Afscheid nemen: een weg van rouw naar liefde
Juli 2019 / Door Gerrit Gielen
De dood is niet alleen afscheid, niet alleen
verdriet.
Door de dood besef je ook de liefde voor een ander
en de liefde van de ander voor jou.
Liefde is niet sterfelijk, liefde is eeuwig
Door de dood besef je ook de liefde voor een ander
en de liefde van de ander voor jou.
Liefde is niet sterfelijk, liefde is eeuwig
Toen mijn
moeder in juni 2019 overleed op 94 jarige leeftijd schreef ik deze woorden voor
haar rouwkaart.
Al enkele jaren voordat ze stierf begon ze te dementeren, een proces dat ons paradoxaal genoeg dichter bij elkaar bracht. Ze was opgegroeid in een streng rechtlijnig protestants milieu en dat droeg ze altijd in zich mee. Het stootte mij, vooral als kind, af. Op latere leeftijd werd ze steeds milder en kwamen we dichter tot elkaar. Haar dementie versnelde dit proces.
Al enkele jaren voordat ze stierf begon ze te dementeren, een proces dat ons paradoxaal genoeg dichter bij elkaar bracht. Ze was opgegroeid in een streng rechtlijnig protestants milieu en dat droeg ze altijd in zich mee. Het stootte mij, vooral als kind, af. Op latere leeftijd werd ze steeds milder en kwamen we dichter tot elkaar. Haar dementie versnelde dit proces.
Ik
herinner me dat ik eens met haar liep te wandelen, ze vertelde dat ze zich er
voor schaamde dat ze niet meer wist wie er nog wel en niet leefde. Zo dacht ze
bijvoorbeeld vaak dat haar ouders nog leefden. Ik zei haar dan dat dit heel
goed te begrijpen was. Ik legde uit dat haar ouders immers echt nog leefden en
op haar wachtten. Doordat ze ouder werd, kwam ze steeds dichter bij hen en
begon ze hun aanwezigheid te voelen. Wat ze dacht klopte dus eigenlijk gewoon.
Dankzij het dementeren begon ze open voor dat soort gedachtes te staan; haar
oude, starre ideeën liet ze in die laatste fase helemaal los. De lieve
zachtaardige vrouw die ze in wezen was, begon steeds meer tevoorschijn te
treden.
Ik
vergelijk leven en sterven een beetje met een rups die een vlinder wordt.
Gedurende het leven ben je als een rups, je kruipt wat rond en hebt geen idee
van de vlinder die je in wezen bent. Dan wordt je wereld kleiner, de ouderdom
treedt in, de rups verandert in een cocon. Niet leuk als je gelooft dat die
cocon het einde is, heel mooi als je weet dat in die cocon de transformatie tot
vlinder plaats vindt. Voel je de vlinder worden en je hebt een gelukkige oude
dag, voel de rups sterven en je bent ongelukkig.
In mijn
moeder voelde ik de vlinder geboren worden, er kwam steeds meer liefde tussen
ons.
Ze stierf
in het verpleeghuis waar ze de laatste jaren van haar leven verbleef.
Kort
voordat haar lichaam meegenomen werd, lieten ze mij nog even alleen met haar.
Ik gaf haar een kus, en zei: “als we elkaar weer tegenkomen zal er liefde
tussen ons zijn.” Verdriet en liefde gingen samen. Alles is nu goed tussen ons.
Er is veel
geschreven over het leven na de dood. Om wat te noemen, Pamela Kribbe heeft er
eens een mooie channeling over gedaan: De
dood en daarna. En ook zelf schreef ik er een stuk
over: Na de
dood.
In dit
artikel wil ik het hebben over de achterblijvers; hoe gaan wij om met de dood
van een geliefde, met het verdriet, het lege gat dat daarop volgt.
Alleen
maar geloven in een leven na de dood helpt in het algemeen niet echt. Je zult
niet minder pijn en leegte voelen dan iemand die atheïst is. Vaak zie je dan
ook dat gelovige mensen een hele krampachtige houding ten opzichte van hun
geloof ontwikkelen na het verlies van hun geliefde. Ze zijn boos op God, en met
geweld onderdrukken ze de twijfel die ontstaat. Of ze onderdrukken hun
verdriet, want hun verloren geliefde is immers in de hemel en gelukkig. Dus
zouden ze blij moeten zijn. En dat zijn ze niet, dus zijn ze slecht.
Domweg
geloven dat de geliefde verder leeft is niet de oplossing. Wat atheïsten doen,
geloven dat de ander voorgoed verdwenen is, en dat er dus een wond is die nooit
zal – nooit kan – genezen ook niet.
De
oplossing waarin ik geloof is de weg van het hart: de ervaring dat liefde een
realiteit is die tijd en ruimte overstijgt. Werkelijk de liefde voelen en
toelaten, en voelen dat in die liefde de ander er nog is.
De pijn van de dood
Wij leven
in twee werelden: de uiterlijke wereld, en de innerlijke. Vrijwel alles wat we
op school leren gaat over de wereld om ons heen: daar gebeurt het, daar moet je
het maken. Zodra een kind aandacht heeft voor zijn innerlijke wereld, wordt het
daarop afgerekend. Dagdromen mag niet, het moet bij de les blijven. Zo krijgen
we een boodschap mee: de uiterlijke wereld is belangrijk, de innerlijke niet.
Hoe ga je met je gevoelens om, met verdriet, met boosheid? Hoe met je medemens?
Hoe maak je een goed gebruik van je creativiteit?
We leren
de weg te vinden in de wereld om ons heen, maar niet in onze innerlijke wereld
– geen aardrijkskunde lessen over onze binnenwereld, hoe uitgestrekt die ook
is.
We leren
de innerlijke wereld – en dus onszelf – niet op waarde te schatten. Sterker
nog: velen van ons geloven dat die innerlijke wereld niet meer dan een deel is
van die uiterlijke wereld: we zijn ons brein. En dus gelden dan ook alle wetten
van de uiterlijke wereld voor de innerlijke wereld; valt daar iets of iemand
weg, dan verdwijnt het ook in de innerlijke wereld.
Het is
niet moeilijk in te zien dat dit niet klopt. Terwijl ik schrijf luister ik naar
het prachtige Miserere van Allegri. Het geeft mij een groot gevoel van
schoonheid. Schoonheid die ik nooit zal kunnen ontdekken door iemands hersenen
te bestuderen. Iemand die doof geboren is zal het nooit te weten kunnen komen,
hoe hij de hersenen en oren van iemand die wel kan horen ook bestudeert. Het
bestuderen van iemands hersenen geeft geen enkel inzicht in de innerlijke
wereld van die persoon, en dus is de innerlijke wereld niet verklaarbaar vanuit
de uiterlijke wereld.
Die innerlijke
wereld is de bron van heel veel schoonheid; niet alleen muziek, maar ook
literatuur, schilderkunst, architectuur, films, games etc. Het komt allemaal
voort uit de menselijke geest. En er is daar nog iets anders: liefde.
We kunnen
eindeloos de wereld om ons heen, de natuurwetten, de atomen, bestuderen –
liefde zullen we niet vinden. Liefde is iets van de innerlijke wereld, liefde
komt helemaal tot bloei als we vanuit onze eigen innerlijke wereld dat contact
maken met de innerlijke wereld van een ander. De alles overstijgende verbinding
van hart tot hart.
Dat de
dood zo’n groot drama is in ons leven komt grotendeels voort uit het feit dat
we onze innerlijke wereld verwaarlozen. Omdat we zijn gaan denken dat de wetten
van tijd en ruimte ook voor onze innerlijke wereld gelden.
De pijn
van de dood wordt veroorzaakt doordat we zijn gaan geloven dat als een persoon in
onze uiterlijke wereld wegvalt, hij of zij dan helemaal verdwenen is en dus ook
die innerlijke band – de liefdesband tussen twee mensen – wegvalt. De geliefde
verdwijnt dan niet alleen in onze uiterlijke wereld, er wordt ook een gat in ons
geslagen.
Omgaan met verlies: de
overwinning op de dood
Hoe kunnen
we het verschrikkelijke gat, dat door de dood van een geliefde veroorzaakt
wordt, helen?
1) Geef het hoopvolle een kans
Als we er
absoluut zeker van zijn dat de dood het einde is, dat alles in het verleden
voorgoed verloren is, dan blokkeren we met deze gedachte iedere oplossing. De
pijn in ons kan dan nooit genezen, het gat niet gevuld worden. We hebben dan
zelf een dam gebouwd tussen het gat in ons en het helende water dat er naar toe
wil stromen: de liefde van de ander die er nog steeds is.
Heling
begint met het positieve, het hoopvolle een kans te geven. Als we in ons leven
moeten kiezen tussen het negatieve en het positieve, en we niet weten welke van
beide waar is, dan is het altijd verstandig te kiezen voor het positieve.
Immers, kiezen voor het negatieve zal ons zeker niets brengen, kiezen voor het
positieve kan ons iets moois brengen.
Wat is het
positieve in dit geval?
Dat op het diepste niveau onze innerlijke wereld los staat van tijd en ruimte. Wij ervaren tijd en ruimte, maar innerlijk staan wij er los van. Het eeuwige leven is niet dat je eindeloos verder mee gaat met de stroom van de tijd, maar dat je ten diepste los staat van die stroom. Kijk in de spiegel, zie hoe je lichaam verandert, veroudert, en voel dan dat er diep in jou iets is dat dat niet doet, dat altijd hetzelfde blijft. Hoop ontstaat als je dat gevoel een kans geeft: misschien is het waar dat jouw lichaam veroudert maar jijzelf niet.
Dat op het diepste niveau onze innerlijke wereld los staat van tijd en ruimte. Wij ervaren tijd en ruimte, maar innerlijk staan wij er los van. Het eeuwige leven is niet dat je eindeloos verder mee gaat met de stroom van de tijd, maar dat je ten diepste los staat van die stroom. Kijk in de spiegel, zie hoe je lichaam verandert, veroudert, en voel dan dat er diep in jou iets is dat dat niet doet, dat altijd hetzelfde blijft. Hoop ontstaat als je dat gevoel een kans geeft: misschien is het waar dat jouw lichaam veroudert maar jijzelf niet.
Als je zo
in de spiegel gekeken hebt en dat gevoel van tijdloosheid een kans geeft,
overweeg dan deze gedachte eens:
Wij hebben geen dood om te sterven omdat dood iets is dat in de tijd plaats vindt en wij los staan van de tijd.
Wij hebben geen dood om te sterven omdat dood iets is dat in de tijd plaats vindt en wij los staan van de tijd.
Hoop vind
je door naar binnen te gaan, je ideeën los te laten, en jezelf te voelen. Hoop
vind je door jezelf niet langer weg te redeneren.
Jij bent een wonder.
Hoop vind je door je overleden geliefde niet langer weg te redeneren. Hun bewustzijn heeft zich teruggetrokken uit de tijd- en ruimtestroom waarin jij nog wel verkeert.
De liefdestroom van hart tot hart is er nog steeds – als jij die tenminste bereid bent te ontvangen.
Jij bent een wonder.
Hoop vind je door je overleden geliefde niet langer weg te redeneren. Hun bewustzijn heeft zich teruggetrokken uit de tijd- en ruimtestroom waarin jij nog wel verkeert.
De liefdestroom van hart tot hart is er nog steeds – als jij die tenminste bereid bent te ontvangen.
2) Geef liefde een kans
De
bovenstaande gedachtes zijn natuurlijk abstract, maar geef ze eens een kans.
Doe de volgende oefening eens.
Stel je
eens voor dat je na je dood wakker wordt in een andere wereld; lichter en
liefdevoller. Alle zorgen, angsten en lasten zijn weg. Je voelt je lichter, vrijer
en liefdevoller. Je denkt aan de mensen op aarde die je achterliet. Je voelt
ze, je ziet hun zorgen, je ziet hoe vast ze soms zitten in ideeën en
vooroordelen. Je ziet ze ook worstelen om zich daarvan te bevrijden.
Niet
langer gehinderd door je eigen aardse zorgen en angsten voel je ineens heel
veel liefde en begrip voor hen. Je was een rups, je bent een vlinder geworden.
Alle angsten in je hebben plaats gemaakt voor liefde.
Je probeert die enorme liefde die je in je voelt te sturen naar hen die achtergebleven zijn. Helaas, ze staan er niet of nauwelijks voor open. Ze zitten teveel vast in hun starre ideeën, hun pijn – en wellicht het verdriet over jouw heengaan. Ze zijn er van overtuigd dat jij er niet meer bent, niet meer gehoord en gevoeld kunt worden, en daarmee sluiten ze zich volledig voor jouw liefde af. Er is een zender, de ontvangers hebben zichzelf uitgeschakeld.
Wat moeten
ze toch doen om hun harten te openen, om jouw grote liefde voor hen te voelen?
3) Open je hart
Nu ben jij
degenen die achterblijft. En de overledene waar je om treurt is veranderd in
een bron van liefde. Liefde voor jou.
Hoe kun jij je openstellen voor die liefde? Hoe kun jij je hart openen?
Hoe kun jij je openstellen voor die liefde? Hoe kun jij je hart openen?
Om te
beginnen: stel je open voor die mogelijkheid. Je kunt als er niets gebeurt, als
je niets merkt, deze mogelijkheid achteraf nog altijd verwerpen.
Dus stel je open voor de mogelijkheid dat de overledene een bron van liefde voor jou is. Maar die liefde heeft ook een ontvanger nodig die juist afgestemd moet zijn. Jouw hart.
Dus stel je open voor de mogelijkheid dat de overledene een bron van liefde voor jou is. Maar die liefde heeft ook een ontvanger nodig die juist afgestemd moet zijn. Jouw hart.
Doe het volgende.
Ga naar je hart, schakel je gedachtes uit. Voel je hart.
Stel je dan de overledene voor als een prachtige stralende engel – heel mooi, helemaal vervuld van liefde voor jou.
Zeg dan
tegen jezelf: ik ben bereid die liefde te ontvangen.
Ik voel dat onze liefdesband de dood overstijgt; de hartsverbinding is eeuwig.
En voel dan hoe de liefde begint te stromen.
Ik voel dat onze liefdesband de dood overstijgt; de hartsverbinding is eeuwig.
En voel dan hoe de liefde begint te stromen.
Voel het
in je hart: je bent niet alleen.
Voel hoe je omringd ben door bronnen van liefde.
Voel hoe je omringd ben door bronnen van liefde.
Ontvang en
geef terug.
Verschuif je focus van jouw uiterlijke werkelijkheid – waar de dood bestaat – naar de innerlijke werkelijkheid, waar er geen dood is maar liefde.
Verschuif je focus van jouw uiterlijke werkelijkheid – waar de dood bestaat – naar de innerlijke werkelijkheid, waar er geen dood is maar liefde.
Denk dan aan je pijn, je verdriet – al je aardse zorgen. Laat de liefde zachtjes daar naar toe stromen.
Geloof die
liefde: er is geen dood.
Voel je je
nu niet beter?
Tot slot: de
werkelijkheid van het hart
Veel
mensen vereren twee afgoden: ruimte en tijd. Die twee afgoden delen alles in
hokjes op, zorgen dat alles verdeeld is.
Die twee afgoden hebben een kind: de dood. Als ruimte en tijd almachtig zijn is alles verdeeld, en valt alles vroeg of laat uit elkaar. Eenheid is een illusie. De dood, het uit elkaar vallen van schijnbare eenheid, wint het altijd. Mensen waar je zielsveel van houdt kunnen voorgoed verdwijnen in een eeuwige nacht.
Die twee afgoden hebben een kind: de dood. Als ruimte en tijd almachtig zijn is alles verdeeld, en valt alles vroeg of laat uit elkaar. Eenheid is een illusie. De dood, het uit elkaar vallen van schijnbare eenheid, wint het altijd. Mensen waar je zielsveel van houdt kunnen voorgoed verdwijnen in een eeuwige nacht.
Wetenschappelijk
is dat al lang achterhaald. Tijd en ruimte zijn één ding: de tijdruimte. Die
tijdruimte staat niet boven de eenheid van het universum, maar is er een
onderdeel van. Vragen als hoe groot en oud is het universum zijn daarom ook
betekenisloos: het universum is niet iets dat in tijd en ruimte bestaat.
Licht
staat los van tijd en ruimte. Al het licht van het universum, ook dat van
verleden en toekomst, is één in een eeuwig nu.
Als het
universum één is, waarom zouden wij anders zijn?
Laten we aanvaarden dat wij diep van binnen los staan van tijd en ruimte. Dat wat licht heet in de uiterlijke wereld, liefde heet in de innerlijke wereld.
Laten we aanvaarden dat wij diep van binnen los staan van tijd en ruimte. Dat wat licht heet in de uiterlijke wereld, liefde heet in de innerlijke wereld.
De
werkelijkheid van het hart is de werkelijkheid van de tijdloze liefde, en de
bronnen van die liefde: wij.
De
werkelijkheid van het hart is ook er voor kiezen om iedereen waarvan we
afscheid moeten nemen in ons geboren te laten worden als engel.
Stel je
dat eens voor: iedere keer als er iemand dood gaat wordt er in ons een stukje verlicht;
iedere keer als er iemand dood gaat, voelen we ons meer geliefd.
De dood is
niet het einde van liefde, maar de bewustwording van een tijdloze
onvoorwaardelijke liefde.
Als we
sterven verdwijnen onze angsten en zorgen; het kleine, onwerkelijke laten we
achter opdat ons ware zelf geboren kan worden: een stralende ster van liefde.
Neem geen
afscheid, maar omarm de eeuwige liefde.
Gerrit
Gielen