Dit is een gedeelte uit het boek van Rosa Wouters
♥ cirkel van Liefde ♥
Ik merkte tot mijn verbazing dat ik niet langer probeerde anderen te overtuigen. Waarschijnlijk omdat ik voor mezelf geen overtuiging meer hoefde. Mijn gedreven praten over liefde, over wat daardoor wordt, over hoe ik haar zag en in zou passen in mijn leven, was een ‘weten’ geworden. Op een rustige manier wou ik nog wel meedelen en getuigen, maar verder ging ik niet.
De ervaring had me
geleerd dat wie me begreep, geen uitleg meer behoefde, want die wist vanuit
zichzelf. En voor wie niet wist, was begrijpen onmogelijk. Wat overtuigen
zinloos maakte.
Ik voelde me niet langer
aangevallen of bedreigd door wie daarover met me in discussie ging. Omdat er
geen flard van twijfel in mijn hart overbleef.
Je kan niet ‘een
beetje’ weten van liefde. Omdat liefde
niet in beetjes op te delen valt. Wie van liefde weet, kent haar totaal. Haar
inwijding is eenmalig en haar kracht onomkeerbaar. Haar mogelijkheden
onuitputtelijk.
Dus weet je alles
van liefde of helemaal niets. Een tussenweg is er niet omwille van hoe ze is en
van wat ze verwezenlijkt in wie haar in zich draagt.
Ze is je kind dat
jij koestert en de moeder die jij verzorgt.
Al wat je leeft,
leef je in haar naam.
Al wat je denkt,
toets je aan haar geest.
En al wat je voelt,
offer je op haar altaar.
Liefde is voor mij
al lang geen werkwoord meer. Het is geen handeling. Eerder een totale
afwezigheid van handelen.
Dat heeft niets met
passiviteit te maken. Enkel met loslaten. Loslaten als mantra tot het bereiken
van haar Kracht.
Niets of niemand
bezitten. Verwachtingen, bedenkingen en angst achter je laten. Dat is wat ze
van je wil.
En dan beloont ze je
rijkelijk. Met blijheid en opwinding. Met spel en ernst en vertrouwen. Zelfs
met momenten van extase en volmaakte harmonie. Want alles schenkt ze aan wie
haar mantra van loslaten bidt.
Maar als mijn
jarenlange ervaring in mijn werk me iets heeft bijgebracht, dan is het juist de
ontdekking dat ontzettend veel mensen bijna gek worden van angst, enkel bij de
gedachte aan worden als ‘loslaten’ of ‘verandering’. Hoe ziek of ongelukkig ze
zich ook voelen, hoe vernederd of gekwetst, het oude is gekend. En dus op een
manier veilig. Een schijnveiligheid weliswaar. Maar die leugen nemen ze er
graag bij. Letterlijk alles willen ze erbij nemen, als de dreiging voor
verandering maar wijkt!
Liever klampen ze
zich vast aan hun pijn en hun verdriet en hun armoe en hun eenzaamheid.
Paradoxaal genoeg is immers wie vasthoudt aan bezit juist het armst. En wie
zich vastklampt aan de ander vaak het meest eenzaam. En betekent rijkdom niet
altijd rijk.
En relatie niet
altijd samen. De strijd om het behoud van wat dan ook is daarom altijd een
vruchteloze strijd. Want het gevecht om iets wat niet van jou is, verlies je
altijd. Terwijl wat echt bij je hoort, geen strijd behoeft. Eenvoudiger kan
haast niet.
Dus angst om het
verlies is een soort nutteloze angst. En elke handeling ter bescherming in die
richting, hopeloos overbodig.
Leven is nooit
statisch, maar een voortdurende beweging van veel en weinig, van blijheid en
pijn, van geboorte en dood, van samen en
alleen en dan misschien weer samen…. En dus is echt Leven in al zijn dynamische
verscheidenheid, synoniem voor Verandering.