Vandaag
merkte ik dat ik in mijn hoofd een gesprekje met mijn vriend verdriet
aan het voeren was. Het was een wat eenzijdig gesprek, van mij naar
verdriet. Ik had namelijk even geen zin in wederzijds contact. Ik
besloot deze lieve, welkome vriend een brief te schrijven.
Verdriet
is echt een prachtige vriend. Het is een vriend die me de geheimen van
mijn leven leert kennen. Die me in contact brengt met alles wat er
tussen mij het leven van mijn verlangens in staat. Het is een vriend die
me de poorten naar mijn groei laat zien. Het is een welkome vriend.
Alleen niet iedere dag, niet ieder moment. Dan wordt het van een mooie
vriendschap een vastklamp relatie. Dan verdwijnt de toegevoegde waarde.
Lief verdriet,
Ik
zag je vandaag een paar keer vanuit mijn ooghoek langs mijn huis lopen.
Je leek te aarzelen of je aan zou kloppen. En ik twijfelde of ik de
deur zou openen om je binnen te nodigen. Niet omdat ik je niet in mijn
huis wil hebben, maar omdat ik niet wist wat we elkaar vandaag nog te
vertellen zouden hebben.
Gisteren
was je er immers al. En eergisteren ook. Toen waren we diep verbonden
samen. Je vertelde me een heleboel geheimen die ik nog
niet wist. En ik luisterde en luisterde en luisterde met al mijn
zintuigen open. Dat was goed. Je bezoek deed pijn, maar het was wel
goed. Het doel van je bezoek was schoonmaken en bewustwording en dat
doel hebben we behaald denk ik.
Daarna
voelde het alsof het tijd voor je was om te vertrekken. Er was gezegd
wat er gezegd diende te worden. Er was gevoeld wat er gevoeld wilde
worden. Er was bewustzijn op wat bewust moet zijn. Dan heeft het niet
zoveel zin meer om nog samen te willen zijn. Dat wordt het mooie gesprek
wat we hadden een herhaling van oude verhalen. Dan worden we een
familie die hun band steeds moeten bevestigen door dezelfde anekdotes te
herhalen.
Dus
besloot ik vandaag de deur niet open te doen. Ook niet toen je bij de
deur stond en je hand uitstak om te kloppen. Ik heb je aangekeken en nee
geschud. Niet vandaag lieverd. Vandaag heeft het geen toegevoegde
waarde om samen aan de tafel te zitten. Ik heb even andere dingen te
doen. Anderen te ontmoeten. Vooruit te gaan met de kennis die ik
gisteren heb opgedaan. En ik voelde je ogen vragen om aandacht. Maar
eventjes niet lieve vriend.
Dat
betekent niet dat je nooit meer langs mag komen. Dat betekent niet dat
we nooit meer samen zullen zijn. Er zullen heus nog momenten, uren,
dagen komen waarin we samen aan tafel zitten. Of in de tuin. Of bij het
vuur. Momenten waarop ik jouw aanwezigheid als bitterzoet zal voelen in
mijn buik en mijn keel. Momenten
waarop we samen zullen huilen om de nieuwe geheimen die je me onthult.
Maar
laten we eerst andere ervaringen opdoen. Laten we leven. Laten we los
van elkaar andere vrienden ontmoeten. Laten we met liefde dansen. Laat
me verwerken wat we samen hebben gecreƫerd. De openingen die je me hebt
laten zien, naar nieuwe delen van mezelf. Laat me de ruimte die we samen
hebben laten ontstaan opvullen met mijn verlangens.
Vertrouw
er maar op dat er een moment zal komen dat je weer meer dan welkom
bent. Dat ik je binnenlaat om samen verder te werken aan het opruimen
van mijn huis. Je bent een fijne vriend lief verdriet. Een welkome
vriend. Alleen niet iedere dag, niet ieder moment. Laten we elkaar
vrijlaten om in liefde weer bij elkaar te kunnen komen wanneer de tijd
daar is.
Ga goed voor nu lieverd. Tot een volgende.
LiefsManon
|
|
|