliefden en
dierbaren zal deze gewonde gevoelskant aangeraakt worden. Er kan zo'n
diepe onveiligheid achter zitten dat het bij momenten lastig is om je te
openen en een ander heel dichtbij te laten komen, tenzij je voelt dat
de ander kent en begrijpt waar je doorheen gaat. Daar zal ik een
volgende keer meer over schrijven.
Waar Liefde is, kan geen angst
bestaan. Omarm jezelf dus maar wat vaker! Focus vooral op het
vertrouwen van de Goddelijke Aanwezigheid in je, in plaats van jezelf te
verliezen in alles wat mogelijk nog zorgelijk is of zorgelijk zou
kunnen worden.
We zitten met duizenden, wellicht miljoenen
medereizigers in een soortgelijk schuitje naar de zelfbevrijding uit de
oude duale ketenen van angst. Hoe meer Liefde, Licht en veiligheid we
onderweg creëren, des te gemakkelijker de overtocht voor iedereen zal
zijn!
MV ♥