Op deze planeet Aarde staat er maar één ding vast.
Dat er een dag zal komen dat we deze plek weer verlaten,
wel of niet gepast.
Eigenlijk heeft niemand een idee wanneer deze “verlatingsdag”
zal komen.
Of op welke manier we van deze planeet weg zullen stromen.
De ene komt hier voor een kort verblijf en de ander voor
een lange dolle rit.
Voor de ene is het een “Happy Ending” voor de ander “dikke shit”.
De ene bepaalt zelf zijn vertrek en de ander wordt er brutaal
toe gedwongen.
Voor de ene is het een lange lijdensweg, terwijl een ander
zijn liedje plotsklaps is uitgezongen.
Meestal vertrek je alleen, maar in bepaalde omstandigheden
ook met velen samen.
et is niet altijd mogelijk om op dat vlak je eigen plannen
te beramen.
Ook de plek en de omstandigheden waarin we geboren worden,
noemen we “geluk” of “pech”.
Of we wijten een kort of lang leven aan onze genetische aanleg.
Het lijkt erop dat we hier vanuit het “Niets” worden gedropt
en naar het “Niets” weer terugkeren.
Dat we maar één kans krijgen om hier zo goed mogelijk te presteren.
Toch zit er achter dit schijnbare “oneerlijke” spel hier op Aarde.
Een Goddelijke Organisatie die ieder aanwezig laat zijn
in eigen Waarde.
Wat niet wil zeggen dat het geen pijn kan doen om los te laten.
Als voor een geliefd persoon de dag aanbreekt om deze planeet
te verlaten.
Loslaten kan zorgen voor een leegte en een achterblijven
in het ongewisse.
Voor een diepe pijn en ongemak om de ander te moeten missen.
Maar als “Loslaten” kan worden aanschouwd in het kader
van de Eeuwigheid.
Dan zijn we helemaal in Vrede met de ervaring van
onze Aardse Eindigheid.
Dan ervaren we de verbinding over de grenzen
van de “Dood” heen.
En voelen we ons niet echt achtergelaten en helemaal alleen.
Dan weten we dat er veel meer is dan dit eindige Aardse Spel.
Dat we ook tot veel meer in staat zijn dan onze beperkte
menselijke kommer en kwel.
Dan beseffen we dat “Loslaten” zowel een Einde is
als een Nieuw Begin.
Zowel voor degene die hier achterblijft als voor de persoon
die naar de Hemel reist met of tegen zijn zin.
In Liefde verbonden van Hart tot Hart,
Hilde Janssen