zondag 19 juni 2022

π—¦π˜π—Όπ—½! ~ Eliza Veldhuizen


π—¦π˜π—Όπ—½!

π—¦π˜π—Όπ—½!
Voelde ik, toen ik 3 jaar was en steeds opnieuw naar de peuterspeelzaal werd gebracht.
Het was mij te veel, te druk, niet fijn, ik wilde bij mama zijn.
Maar ik kon het niet zeggen.
Ik viel stil..
π—¦π˜π—Όπ—½!
Voelde ik, toen ik op 5-jarige leeftijd voor het eerst op school werd achtergelaten, en iedere daarop volgende dag dat ik er heen moest.
Maar het moΓ©st, dus er was geen ruimte voor mijn Stop.
Ik viel stil..
π—¦π˜π—Όπ—½!
Voelde ik, toen kinderen op het schoolplein rare spelletjes speelden, waarbij ze je in de wurggreep namen of je arm beetpakten, je vel in tegengestelde richting draaiden en dan hard lachend riepen: "Prikkeldraad!"
Ik durfde mij niet te verweren.
Ik viel stil..
π—¦π˜π—Όπ—½!
Voelde ik, iedere ochtend als mijn broertje tv keek en iedere avond wanneer hij tijdens het avondeten naast mij zat te smakken.
Ik was al zo overprikkeld en gespannen, dit kon er niet meer bij.
Tegenover hem en mijn ouders durfde ik wel, en ik kreeg steeds vaker woedeaanvallen..
π—¦π˜π—Όπ—½!
Voelde ik, toen ik een 'vriendje' had die steeds weer opnieuw te dicht bij kwam.
Maar na drie keer Stop! te hebben aangegeven en hij niet luisterde, verloor ik mijn kracht.
Ik viel stil..
π—¦π˜π—Όπ—½!
Voelde ik ook Γ‘l die keren dat er mannen waren die meenden mij zomaar te mogen aanraken.
Handen op mijn billen terwijl ik gewoon langs liep, een sterke arm die mij stevig beetpakte en natte lippen in mijn nek terwijl ik gewoon van de buitenlucht stond te genieten.
Ik voelde inmiddels niet meer dat er ruimte was voor de Stop! die ik voelde.
Ik bleef stil..
π—¦π˜π—Όπ—½!
Voelde ik in de loop der jaren bijna niet meer.
Niet omdat het er niet meer was, maar omdat ik het niet meer herkende.
Ik was het zo gewend geraakt dat er geen ruimte was voor grenzen, dat ik mijn grenzen niet meer herkende.
Maar op een diepere, onbewuste laag waren mijn grenzen natuurlijk niet verdwenen.
En iedere keer dat er een grens werd overschreden en ik verstilde, bouwde zich spanning op in mijn lichaam.
Dit begon zich te ontladen in paniekaanvallen, hyperventilatie, en extreme angsten..
π—¦π˜π—Όπ—½!
Voelde ik, nog maar heel kort geleden, toen ik mij ineens van al het bovenstaande bewust werd.
Stop! Stop! Stop!
En ik stopte.
Ik stopte met pleasen, ik stopte met altijd maar doorgaan, ik stopte met mij stilhouden tegen anderen.
Ik maakte ruimte voor mijzelf en voor het bewust gaan voelen van mijn grenzen.
Ik verstilde, maar ik was niet bevroren.
Ik keerde naar binnen om te ervaren wat er mijn hele leven was gebeurd.
En hoe vanzelfsprekend dit lijkt te zijn, niet alleen in mijn eigen leven.
Want het lijkt wel alsof we al van jongs af aan al moeten leren dat onze grenzen er vaak niet toe doen.
We worden overal maar heen gebracht, achtergelaten, gestuurd, gedomineerd en gecommandeerd.
We worden er op geprogrammeerd om volgzaam te zijn.
Want volgzaam is gehoorzaam, en als je gehoorzaamd ben je lief.
Als je doet wat er van je wordt verwacht, doet wat anderen zeggen dat goed is, dan tel je mee.
Niemand wil afgewezen worden.
En wij voelen wel, dat diegenen die over onze grenzen heen gaan Γ³Γ³k niet afgewezen willen worden.
Zo houden we de cirkel rond.
Maar hiermee raken wij onszelf kwijt.
Ik wens dat wij allemaal dat -π—¦π˜π—Όπ—½! weer naar ons bewustzijn gaan halen.
Dat we met zijn allen heel bewust ruimte gaan creΓ«ren voor onszelf.
Dat wij allemaal heel bewust gaan voelen wat voor ons klopt en wat niet.
Dat we de kracht voelen om "Nee" te zeggen.
En dat wij niet meer onze eigen afwijzing creΓ«ren en in stand houden.
Dat wij niet bang zijn om afgewezen te worden, of om zelf af te wijzen.
Dat wij hierin niet meer afhankelijk zijn.
Laten we luisteren naar onszelf, Γ©cht luisteren.
Laten we onze harten stralen en onze intuΓ―tie spreken, en laten wij daarop vertrouwen en nooit meer bang zijn.
Laten wij ons verbinden met de liefde die wij altijd al zijn geweest en altijd zullen blijven.
Óók als wij worden afgewezen omdat wij een π—¦π˜π—Όπ—½! voelen.
Eliza Veldhuizen