Van persoonlijk ego naar Spiritueel Ego
Of hoe de illusie zich verder
zet
8
Februari 2017
Ik besef dat dat wat volgt me mogelijks heel wat
kritiek zal opleveren, en dat dit misschien heel wat mensen tegen me in het
harnas zal jagen, maar desondanks deze wetenschap voel ik het verlangen om dit
hekel onderwerp aan te snijden.
In eerste instantie voor mezelf en vervolgens
voor diegenen die er open voor staan.
Iedereen, of toch een groot deel van de mensen
kennen of weten wat het woord ego inhoud.
Ieder van ons, zonder uitzondering, wordt
daarmee geconfronteerd.
We zijn geneigd te denken dat dit betekent dat
we dan met het ego buiten onszelf geconfronteerd worden, maar het allereerste
en in principe enige ego waar we tegenaan botsen is ons persoonlijk ego.
Het persoonlijk ego dat in de dagdagelijkse
bezigheden te pas en te onpas gebruikt wordt.
Begrijp me niet verkeerd, daarmee bedoel ik niet
dat het ego slecht is, of aan de kant moet geschoven worden.
Soms is het goed en nodig om vanuit het ego te
denken en te handelen,het kan ons behoeden voor onveilige situaties die niks
bijdragen tot ons Hoogste Goed.
Aan de andere kant, wanneer ons ego steeds
opnieuw de bovenhand haalt om situaties of mensen aan de hand van “onze normen”
te valideren, dan is er een reorganisatie in ons denken nodig.
Dan is het goed om even stil te staan bij
onszelf en in alle eerlijkheid, maar zonder zelfverwijt, de vinger op de zere
plek te leggen.
Met dit symbolisch gebaar raken we onze borst
ter hoogte van ons hart aan, en in dit gebaar schuilt een verbogen waarheid.
Telkenmale we het ego ondoordacht zijn gang
laten gaan, brengt dit in eerste instantie hartzeer bij onszelf teweeg.
Het doet afbraak aan dat wat we met veel moeite
en na lang zwoegen opgebouwd hebben.
En zoals we allen w<eten gaat afbreken veel
vlugger dan opbouwen.
Laten we ons dan de tijd en de moeite besparen
door gewoon observator te zijn van datgene wat dagdagelijks rondom ons gebeurd,
zonder er ons via ons ego mee te verbinden, het leven wordt zoveel eenvoudiger
en moeitelozer daardoor, dus waarom zouden we onszelf dat niet gunnen ?!
Met deze vraag komen we bij het volgende, nog
delicatere onderwerp, het Spirituele Ego.
Deze terminologie is iets minder gekend maar
destemeer taboe voor heel wat mensen.
Naarmate we meer en meer bewust omgaan met ons
persoonlijk ego, groeit ons vermogen om mededogen en liefde te ervaren voor
onze medemensen, deze eigenschappen deinen meer en meer uit, zodanig zelfs dat
we op een bepaald moment geneigd zijn om onze verworvenheden met anderen te
delen, want daar gaat het toch over? Zorg dragen voor elkaar?
Inderdaad! Maar……
We staan te weinig stil bij het feit dat het
advies of de hulp die we, weliswaar met goede bedoelingen geven, dikwijls een
verdoken vorm van Spiritueel Ego is.
Dit is zekers het geval wanneer het advies of de
hulp ongevraagd gegeven wordt, want op een dergelijk moment vindt de
hulpverlener zichzelf groter en sterker dan degene die met het probleem
worstelt, en vindt hij of zij dat het zijn of haar taak is om te helpen, deze
persoon merkt niet dat hij of zij zich daardoor “verhevender” acht dan de
ander, dit is denken en handelen vanuit Spiritueel Ego.
Een ware hulpverlener houdt Het Licht en De
Liefde brandend zonder in te grijpen in het proces van de ander.
Hij of zij brengt het geduld op om de ander de
nodige tijd tot zelfheling te
gunnen, want dit is de enige echte
heling.
Het getuigt van zo’n groot Spiritueel Ego om er
vanuit te gaan dat we “geroepen” zijn om heling te brengen in een ander zijn of
haar proces.
We moeten beseffen dat we door dergelijk gedrag
affirmeren dat de ander te zwak is om dit proces succesvol te doorgaan.
Anders is het wanneer de persoon in kwestie hulp
vraagt.
En dan is het nog altijd de taak als
hulpverlener om de hulpvrager zichzelf te leren “behelpen”, zodat deze onafhankelijk
van externe hulp kan functioneren,
Zelfredzaamheid is een fundamentele
noodzakelijkheid die niet verworven kan worden door steeds terugkerende externe
hulpverlening.
De grens tussen deze twee handelswijzen is zo
dun, dat we steeds alert en op onze hoede moeten zijn, en steeds innerlijk
moeten schouwen welke van de twee functioneel is.
Wat wijzelf als “beter” of “comfortabeler” voor
de ander vinden is niet altijd wat de ander nodig heeft.
Wat de ander nodig heeft om tot wasdom te komen,
speelt zich op het eigenste moment af.
Wie beweerd te weten wat deze ziel gekozen heeft
om te ervaren en welke weg of manier daarvoor nodig is, denkt beter nog eens
na.
Misschien ontneemt men zo wel een cruciale
schakel in het groeiproces, en verzwakt men zo de ketting van vooruitgang.
Men ontneemt zo misschien wel de kans om zelf te
leren voelen wat goed en juist is voor het individu in kwestie.
Dit wil niet zeggen dat er geen communicatie mag
gebeuren, maar dan wel in de vorm van zelfonderzoek.
Het zelfde geldt voor lichaamswerk, energetisch
zowel als fysiek, dit kan en mag op voorwaarde dat dit gebeurd vanuit het
oogpunt de hulpvrager te voorzien van Lichtinbreng of een fysieke comfortabelere
toestand, zodanig dat hij of zijzelf het eigen transformatieproces kan verder
zetten.
Ik weet dat het soms verleidelijk is om met
pasklare antwoorden of handelingen op de proppen te komen, maar het is ons
eigen ongeduld die dan onder de noemer van hulp bieden, de kop opsteekt.
Beter en eerlijker is het om dit feit toe te
geven dan hier en nu door deze uitspraak in de verdediging te gaan, want net de
uitspraak “ja maar dat…” zou tot nadenken moeten stemmen.
Iemand die niet vanuit Spiritueel Ego deze tekst
leest zal zich dan ook niet “aangevallen” voelen.
Het is absoluut geen schande om wat gekwetstheid
te voelen, het vraagt enkel wat moed om dit toe te geven, want dit getuigt van
het besef dat Spiritueel Ego latent aanwezig is en al dan niet in de
verdediging schiet.
Wanneer men voelt dat men niet meer het geduld
kan opbrengen, of dat men zelf “er onderdoor gaat” bij bepaalde contacten, dan
is het niet egoïstisch om zich terug te trekken en enkel voor datgene te kiezen
waarvan men voelt dat dit het Hoogste Goed van je persoonlijke vooruitgang
dient.
Deze keuze zal zijn weerslag hebben op het
geheel, we maken immers deel uit van één geheel.
Wat eerst als pijnlijk kan ervaren worden,
blijkt achteraf dikwijls een zegen te zijn.
Hoe dan ook, we moeten beseffen dat we nooit
kunnen inschatten of invoelen wat juist en nodig is voor de ander, simpelweg
omdat we de ander niet zijn.
We moeten beseffen dat we in de eerste plaats
niet dezelfde zielenprogramering hebben, we ook niet over identiek dezelfde
bewustzijnstoestand beschikken en ook niet dezelfde tools voorhanden hebben.
Dikwijls ontwikkeld zich de illusie dat het een
must is als mens om in “het spirituele plaatje” te passen, dat we zoveel
mogelijk heling of hulp moeten bieden aan anderen.
In vele gevallen is dit tevens een verdoken
vlucht om niet met het eigen transformatiewerk aan de slag te gaan, om zich zo
meer en meer uit te puren.
Men staat er niet bij stil dat door dit te
verzaken, er heel dikwijls eigen droesem de energie bezoedeld waarmee men als
hulpverlener werkt.
Na dit alles in ogenschouw genomen te hebben
komen we tot de conclusie dat, willen we hulp verlenen aan anderen, we beter
ons kunnen toespitsen op ons eigen transformatieproces, en dat het werkzamer is
om de helingtechnieken die we ons herinneren of aangeleerd hebben, op onszelf
toepassen.
Laat ons voor elkaar zorgen door ons te focussen
op onszelf.
Verander de wereld, begin bij je zelf, of om met
de woorden van Mahatma Gandhi af te sluiten:
Wees zelf de
verandering die je wenst te zien.
AMrita-Marleen
8-2-2017