Boosheid als sleutel tot zelfliefde
28 april 2019 / Door Gerrit Gielen
Er is in onze wereld een taboe op boos zijn. Niet onbegrijpelijk, boosheid
wordt immers geassocieerd met geweld, agressie en woede uitbarstingen. Een
wereld zonder boze mensen lijkt een veel betere wereld te zijn dan de huidige.
Vooral vrouwen leren hun boosheid te onderdrukken. Een meisje hoort lief,
zorgzaam en begrijpend te zijn.
Natuurlijk is het zo dat geweld en agressie verwerpelijke zaken zijn, maar
is het daarom ook slecht om een keer gewoon boos te zijn? Waarom worden we
eigenlijk boos? Waarom bestaat dat gevoel?
In dit artikel wil ik uitleggen waarom boosheid zo’n belangrijke emotie is.
Er loopt een weg van boosheid naar zelfliefde die ik hier in een aantal stappen
beschrijf.
Je mag boos zijn
Mensen kunnen om allerlei redenen boos zijn. Om iets wat lang geleden
gebeurd is, om iets wat ze op televisie zien, om iets wat ze menen te weten
over anderen – maar primair is boosheid een natuurlijke reactie als iemand over
je grenzen heen gaat. Je hebt jezelf lief, je respecteert je zelf – dus reageer
je heel duidelijk naar een ander toe als die als die dat blijkbaar niet doet en
over je grenzen heen gaat. Met andere woorden: natuurlijk geuite boosheid komt
voort uit liefde: liefde voor jezelf.
Het herstel begint met het inzicht dat geuite boosheid in eerste instantie
een teken van zelfliefde is. Boosheid vertelt jou dat jij over je grenzen heen
hebt laten gaan. Het is belangrijk om die boosheid op een duidelijke, maar niet
agressieve manier te uiten naar de ander die dat doet. Dat is niet alleen
belangrijk voor je eigen geluk, maar ook voor die ander: iemand die voortdurend
over de grenzen van anderen heen gaat kan nooit gelukkige, evenwichtige
relaties met zijn medemens opbouwen.
Kom tot het inzicht dat je boos mag zijn, dat het een gezonde en heel
menselijke emotie is. Een emotie die nodig is om je hier als liefdevol mens te
kunnen manifesteren.
Boosheid uiten
Stel dat je geaccepteerd hebt dat je boos mag zijn. Hoe leer je dan die
boosheid te uiten? Gevoelige mensen klagen er vaak over dat de boosheid er niet
is op het moment dat het nodig is. Dan zijn ze te veel onder de indruk van wat
er gebeurt, van de ander die over hen heenloopt. De boosheid komt dan te laat
en dan denken ze: ach laat maar, het is al voorbij, ik heb nu niets meer aan
die boosheid.
Er zijn dan drie dingen die je kunt doen.
1. Uit de boosheid alsnog
Maak om te beginnen voor jezelf heel helder waarom je boos bent. Schrijf
het desnoods op, kort en krachtig. Het is belangrijk dat het voor jezelf heel
duidelijk is waarom je boos bent; hoe duidelijker het is voor jezelf, des te
duidelijker kun je het ook overbrengen aan de ander. Meestal is het zo dat
degene die over jouw grenzen is heengegaan niet uit jouw leven is verdwenen.
Kom er dan op terug, ga alsnog de confrontatie aan. Vaak denk je: het is al
voorbij en het was niet zo belangrijk – dat is niet zo, dat zijn uitingen van
angst voor de confrontatie. Zie die angst eerlijk onder ogen.
Zie de boosheid in je als een kind dat je serieus moet nemen. Door alsnog
de confrontatie aan te gaan, neem je dat deel in jezelf serieus. Het heeft
zelfs voordelen als je er even mee wacht, je kunt dan duidelijker en helderder
formuleren waarom je boos bent. En wellicht is de ander ook tot rust gekomen.
Maar stel het niet te lang uit.
2. Bereid je voor op een confrontatie
Vaak weet je al van te voren dat er een confrontatie zit aan te komen. Een
belangrijke vergadering waarin je je standpunt moet verdedigen, een stevig
gesprek met je partner of je kinderen over een onderwerp wat je eigenlijk al
lang dwars zit.
Je kunt je dan voorbereiden. Oefen heel duidelijk wat je wilt zeggen. Ook
is het heel zinvol het hardop te zeggen als je alleen bent. Je keel went dan
vast aan het uitspreken van die energie. Het gaat dan makkelijker als het
moment daar is.
Het is ook een belangrijk signaal naar jezelf. Door je voor te bereiden
geef je aan dat je boos mag zijn, dat je ruimte mag innemen voor jezelf, dat
het boze kind in jezelf er ook bij hoort.
3. Ga na wat er gebeurd zou zijn als je
je boosheid wel geuit zou hebben
Je kunt dit in je fantasie oefenen, maar ook als een toneelstukje spelen
als je een keer alleen bent.
Gevoelige mensen die moeite hebben met het uiten van hun boosheid hebben
vaak een vertekend beeld van hun medemensen: die zijn autoritair, zelfverzekerd
en hebben hun argumenten onmiddellijk klaar. Zichzelf zien ze zich daarentegen
als onzeker, kwetsbaar en nooit goed in staat om de juiste argumenten voor hun
standpunt te vinden. En dus kun je beter de confrontatie niet aangaan; je kunt
die immers toch niet winnen.
Zo is het echter niet; we zijn allemaal kwetsbaar en onzeker, we hebben
allemaal een innerlijk kind dat behoefte heeft aan warmte en liefde.
Door het uiten van je boosheid in je fantasie te oefenen – waar alles mag –
kun je dat een plaats geven. Neem in je fantasie de moeite om die ander, waar
je boos op bent, als mens in zijn kwetsbaarheid te zien.
Vaak worden we ook gekwetst door onze interpretatie van de woorden van een
ander en heeft die ander dat helemaal niet zo bedoeld. Door in je fantasie, of
in het echt, eens alle rollen te spelen ga je beter de kwetsbaarheid en de
bedoelingen van die ander beseffen.
Je gaat dan ook zien hoe je die ander het best kunt bereiken. Vaak werkt
het het beste als je het kind in de ander ziet en je tijdens het uiten van je
boosheid ook richt tot dat kind.
Mensen zijn in het algemeen niet zo rationeel als ze zich voordoen. We
hebben allemaal in ons een kind dat gezien en gehoord wil worden. Het is vaak
ook dat kind dat de grenzen van een ander niet respecteert en dat mag daarop
best wel eens aangesproken worden.
In je fantasie kun je oefenen met het leren zien van het kind in de ander
en dat kind direct aanspreken.
Als je dit zuiver doet, zul je merken dat het daadwerkelijk effect heeft op
de ander. Onze fantasie zit namelijk niet alleen in ons hoofd. Innerlijk zijn
we verbonden met elkaar. Door het innerlijk serieus uitwerken van je boosheid,
waarbij je in je fantasie de ander echt als mens een plaats geeft, gaat er
daadwerkelijk iets energetische stromen tussen jou en de ander.
Het is daarbij natuurlijk wel heel belangrijk dat je in je fantasie die
ander echt ruimte geeft en niet eindeloos allerlei verwijten blijft herhalen.
Dan ontstaan er malende gedachtes in je hoofd die nergens toe leiden. Stel je
de ander voor, spreek je boosheid uit, en geef dan in je fantasie de ander de
ruimte om te reageren, en kijk wat het met hem of haar doet. Zie de reactie van
het kind in de ander.
Het is mogelijk om boosheid naar een ander op te lossen op het innerlijke
vlak; soms is dat de enige weg omdat de mensen waar we boos op zijn er niet
meer zijn. Maar dat kan alleen als je bereid bent die ander echt ruimte te
geven in je innerlijke wereld. Innerlijke balans leidt tot uiterlijke balans.
Misschien gedraagt het kind waar we steeds boos op zijn zich wel zo
vervelend omdat we het niet zien met ons innerlijke oog.
Ruimte voor
jezelf
Als je je boosheid eenmaal accepteert als een natuurlijke en gezonde
kracht, die essentieel is om je eigen grenzen te handhaven, ontstaat er ruimte.
Ruimte in jezelf, een ruimte waarin jij mag zijn.
Een tijdje geleden las ik een verhaal van de filosoof Nietzsche; hij las
heel veel en beleefde dit heel intens. Op een bepaald moment werden zijn ogen
zo slecht dat hij niet meer kon lezen. Verrassend genoeg was hij daar blij mee.
Hij zei: lezen is het ik van een ander helemaal toe laten in je eigen ruimte,
nu kom ik pas toe aan mijn eigen ik.
Boosheid richt zich vaak tegen duidelijke indringers van onze ruimte. Heel
veel dingen komen sluipenderwijs binnen. Ze worden dan zo vanzelfsprekend dat
we niet meer opmerken dat het indringers zijn.
Om een voorbeeld te noemen: waarom hebben mensen een bepaald geloof? Als je
aan iemand vraagt waarom hij een bepaald geloof heeft dan zal hij ongetwijfeld
allerlei argumenten aandragen. Het ware antwoord is meestal echter dat mensen
een geloof hebben omdat hun ouders dat hadden. Kinderen nemen het geloof van de
ouders over.
Onze innerlijke ruimte is in het algemeen gevuld met allerlei ideeën en
overtuigingen die niet van ons af komen – en vaak ook helemaal niet in harmonie
zijn met ons ware zelf. Ons ware zelf omvat bijvoorbeeld zowel het mannelijke
als het vrouwelijke, als we dan een geloof verinnerlijken wat vrouwen en mannen
als geheel verschillenden wezens ziet, dan onderdrukken we onszelf.
Heel veel mensen vullen hun innerlijke ruimte met allerlei ideeën en
overtuigingen die het ware zelf afstoten.
Stel je je ware zelf eens voor als een prachtige stralende engel die boven
je hoofd zweeft, laat nu die engel eens heel langzaam indalen. En voel dan eens
waar in je lichaam nog opvattingen en overtuigingen zitten die de indaling
belemmeren. Overtuigingen die je vaak heel onbewust hebt overgenomen van je
ouders. Wordt nu eens boosheid. Zie je boosheid als een krachtig
schoonmaakmiddel om je innerlijke ruimte te reinigen. Zet de ramen en deuren
wagenwijd open en doe een grote voorjaarschoonmaak. Laat de engel die je bent
helemaal toe.
De eerste overtuiging die je waarschijnlijk moet loslaten is de overtuiging
dat jij het niet kunt of niet mag. Het geloof dus dat je niet de baas bent over
je innerlijke ruimte.
Jij kunt het wel. Jij bent de baas over je innerlijke ruimte. De innerlijke
ruimte is de plaats die jij van het universum gekregen hebt om te bewonen, en
te vullen met je licht. Je boosheid is het instrument om die ruimte te
beschermen en te reinigen.
Vraag je ook eens af: wie heeft er belang bij om jou te leren dat je niet
boos mag zijn? Mensen die willen voorkomen dat jij je eigen innerlijke ruimte
gaat gebruiken zodat jouw licht de wereld in gaat stralen. Trap daar niet in.
Nogmaals: jij bent daar de baas.
Jezelf
liefhebben
Als je je bewust bent van de ruimte die je hebt, is het tijd om de volgende
stap te zetten.
In jouw innerlijke ruimte gebeurt van alles: er zijn gedachtes, gevoelens,
lichamelijke en zintuiglijke sensaties. Maar waar ben jij? Als bepaalde
gedachtes of gevoelens er niet (meer) zijn, ben jij er nog steeds. Deze
talrijke inhouden behoren wel tot jouw innerlijke wereld, maar jij bént ze
niet; jij bent de ruimte zelf waarin dit alles voorbij stroomt: een bewuste,
levende ruimte waarin het denken en voelen plaatsvindt. Wat er ook in die
ruimte komt en gaat, de ruimte zelf blijft – jij blijft.
Als je je terugtrekt in die ruimte, jezelf niet langer identificeert met
gedachtes of gevoelens in die ruimte, maar met de ruimte zélf, verandert er
iets. Om te beginnen worden allerlei gewaarwordingen in die ruimte wat minder
belangrijk, het tweede is dat er een innerlijke rust ontstaat. De ruimte zelf
is stil – en nog iets anders: liefdevol. De innerlijke ruimte is ten diepste
een veld van liefde.
De sleutel tot zelfliefde is uiteindelijk de ontdekking dat jij liefde
bent.
Als je je bewust bent van die liefde, omring dan al die innerlijke
gewaarwordingen, al die gevoelens – misschien ook wel lichamelijke pijn – met
die liefde. Jij bent niet de pijn, jij bent niet de getraumatiseerde gevoelens;
jij bent het veld van liefde. En kijk eens wáár in jezelf die liefde het
hardst nodig is. Misschien is er een oud getraumatiseerd stuk uit een ver verleden.
Laat het idee los dat dit veld van liefde alleen in het nu bestaat; dat is
slechts het zoveelste idee waarmee jij jezelf beperkt. Het veld van liefde dat
jij bent overstijgt tijd en ruimte, het kan uitreiken naar ieder moment, naar
iedere plaats in het universum. Reik uit en omring het meest getraumatiseerde
deel van jezelf met liefde.
Tot slot: je
bemind voelen
Hoe vaak voelen we ons niet eenzaam en onbemind? Hoe is dit mogelijk
terwijl we volgens alle spirituele leringen omringd worden door liefde. In
allerlei channelingen en teksten komt het steeds weer terug: jullie worden
eindeloos bemind. Waarom merken we daar zo weinig van, waarom voelen we al die
liefde niet?
Het antwoord is omdat we onszelf niet liefhebben. Als je jezelf niet lief
hebt, stoot je liefde af. Als je je verbergt voor het licht van de zon, zul je
ook nooit de sterren zien. Op het moment dat je jezelf begint lief te hebben,
begint te waarderen om wie je bent, al die zelfveroordeling eindelijk eens los
begint te laten – zul je ontdekken dat er ook liefde voor jou bestaat.
Heel geleidelijk aan zul je een subtiele verschuiving waarnemen in de
manier waarop je de wereld ziet. Je zult je meer bewust worden van alle liefde
en vriendschap die er voor jou is in de wereld, en je minder gaan ergeren aan
alle ‘fouten’ van anderen. Je zult meer genieten van het zijn in de natuur, en
langzaam de liefde voelen die alles bindt.
Je zult omhoog kijken naar de sterren, het diepe mysterie voelen – en de
liefde waaruit alles ontspringt. En je beseft dat er vanuit die bron van liefde
ook liefde naar jou stroomt.
Heel geleidelijk aan zul je je ook bewust worden van meer subtiele
energieën die jou omringen: gidsen die bij je zijn en jou onvoorwaardelijk
liefhebben. Oude vrienden die jou nooit in de steek gelaten hebben; ze waren er
altijd maar jij vergat hen.
Lezen over liefde is fijn, geïnspireerd schrijven over liefde heerlijk.
Voor het werkelijk ervaren van liefde, voor het werkelijk toelaten van liefde
in je leven, voor je werkelijk bemind voelen, is iets anders nodig – boosheid.
Boosheid is nodig om ruimte te creëren voor je zelf.
♥ Boosheid is
nodig om je te bevrijden van alle energieën die jou weghouden bij liefde.
♥ Boosheid is
nodig om tot jezelf te komen en te ontdekken dat je liefde bent.
♥ Boosheid is
nodig om jezelf weer te openen voor de liefde die jou omringt.
En uiteindelijk is boosheid nodig om de liefde te kunnen uitdragen die je
bent. Zonder af en toe boos te worden kun je nooit trouw blijven aan jezelf en
zul je het contact met de bron van liefde die je bent vroeg of laat weer
verliezen.
Jezelf toestaan boos te zijn is een daad van liefde naar jezelf.
Veel succes met liefdevol boos zijn!
© Gerrit Gielen
www.gerrit-gielen.nl